De Honderdste!

A hundred Wishes van het album Lost Souls door Loreena McKenitt

Mijlpaal

I never thought I’d live to be a hundred.
I never thought I’d get to do
the things that all those other songs do
and they do.

I never thought I’d ever have my freedom
An age ago my maker was refusing me
the pleasure of the view

(Moody Blues, uit To Our Children’s Children’s Children)

Nocturnal after John Dowland was het eerste verhaal van dit blog. Het was ruim drie jaar geleden ook het eerste verhaal dat ik na een behoorlijk tijd schrijfblokkade op papier kreeg. En nu zitten we inmiddels op de honderd afleveringen, losse verhalen, vervolgverhalen, mijmeringen, muziek op schrift, schrift op muziek, want bij de meeste verhalen zit een melodie als achtergrondmuziek.

Ik heb aardig wat materiaal bij elkaar gepend en getypt sinds ik begon met schrijven in de vorige eeuw, in mijn tienertijd hield ik een dagboek bij en tijdens mijn studietijd vulde hardkartonnen schriftjes met mistige poëzie en magisch realisme.

In 1990 schreef ik mijn eerste langere Fantasy-verhaal met een oude WordPerfect-versie op een Amiga500. Ik was Dungeon Master bij het Oog des Meesters fantasierollenspel dat we destijds avonden lang speelden en ik had een fantasiewereld nodig om de avontuur-scenario’s te schrijven. Die scenario’s werden gaandeweg verhalen, waarin een aantal van mijn medespelers, met name Zippo en Synthe, vereeuwigd raakten.

Met gelegenheidsverhalen zocht ik ook andere genres op, verhalen voor vrienden en jubilerende collega’s bezorgden me zeker bij de zaak waar ik inmiddels 38 jaar werk een zekere reputatie. Ik werk nu aan mijn afscheid in stijl, na 40 jaar vind ik het mooi geweest, en ja natuurlijk doe ik dat met een boek.

Het meeste materiaal rustte in de catacomben van mijn bestandssysteem tot ik de moed verzameld had om het echt de wereld in te sturen. Die moed is er even geweest, maar al snel vertrokken. En toch kriebelt het… Een schrijver zoekt immer lezers buiten hem of haarzelf.

Een apart effect, de eerste veertig jaar van mijn “schrijf carrière” had ik genoeg aan het schrijven zelf, ik was schrijver en lezer tegelijkertijd. Op mijn gelegenheidsverhalen kreeg ik reacties van “leuk gedaan”, meer ook niet, maar ik schreef vanuit mijn eigen drive. Het werkte op dezelfde manier als modelvliegtuigjes bouwen, het in elkaar zetten en het schilderen is het leukste, maar als je eenmaal klaar bent, wordt het na de eerste euforie van voltooiing een stofnest, dat je ergens ophangt of aan iemand weggeeft. Ik had de zolder vol hangen, en soms knapte er een touwtje en stortte er eentje aan scherven. Jammer, we bouwen een nieuwe.

Zo ook met de verhalen, ik dacht niet aan publiceren of lezerserkenning. Dat veranderde toen ik op aanraden van mijn paragnost het concept van De Zang van de Zonnewende instuurde en het tot mijn verbazing zonder enige redactie direct gepubliceerd werd. Er was dus in ieder geval een uitgever die iets in mijn proza zag. Lezers, laat staan mondige lezers die iets zeggen over wat een boek met je doet, waren er beduidend minder. Desalniettemin kwamen er een paar reacties die bemoedigend waren. Niet dat ik daar veel van mee kreeg, want in die tijd dacht ik niet erg positief over mezelf en mijn creatieve uitingen.

De behoefte aan lezerserkenning op hoger niveau dan “oh, leuk hoor” was echter wel gecreëerd. Dat is een valkuil. Je kunt lezers namelijk niet op voorhand tevredenstellen als je dat zelf niet bent en twijfelt aan je kunnen om een mooi of indringend verhaal te schrijven. Daardoor raakte ik uiteindelijk in een schrijfblok dat een jaar of vijf duurde.

