Zeven Zevenjaren

Het vervolgverhaal Zeven Zevenjaren. Verjaardagsverhaal voor de negen en veertigste verjaardag van Corine Binnekamp.

Zeven Zevenjaren (8)

“Mijn maandstonden zijn inmiddels verdwenen,” merkt Aoife op.

“Dat is jouw cyclus, maagd, moeder, wijze, oude. Je Zevende Zevenjaar was het begin van je derde fase.”

“Laat dat moeder er maar af,” klinkt het scherp, “dat was mij niet gegund.”

“Toch ben je als moeder en vriendin geweest voor de mensen van jouw stam, hebt de maandstonden ervaren en de maanrituelen uitgevoerd.”

Zeven Zevenjaren (8) Lees verder »

Zeven Zevenjaren (7)

De harp is Aoife tot last, het foedraal hangt zwaar op haar rug en de riemen hinderen haar tred. Ze leunt zwaar op haar staf, het ingelegde bergkristal glanst dof in het bewolkte licht. Zweet druppelt over haar rug naar beneden. Ze is nog niet hersteld.

De staf van Aislin van het Woud, zij gaf hem aan mij toen zij overging…

Zeven Zevenjaren (7) Lees verder »

Zeven Zevenjaren (6)

“Voorzichtig, Vala Aislin, het pad is ongelijk. De eikenvruchten kunnen je laten struikelen.”

Aoife loopt met vaste tred over het pad door het woud, met aan haar arm een oude vrouw. Op haar rug bungelt slechts een plunjezak, ze had haar harp thuisgelaten, ze had al haar energie nodig om de tocht te volbrengen. Daarom zong ze de oude liederen van de maan cycli als hun tocht zwaar en vermoeiend werd.

Zeven Zevenjaren (6) Lees verder »

Zeven Zevenjaren (5)

Aoife danst over het pad door het woud en maakt tempo. Ze glimlacht, het is vreemd, juist op haar vierde Zevenjaar is haar terugkeer aanlokkelijker dan de reis. Wat zal ze gaan zeggen als ze terugkomt van het eiland? Zou dit haar laatste reis daarheen worden? Nee, geen weemoed, haar terugkeer zal dat alleszins vergoeden. Ze hoopt dat er op haar wordt gewacht.

Zeven Zevenjaren (5) Lees verder »

Zeven Zevenjaren (4)

Met stevige pas beent Aoife door het woud, ze schopt ieder eikeltje dat ze tegenkomt van het pad af. Wat had ze moeten marchanderen om dit jaar de tocht voor het eerst alleen te mogen maken! Met een nijdig gebaar verschuift ze de harp op haar rug en trekt de riemen van de plunjezak aan. Ze kan er nog kwaad over worden.

Zeven Zevenjaren (4) Lees verder »

Zeven Zevenjaren (3)

“Ik ben zo benieuwd hoe het gaat! Ik kan niet wachten tot we er zijn.”

Een jong meisje danst over het pad door het woud, haar haren golven met de beweging mee. Een vrouw van middelbare leeftijd volgt haar tempo met enige moeite. Beiden zijn in reiskleding, een foedraal met een harp bungelt op de rug van de jongste, de oudste heeft twee lange houten fluiten op de rug gebonden. Beiden hebben een staf in de hand met de juwelen van graden van de Vrouwen van het Woud.

Zeven Zevenjaren (3) Lees verder »

Zeven Zevenjaren (2)

“Kom mee, Aoife, we zijn er bijna. Schiet nou eens op, straks is het donker.”

Met een geërgerd gebaar wacht de vrouw op een klein meisje in de achterhoede. Het duurt een tijdje voordat het kind in zicht komt. Een kinderharp bungelt op haar rug, ze sleept de houtgesneden wandelstok achter zich aan.

“Ik ben zo moe, mama, we lopen al de hele dag door het bos. Ik heb honger.”

Zeven Zevenjaren (2) Lees verder »

Zeven Zevenjaren (1)

Herkenning verdrijft vermoeidheid: Ik schiet al op…

Aoife schikt de riemen van het foedraal met haar harp en de plunjezak op haar rug en leunt op haar staf. De amethisten knop schittert zonlicht in paars.
Haar benen trillen van de inspanning, de gladgeslepen Lapis Lazuli aan het leren koordje kleeft aan de huid van haar borst en nestelt zich tegen haar hart.

Zeven Zevenjaren (1) Lees verder »

Scroll naar boven