Het derde groepje van zeventig verhalen alweer. Op weg naar het virtuele boek. Klik op het plaatje of klik de Lees meer.. knop om een verhaal te lezen. Via het topmenu kun je verhalen via categorieen kiezen.
Omvrienden (8)
Sterre zit mistroostig in de hoek en kijkt naar buiten. In de klas klinkt geroezemoes van spelende kinderen. Ze hoort de stem van de juffrouw, ze tikt op het bord in de tekenhoek. Haar blik glijdt naar de poppenhoek. Janine en twee klasgenootjes kibbelen om de verkleedpop en trekken het speelgoed bijna door midden. De juffrouw beent er naartoe met straf in haar stem.
Vriendinnetjes helpen elkaar toch altijd?
Omvrienden (7)
“Ooit ontmoette ik iemand. In een vreemde omgeving. Heel apart, in dat geval was ik anders. Als je niet thuis bent, let je beter op, sta je meer open. Ik weet niet wat het is, alsof je waakzaam bent, zowel in het positieve als negatieve. Hoe dan ook, we raakten aan de praat en wisselden email-adressen uit. Zo begon het.”
“Wat begon er? Een liefdesrelatie?”
Omvrienden (6)
“Dus haar man kwam bij jou zijn gerief halen. Hoe is het met Janine afgelopen, dat je er zo van schrok?”
“Van de brug gesprongen toen ze er achter kwam. Niemand ving haar op,” ze zucht, “toen hield ik op om haar te benijden en nijdig op mezelf te zijn. Maar goed, genoeg gepraat, nu is het mijn beurt, ik heb de pet weer even nodig.”
Omvrienden (5)
“Veel plezier op school. We zijn mooi op tijd.”
“Ja, mama,” Sterre kijkt haar weg fietsende moeder na.
Vandaag brengt ze haar nog, morgen moet ze zelf lopen. Voor het eerst in de nieuwe klas op de kleuterschool. Vorig jaar was het leuk, maar een heleboel vriendinnetjes zijn verhuisd naar de nieuwbouwwijk aan de rand van de stad. Daar staat een mooie nieuwe school. Ze wilde best mee naar die school, maar haar moeder zei nee.
Omvrienden (4)
“Die droom komt zeker drie keer in de week terug. Ik word er panisch van. Sindsdien durf ik geen vriendschapsverzoek meer te accepteren op wat voor sociaal medium ook. En dat is toch vreselijk in deze tijd waarin gewoon contact al bijna niet mogelijk is? SM is alles wat we hebben.”
“Ik denk dat je last hebt van SMA. Es-em-eee.”
Omvrienden (3)
Josias rilt. De weersvoorspellingen waren toch goed? Het is ja hoog-zomer… Hij kijkt om zich heen. Een paar wolkenflarden vervagen de bleke glimlach van de maan. De huizen zijn donker, ramen weerspiegelen het schijnsel, ze lijken holle ogen die hem aanstaren. Eenzaam en verlaten. Een blauwe gloed trekt zijn aandacht.
Omvrienden (2)
Het trapportaal is halfduister, een vettig touw biedt wat houvast. De treden kraken als hij zich naar boven hijst. Inderdaad, dat trapleertje vormt een struikelblok als je er niet op verdacht bent. Hij herinnert zich de belknoppen beneden. Tweede verdieping, inderdaad, dat was Sjors.
Josias kan een glimlach niet onderdrukken: Hij vertrouwt blijkbaar op dronkemansgeluk.
Omvrienden (1)
Waarvoor wilt u komen?
Dat was haar eerste vraag tijdens de online intake. Een chatvenster op zijn beeldscherm, zij groot in beeld, hijzelf wat kleiner. Het leek hem een aardige vrouw, haar advertentie gaf goede hoop dat zij hem kon helpen.
Klankenkoorts
Mijn vingers trillen…
Jean schudt zijn hoofd tegen het knagende gevoel in zijn middenrif. Zijn hartslag volgt de vrees voor de verwachting.
Ik heb het stuk van voor naar achter bestudeerd, spreekt hij zichzelf moed in, heen en terug en op en neer. Ik heb alle vingerzettingen bekeken, de meest melodieuze uitgezocht met alle zekerheid die ik mezelf toestond. Ik kan het stuk dromen en zelfs op mijn hoofd staand nog spelen. Met goede wil kan ik het zelfs linkshandig uitvoeren.
De Kikkerprins
Op de markt in Staphorst kwamen we een koopman tegen die glazen miniatuurtjes verkocht. Hij had er twee buiten het doosje staan, een steigerend paard dat leek op een glazen Twents Ros en een kikker op een waterlelieblad. Bij nader inzien bleek de kikker van koninklijke bloede, ook al was zijn blauwe bloed door zijn transparante uiterlijk niet waar te nemen.
Opoffering
Gaarne verwelkomen we u Zaterdag 8 Augustus op ons hoofdkantoor.
Jesse vouwt de brief van de testinstantie dicht. Een vreemde reactie op zijn Corona-test van gisteren, normaal krijg je toch de uitslag binnen 48 uur? Deze brief lag er de volgende dag al, maar vermeldde geen uitslag. Alleen deze afspraak.
Bel voor een Wonder
Eindelijk lucht…
De spanning van drie telefoonvergaderingen glijdt van me af. Er is niks zo erg als blind zijn als je met iemand praat en merken dat je stem niet voorbereid is op repliek.
Sinds ik thuiswerk, maak ik iedere werkdag tussen de middag een rondje op de fiets om de benen te strekken, de rug in beweging te zetten en het hoofd leeg te maken.
Contact
Corona! Contact is levensgevaarlijk. Hou afstand, wees sociaal, social distancing is het nieuwe normaal.
Het woord contact heeft een lange geschiedenis, met als oorsprong het Latijnse werkwoord Contangere met als voltooid deelwoord Contactum. Dat lijkt al behoorlijk op ons Nederlandse woord, nietwaar?
Spiegel im Spiegel
Er was eens een spiegel.
Hij hing jarenlang aan de muur van de gang en weerspiegelde tevreden iedereen die langskwam. Hij reflecteerde van alles, het slaperige gezicht dat de dag nog niet beginnen wil, de stralende oogjes van een kind dat gekke bekken trekt en om zichzelf kan lachen, de verliefde blik van verwachting, de woedende ogen door een ruzie die wordt beslist met de klap van de buitendeur die dichtslaat.
500 Magazine aan Zee
Internet heeft heel wat lees- en kijkvoer bereikbaar gemaakt en mogelijkheden geopend tot uitgeverloos en soms oeverloos publiceren. Dat laatste is bij de website 500 Magazine aan Zee absoluut niet het geval. Een toevallige Google hit -ik weet niet eens meer wat ik toen zocht- bracht een leuke verrassing.
500 Magazine aan Zee is een initiatief van een schrijverscollectief uit de omgeving van Castricum.
Uitspanning
Het is mooi weer, ik heb een Seniorendag en het is Coronacrisis. Wat ga je dan doen?
Een plek opzoeken waar je binnen anderhalve meter geen mensen ziet. En ja, we hebben er eentje in de buurt.
Aan de rand van het Twickelse Bos in Delden staat een uitspanning, Het Hoogspel. Een klassiek café-restaurant met een biljart en een paar zaaltjes voor bruiloften, partijen en uitvaarten. Ja, ook die komen daar regelmatig voor, de mensen vinden een bruin-café omgeving toch wat intiemer dan de aula van een crematorium.
Modelspoor
Heel soms vergeet ik dat je op een blog ook over meer alledaagse zaken kunt schrijven. Juist in deze coronacrisistijd lijkt dat meer voor de hand te liggen, dat het alledaagse weer interessant wordt omdat het dagelijks leven behoorlijk stilligt.
Daarom schrijf ik deze keer eens over een andere hobby van me, geen muziek, geen schrijven, maar treintjes.
A Trip to the Fair (8)
Op het plein blijkt Brigid’s verschijning te zijn opgemerkt. Een paar mensen wijzen naar haar met een blik van ontzetting. Dat Patrick bij haar is wekt blijkbaar ook opzien. “Hekserij!” zoemt het, “zij zijn nooit meer samen gezien na haar verdwijning.”
“Ik heb het gevoel dat mijn dubbelgangster hier een zekere reputatie heeft,” fluistert Brigid, “misschien lopen we wat minder in de gaten bij die draaimolen?”
A Trip to the Fair (7)
De hemel is helemaal opengetrokken, maanlicht sijpelt tussen de bomen en tekent de contouren van de attracties scherp uit. Rails tekenen een traject van bergen en dalen.
“De achtbaan! Ik mocht daar als kind nooit in, opa vond het te gevaarlijk voor me.”
“Mij niet gezien, ik vind het doodeng. Als ik alleen al aan die hoogtevrees denk. Ik ging niet verder dan de zweefmolen.”
A Trip to the Fair (6)
Even verderop baadt de nieuwe attractie in helder licht. Lopende lichtjes dansen op schilderwerk met felgekleurde auto’s uit de zestiger jaren en swingende figuren met vetkuiven met zonnebrillen.
“Botsautootjes,” wijst Brigid, “daar kreeg ik als kind nog een tand door mijn lip. Ik wist niet dat er geen rem op zat.”
“Botste iemand te hard op jou?”
A Trip to the Fair (5)
Waarom heb ik hem in ’s hemelsnaam meegevraagd?
Ze heeft geen zin in die ouwe koeien die steeds maar weer uit de sloot kruipen. Ze is geen inspirator en zal dat ook nooit worden. Hij verwacht te veel. Ze kan zichzelf niet eens aan het werk zetten op dit moment.
A Trip to the Fair (4)
De attracties staan in het donker. De regen neemt af, het water spat alleen nog maar uit de bomen.
“Er is helemaal niemand hier, wie bedient het dan allemaal?” vraagt Patrick zich af.
“Het is al twintig jaar dicht, niet rendabel,” legt Brigid uit, “te afgelegen. Ik maak me sterk dat de stroom er ook af ligt. Ze hebben hem een fortuin geboden om alles te slopen en er een bungalowpark van te maken. Die ouwe meuk trok totaal geen publiek meer, zeiden ze. Hij wilde dat niet. Hij was gisteren zo stellig, vlak voordat hij…”
A Trip to the Fair (3)
Brigid rijdt de stad uit en manoeuvreert de snelweg op. De snelheidsmeter schiet richting de 160. Zijn hand schuift naar de clip van de veiligheidsgordel. Vast. Hij zou het nu niet durven vergeten. Haar inhaalmanoeuvres zijn schielijk, zijn riem trekt strak op de bewegingen van de auto.
Is dit een ontvoering?
Hij kijkt opzij naar haar profiel. Haar mond is strak, haar gezicht een gegroefd masker.
A Trip to the Fair (2)
Klingelend geluid? Oh, de bel. Op dit uur? Ik heb toch geen pakje besteld?
Patrick staat op. Wat loopt hij licht. Wat lijkt die vloer ver weg. Als hij maar niet van die wolk valt. Hij huppelt een beetje in de gang en haalt de deur van de knip. Hij hoort zichzelf lachen, maar begrijpt de mop niet. Zijn voeten worden koud van de grondmist die door de deuropening naar binnen drijft.
A Trip to the Fair (1)
“Hoe lang kennen we elkaar al?”
“Kennen? Wat bedoel je met kennen?”
“Van voor…”
Patrick schiet overeind. Een zweetdruppel glibbert tussen zijn schouderbladen naar beneden en trekt een steeds scherper spoor van irritatie.
Welke dag is het?
Fantasia per il mio Liuto (5)
Giovanna schrikt wakker. Ze heeft het laken vast als een van haar penselen.
Waar ben ik? In het atelier?
Een slotakkoord vlindert langs. Ze komt overeind en schikt haar nachtgewaad. Met een energieke beweging gooit ze het dek van zich af.
Chiarina’s luit! realiseert ze zich.
Fantasia per il mio Liuto (4)
De geur van meekrap, perkamentlijm en vlierbessen, het rood en blauw kleuren helder af tegen het palet. Een nieuw penseel ligt ernaast.
“Vandaag ga je vrij schilderen,” de meester staat naast het nog lege doek. “Ik verwacht over twee uur een ruwschildering. Ik wil zien waarom je jezelf geschikt vindt om mijn leerling te zijn. Geen madonna’s vandaag!”
Fantasia per il mio Liuto (3)
Chiarina kijkt naar haar spiegelbeeld. “Chiarina Sforza, edelvrouwe,” fluistert ze spottend, “goede familie, maar met te weinig aanzien om een rol te spelen in het huwelijksspel dat Landjepik heet. Ondanks het feit dat ik zeker het aanzien waard ben! Gelukkig hoef ik niet te trouwen met een oude gek zodat hij van nageslacht verzekerd is. Ik kies uit liefde.”