Zoals gezegd begon ik daarna drie jaar geleden met korte verhalen die qua omvang binnen een blog passen. Voor de Fantasy geldt dat niet, je past geen 350 pagina’s verhaal in hapklare brokken van een pagina of drie per keer op een blog.

Ook die verhalen verstopten zich in een folder op mijn harddrive, de maker, de schrijver, wilde ze niet laten zien behalve misschien aan een paar vertrouwelingen. Een heel enkel verhaal ontsnapte aan dat lot en raakte gebundeld, de meesten kwamen niet zo ver. Niet goed genoeg, niet flitsend genoeg voor een snel lezerspubliek, stijlsporen van de vorige eeuw, te veel verteld en te weinig getoond, of misschien wel dodelijk saai, net zoals ikzelf soms. 😉 Ik leid nu eenmaal geen jetset leven te midden van heftig vrouwelijk schoon en glanzende Maserati’s en verbeeld in mijn verhalen meestal heftigere avonturen dan in mijn levenswandel van alledag.

Wat doe je met een folder vol verhalen? Net zo’n vraag als wat je doet met een zolder vol modelvliegtuigjes. Modelbouwers lopen shows af, doen mee aan wedstrijden voor het mooiste model, of starten een eigen expositie.

Verhalen moet je niet in een folder stoppen. Die moeten vrij zijn, kunnen vliegen. Al was het maar in een onbewoonde streek op Internet waar je soms tegen verrassingen aan loopt. Ik zie competitie op die vlucht (wedstrijden en uitgeverijen) niet zo zitten, daarin loopt zo veel rond dat de kans klein is. Dus besloot ik er een eigen expositie van te maken, om mijn verhalen zonder winstoogmerk te laten uitvliegen met behoud van auteursrechten, gewoon voor de toevallige voorbijganger op het web, 😉 soms misschien met enige aansporing, want ik noem de blog regelmatig op Facebook. En dan maar op z’n Twents Kiek’n wat ’t wordt.

Waarom niet? Het is voor de verhalen veel beter dan versloffen in een hoekje. Zo werd dit blog een verlengstuk van de DOS Amigos Homepage, een site die ik al 20 jaar onderhoud en waarop ik bladmuziek voor de klassieke gitaar deel.

De blog zelf werd ook een drang om te delen, gewoon om het delen zelf. De kans dat iemand het toevallig tegenkomt. De blog is inmiddels zelfstandig geworden en in omvang toegenomen…

Honderd afleveringen. Daar sta ik even bij stil. Ik had niet gedacht dat ik nog zo veel materiaal had… Wees gerust, er komt nog meer…

Veel verhalen krijgen op de blog een stukje muziek mee dat er naar mijn idee bij past als achtergrondmuziek en soms ook als tweede stem voor het verhaal. Het was zoeken om een geschikt stuk muziek bij deze aflevering te vinden.

Ik kwam uiteindelijk dit nummer van Loreena McKennitt tegen. Een weemoedig nummer met een nostalgie die in veel verhalen die ik de afgelopen drie jaar schreef terugkomt. Of zou het ook een beetje weemoed zijn richting het schrijfproces in die tijd? In ieder geval is het een kleine hommage richting de hulp die ik toen kreeg om mijn schrijven weer op de rit te zetten.

😉 Of die nostalgie me uiteindelijk blokkeert? Dat weten we na de volgende 100 afleveringen.

2 gedachten over “De Honderdste!”

  1. Hoi Mark,

    Hee, de honderste, dat is meer dan leuk omdat er een heel proces van niet meer durven schrijven, weer beginnen en vooral jouw verhalen laten zien aan voorafgaat. Of de nostalgie je gaat blokkeren? Dat is een keuze die bij jou ligt. Je hebt veel verhalen in je, dus wat dat betreft is er altijd een verhaal dat vraagt om geschreven te worden. Je hebt ook de fantasie om een verhaal te zien in een toevallige gebeurtenis.
    Overigens, hele passende muziek en de quote van de Moody Blues past ook. Vooral de zin: An age ago my maker was refusing me the pleasure of the view. Dat uitzicht is er nu (schreef ze glimlachend, terugdenkend aan drie jaar geleden). 😉

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven