Biesbosch (4)
Het maanlicht dringt door een paar gaatjes in het zwaardere wolkendek heen. Reinder ziet een bootje zijn kant op komen. Er valt een last van hem af, hij zit tenminste niet voor niks in de kou te wachten.
“De piloot,” stelt de roeier zijn passagier aan Reinder voor, “breng hem naar de dijk bij de Nieuwe Kat. Daar wacht Jens met zijn kano.”