Fantasia per il mio Liuto (2)
De stank van de leerlooierij verderop in de straat walmt tegen haar gezicht: Chiarina kokhalst, haar maag trekt samen. De armenwijk aan de overkant van de Arno is geen plaats voor een dame, zeker niet zonder gewapend escorte. Wonderbaarlijk dat iemand juist daar op die helse plaats zijn werkplaats vestigt. Haar bedienden lopen naast haar, hand aan het gevest van hun dolken, verdacht op straatslijpers en bedelaars met grijpgrage vingers.
Fantasia per il mio Liuto (1)
Chiarina sluipt over straat, ze blijft behoedzaam buiten de flakkerende lichtkringen van een enkele toorts aan de poorten van de palazzo’s. Haar hand tast naar de dolk onder haar mannenkleren. Voor de zekerheid! Ze speurt het modderig plaveisel af. Slierten van rook vervagen het uitzicht. Een prikkelende geur, dampen die haar ogen laten tranen.
Muzenloos
Eindelijk is het stil….
Patrick stapt uit bed en schuift een gordijn open. De wereld is wolkig, hij kan zelfs de protserige kerstverlichting van de overburen niet meer zien. Moet haast een combinatie van mist en kruitdamp zijn. Op de stoep ontwaart hij de resten van een veldslag, kapotgeschoten karton van Cakeboxen, zwartgeblakerde dozen met exotische karakters en een lang verkoold spoor Chinese Mat.
Wie zou dat gaan opruimen?
Linkshandig
Glazen rinkelen, het bier klokt in het glas, in de hoek klinkt een oude mop die het na jaren nog steeds doet. Een vuist op tafel benadrukt een triomfantelijk: “Troef!” Buiten doen lichtflitsen en knallen denken aan zowel bezetting als bevrijding. Een nummer uit de hoogste regionen van de Top 2000 brengt nostalgie:
He says, “Son, can you play me a memory,
I’m not really sure how it goes
Kerstnacht
De smalle straatjes en steegjes met de hoge oude huizen liggen als in een spinnenweb rond de grote kathedraal van de stad. De toren steekt gotisch in zandsteen ver boven de daken in rood oranje en grijs uit. De hof rond het gebouw ligt kaal en stil onder de bomen. Takken strekken kale vingers naar de hemel.
In het oosten schildert de hemel in het geel tot rode palet van de dageraad, met vlak daarboven de schittering van de morgenster.
Taalneutraal
Er waart een merkwaardige trend rond in de huidige samenleving: Neutraliteit.
We kennen al de term Genderneutraal. Ziehier de opmerkelijke mix van Engels en Nederlands, een soort semi-Barbarisme. Dat klinkt volgens sommigen waarschijnlijk beter dan Geslachtsneutraal of 😉 Onzijdig, want dat stigmatiseert weer.
The Fall of the Leafe
“Waarom, Richard, waarom gebeurt mij dit?”
Met een nijdig gebaar mikt hij de ganzenveer op de tafel.
Richard haalt zijn schouders op en neemt een teug uit zijn roemer.
Op de achtergrond nemen een paar toneelspelers van de troupe hun rollen door. Drama en passie schallen door de ruimte en kaatsen terug tegen de rijen lege stoelen op de gaanderijen van het theater The Globe.
Het Grote Rode Boek (4)
Ze wijst op het boek: “Staat daarin of kinderen zoet en braaf zijn geweest? En als dat niet zo is, wat staat er dan?”
Een warme glimlach tekent Nicolaas’ gezicht. “Ik ben blij dat je dat vraagt. Veel kinderen zouden dat niet durven, want ze zijn bang dat ik hun vraag als twijfel opvat, dat je het niet zeker weet wat het echt is. En als je gelooft, dan is twijfelen niet toegestaan, zegt men soms. Maar het tegendeel is waar: zonder twijfel stelt geloven niks voor! Maar goed, mag ik bij je komen zitten? Dan kan ik je laten zien wat er in mijn eigen Grote Rode Boek staat.”
Het Grote Rode Boek (3)
De gestalte wordt duidelijker. Een oude man in een soort lang kleed, een lange baard, borstelige wenkbrauwen, hij heeft sandalen aan zijn voeten. Hij draagt een boek, een Groot Rood Boek met een gouden symbool op de kaft. Een gewone man, zonder tabberd, mijter en staf, zijn lange haren hangen los.
S-s-sinterklaas! denkt Anne, want praten kan ze op dat moment niet.
Het Grote Rode Boek (2)
“Ben je aan het piekeren?” vraagt haar moeder onder het eten, “je kijkt zo sip.”
