Legolandelijk

Ditmaal een vintage Lego-set waarmee mijn herontdekking van Lego-bouwen begon: De Caribbean Clipper uit 1989.

We kochten deze set toen onze kinderen nog met Lego speelden. In die tijd, eind tachtiger, begin negentiger jaren, bouwde Lego een uitgebreid thema rond piraten. Dit betrof vooral de Westerse piraten uit de zestiende en zeventiende eeuw. De Barbarijse piraten met galeien en de bekende driehoekige zeilen komen niet voor. Een echte swashbuckler serie, zelfs voordat Pirates of the Caribbean bekend werd.

Ik heb bij Lego een zekere voorliefde voor vliegtuigen en ruimteschepen. In dat opzicht is de Lego Creator set 4953, ook bekend als Fast Flyers, interessant. De set verscheen voor het eerst in 2008 en is niet meer in de handel. Dat merk je gelijk, op Amazon doet hij 119 dollar.
Ik had mazzel, ik kocht hem op Marktplaats voor 10 Euro exclusief verzendkosten.

In de vorige eeuw bouwde ik regelmatig huisjes voor de kinderen. We hadden een aardige voorraad blokjes opgebouwd, er was genoeg voor de meer exotische constructies.

Midden negentiger jaren gingen we naar Denemarken op vakantie, een paar weken een vakantiehuisje even boven Juelsminde aan de oostkust van Jutland. Laat dat nou net op de hoogte van Billund zijn, de vestigingsplaats van Legoland, een soort Madurodam, maar dan in plastic blokjes.

Als kind was ik gek op vliegtuigjes bouwen in zowel plastic als karton. Ik herinner me dat ik als negenjarige mijn eerste bouwpakketje, een Spitfire jachtvliegtuig, in elkaar plakte. Dat was met Velpon, de lijm die mijn ouders veilig achtten voor ons, geen sinecure, want Velpon lost het plastic niet op, dus het vulkaniseert niet. Gevolg: Onderdelen zoals een landingsgestel bleven wiebelig.

Daarna ontdekte ik de firma Airfix. De Serie 1 zakjes hingen relatief voordelig voor 1 gulden 95 in de speelgoedwinkel.

Na wat vingeroefening met de Paardenstal 6379 ga ik zelf aan de gang. Grondplaat op tafel, dozen steentjes bij de hand en bouwen maar. Ik hou een aantal onderdelen van de oorspronkelijke Paardenstal vast, dus je vindt het sprongparcours en de paardenwagen ook hier.

Ik start met de bekende 32×32 grondplaat en leg de fundering in rode steentjes. Dat betekent uittellen van de nopjes in verband met de deuren en de breedte van de daken.

De eerste Lego-doos die we begin negentiger jaren van de vorige eeuw voor onze oudste kochten was de Paardenstal met Lego-nummer 6379. Een doos uit de Legoland serie die in 1986 op de markt kwam. Inclusief personeel, twee paarden, spronghindernissen, een paardenwagen, wat gereedschap en een fruitboom. Het geheel past op een grondplaat van 32 bij 32 noppen. Het huis en de stal zijn open van achteren, zodat je ook in het interieur kan spelen

Reeds als kind oefenden bouwblokjes een grote aantrekkingskracht op me uit.
In mijn jeugd hadden we een doos Bambino, een zacht plastic bouwblokjes systeem uit Nederland. Bambino kwam uit Den Dolder, de fabriek ging eind zestiger jaren failliet omdat ze niet meer met Lego konden concurreren.

Het Bambino systeem had een beperkt repertoire bouwblokjes, 48 typen. Met een aantal blokjes kon je rond bouwen, redelijk uniek voor die tijd. Ondanks de beperkingen liet ik mijn fantasie werken en bouwde er ruimteraketten en vliegtuigjes mee. In het vierkant, maar goed, de rondjes bedacht je er zelf bij.