Het Grote Rode Boek

Een verhaal over de belevenis van Sinterklaas door het meisje Anne in de zestiger jaren.

Het Grote Rode Boek (4)

Ze wijst op het boek: “Staat daarin of kinderen zoet en braaf zijn geweest? En als dat niet zo is, wat staat er dan?”

Een warme glimlach tekent Nicolaas’ gezicht. “Ik ben blij dat je dat vraagt. Veel kinderen zouden dat niet durven, want ze zijn bang dat ik hun vraag als twijfel opvat, dat je het niet zeker weet wat het echt is. En als je gelooft, dan is twijfelen niet toegestaan, zegt men soms.

Het Grote Rode Boek (4) Lees verder »

Het Grote Rode Boek (3)

De gestalte wordt duidelijker. Een oude man in een soort lang kleed, een lange baard, borstelige wenkbrauwen, hij heeft sandalen aan zijn voeten. Hij draagt een boek, een Groot Rood Boek met een gouden symbool op de kaft. Een gewone man, zonder tabberd, mijter en staf, zijn lange haren hangen los.

S-s-sinterklaas! denkt Anne, want praten kan ze op dat moment niet.

Het Grote Rode Boek (3) Lees verder »

Het Grote Rode Boek (2)

“Ben je aan het piekeren?” vraagt haar moeder onder het eten, “je kijkt zo sip.”

Anne haalt haar schouders op, maakt een afwerend gebaar en zwijgt.

“Sinterklaas is weer in het land” merkt vader met volle mond op. Moeder wijst hem terecht om zijn gebrek aan manieren en het slechte voorbeeld dat hij daarmee presenteert.

Het Grote Rode Boek (2) Lees verder »

Het Grote Rode Boek (1)

“Morgen komt Sinterklaas op school!”

Het geroezemoes in de klas verstomt. Alle kinderen kijken met een mengsel van verwachting en vrees naar de juffrouw. Ze wijst naar de kalender aan de muur: 5 December 1966.

Een van de kinderen steekt zijn vinger op: “Komt Zwarte Piet ook mee?”

“Zeker. De goede Sint kan niet alles alleen doen en er moet ook iemand zijn die zijn paard in bedwang houdt als het schrikt.”

Het Grote Rode Boek (1) Lees verder »

Scroll naar boven