Anne haalt haar schouders op, maakt een afwerend gebaar en zwijgt.
“Sinterklaas is weer in het land” merkt vader met volle mond op. Moeder wijst hem terecht om zijn gebrek aan manieren en het slechte voorbeeld dat hij daarmee presenteert.
“Sinterklaas da’s leuk die haalt de wortels uit je schoenen”, roept haar jongere zusje, “dan heeft zijn paard ook wat te eten. En hij stopt er pepernoten voor terug. Dan hebben wij ook wat te eten.”
Het Grote Rode Boek (1)
“Morgen komt Sinterklaas op school!”
Het geroezemoes in de klas verstomt. Alle kinderen kijken met een mengsel van verwachting en vrees naar de juffrouw. Ze wijst naar de kalender aan de muur: 5 December 1966.
Een van de kinderen steekt zijn vinger op: “Komt Zwarte Piet ook mee?”
“Zeker. De goede Sint kan niet alles alleen doen en er moet ook iemand zijn die zijn paard in bedwang houdt als het schrikt.”
Als een Ander dan Jezelf (5)
“Georges Vandegraat, aangenaam.”
Sjors voelt de nagels van de ander in de handdruk: “Sjors Vandegraat, leuk u te ontmoeten.”
“Dezelfde naam? Dat is niet de enige gelijkenis tussen ons zo te zien. Wat een toeval. Wat brengt u hier?”
“Ik ben de buurman van hiernaast. Ik zag de deur openstaan, dus ik dacht…”
“Och, u heeft toch geen last van mij?”
“Niet dat ik weet, waarmee?”
Als een Ander dan Jezelf (4)
Op de terugweg naar Amsterdam trekt Sjors’ leven aan hem voorbij. Hij kwam uit een dorp verhuisde naar de grote stad en ging daar ook studeren. Met een rugzak met de eerste levensbehoeften en een gitaar op zijn rug ging hij met de tram 24 naar het adres waar zijn kamer zich zou moeten bevinden. Later zouden ze met de bakfiets de rest wel brengen.
Beethovenlaan 42, tweede verdieping. De tramhalte zat er vlak tegenover.
Als een Ander dan Jezelf (3)
Op mijn rijtuigie… Helemaal naar Vinkeveen!
Sjors vindt het leuk om evergreens naar zijn behoefte om te vormen, dat spelen met muziek is hem altijd bijgebleven. Hij is best trots op zijn eigen rijtuigie, een praktische elektrische fiets. Geen parkeerproblemen, past in het berghok beneden. Een ritje van Amsterdam-Zuid naar Vinkeveen is met dit weer echt vakantie.
Als een Ander dan Jezelf (2)
Grachtenpandjes Records, Van Boetzelaerstraat 53 III…
Sjors controleert nogmaals het adres achter op de hoes. Hoe kan hier nu een platenstudio zitten? Hij kent deze buurt wel. Vroeger wilde je er nog niet doodliggen, nu betalen de yuppen grif 2000 euro per maand voor een etage woninkje uit de negentiende eeuw.
Als een Ander dan Jezelf (1)
Een nieuwe stereo moet je vieren!
Sjors Vandegraat drukt op de deurknop en springt bijna uit de tram zodra de deuren openzwaaien. Een oud vrouwtje kijkt hem strak aan met een blik van “jouw tweede jeugd is ook bijna afgelopen, hoor.” Inderdaad, een pijnscheut in zijn been vertelt hem dat de landing op het trottoir wat harder was dan hij had ingeschat. Hij recht zijn rug, wrijft een grijze lok uit zijn gezicht en kijkt triomfantelijk terug.
Zingen na de Kerk
“Frank, naar voren. Nummer Twee en Veertig Vers Een en Twee.”
Frank’s hart slaat zwaar, hij voelt lood in zijn benen. Een knoop klopt vlak onder zijn borstbeen. Zijn hand trilt als hij opstaat en steun zoekt aan het schrijftafeltje. Klasgenoten staren hem aan, een blik van nu zijn wij lekker niet aan de beurt in de ogen.
Honderdvijftig
De blog jongt aan en bereikt nu de honderdvijftig afleveringen. Ik heb zo langzamerhand een boek met korte en middellange verhalen op het net staan. Dus gooi ik er weer een jubileumsoverwegingsmoment tegenaan.
Honderdvijftig, dat brengt een aparte herinnering bij me boven. In ons psalmen en gezangen boekje stonden vroeger (en nog steeds, zo te zien) honderdvijftig psalmen. Naar de overlevering waren die het werk van onze Bijbelse singer/songwriter David.
Het Laatste Sacrament
Odi et amo. Quare id faciam, fortasse requiris.
Pádraig’s zang overwint het geluid van de donderende branding op de rotsen van Skellig Michael en zet het huilen van de wind en het krijsen van de zeevogels op afstand.
Ik haat en heb lief. Waaróm ik dat doe, zul je misschien vragen, galmt het in de holte van het Oratorium, de lettergrepen uitgerekt in sequensen van tonen die de hele toonladder verkennen. Een vraag van lang geleden, voordat hij intrad.
Wederzijds
“Wat mooi! Hoe wist je dat?”
Ze bladert door het boekje. Twee dagen per bladzijde. Bijna honderdnegentig spreuken en gezegden. Ze stopt een paar keer met bladzijden omslaan en leest. Een twinkeling in haar ogen.
Ik had het in een opwelling gekocht. Aandenken, heet het. Ik kwam het tegen in de seizoensopstelling in de boekwinkel.
Solveig’s Lied
In de zestiger jaren…
Mijn vader pakte zijn cadeautje uit. Er kwam een platenhoes tevoorschijn, een stemmige dageraad in donkere wolken met roze en oranje randen boven een kalme zee. Peer Gynt Suites Nr. 1 und 2, Musik fur Sie, Konzertgebouw Orchester. Zonder te begrijpen las ik de taal, ik wist toen nog niet veel van vreemde landen en mensen, laat staan dat dit de taal van onze Oosterburen was.
Microverhalen
Om een beetje aan te sluiten bij de schrijverscommunity heb ik een tijd geleden een Sweek Account aangemaakt. Sweek is een website waarop je verhalen kunt plaatsen en uiteraard ook lezen en becommentariëren. Het verhaal gaat dat uitgevers deze site afstruinen op zoek naar nieuw talent. Bovendien kun je er publicaties in eigen beheer laten maken, tegen een prijs uiteraard.
Sweek organiseert schrijfwedstrijden in de #Micro serie, verhalen die maximaal 250 woorden mogen tellen.
Weg
Mistflarden, een klamme kilte drijft druppels op de stalen staanders van de perronoverkapping. De koersrol verderop ratelt en toont een nieuwe bestemming, de oude tekst 15:33 Deventer, Apeldoorn, Amersfoort, Hilversum, Amsterdam CS is nu verleden tijd. De achterlichten verdwijnen in de mist en nemen haar mee uit mijn leven.
Ik kan niet hetzelfde voelen voor jou… een echo van desillusie.
Terugslaan
Pats!
Een pijnscheut in zijn gezicht, een gemene piep in de oren overstemt het geluid om hem heen. Haar gezicht is vertrokken, haar ogen flitsen drift, een grimas van woede verwringt haar mond. Hij herkent haar bijna niet meer.
Zijn eerste schok gaat over in woede. Hitte die zich door zijn hele lijf voortplant en hem laat trillen. Adrenaline. Verdediging die koste wat het kost een aanval eist.
Onbegonnen Werk
Ik moet hier weg!
Marco Miraggio worstelt zich tegen de stroom in de trap op. Nog drie dekken te gaan naar de buitenlucht! Om hem heen knettert en vonkt het, overal kortsluiting. Hij voelt de slagzij.
Shit, als ze kapseist, dan…!
Waar moet hij dan naar toe? Tot en door de bodem gaan? Poseidon Adventure? Nee, voorlopig wordt het naar boven worstelen.
Lieve Buuv
Lieve Buuv,
Allereerst, wees niet bang voor mijn aanhef. Ik begin mijn brieven altijd zo, omdat ik graag uitga van een positieve en zonnige aanpak. Mijn vrouw zegt altijd: “Met een ontwapenende glimlach bereik je meer dan met een begrafenisgezicht.”
Daarom heb ik ook van haar officieel toestemming om U, nee ik zal je gelijk maar tutoyeren, je met “Lieve” aan te schrijven.
Facebook Paniek
Luisterend… Hoor mijn zang in de wind…
Patrick schrikt wakker. De fluistering vlucht uit zijn bewustzijn voor de lichtstraal door de gordijnen. Hij tast naast zich. Zijn hand verkrampt als de werkelijkheid tot hem doordringt.
Leeg… Evie is weg…