Facebook Paniek

Vooraf…

Het verschijnsel schrijfwedstrijd was mij onbekend totdat ik in het korte verhalen circuit belandde na een schrijfblokkade van een aantal jaren. Ik ontmoette een mede-schrijfster die zich in dat genre ontwikkelde en daardoor geïnspireerd deed ik ook een gooi. Het resultaat vind je in dit blog.

De uitgeverij Godijn Publishing uit Hoorn organiseert regelmatig schrijfwedstrijden voor korte verhalen (3000 woorden) met als prijs een publicatie in een bundel met een bepaald thema. Deelname is gratis, maar je moet wel een jury van je verhaal weten te overtuigen.

Daarnaast heeft Godijn ook projecten waarbij je met je verhaal intekent op een bundel korte verhalen, eveneens met een bepaald thema. Als het verhaal geschikt wordt bevonden, betaal je een aantal redactieslagen voor de uiteindelijke publicatie, een soort schrijver-gefinancierd publiceren dus. Met als voordeel dat je jezelf niet hoeft bezig te houden met productie en promotie, met misschien als nadeel dat je een van de twintig auteurs van de bundel bent.

We besloten in 2017 om samen mee te doen aan de wedstrijd Influisteraar van Godijn waarvoor je een verhaal moest schrijven over inspiratie en de hinderpalen die je daarbij tegenkwam. Daartoe namen we elk een van de hoofdpersonen van een gemeenschappelijk verhaal als uitgangspunt, met als resultaat twee gezichtspunten. Ik beschreef Patrick, zij deed het verhaal van Brigid. Ondertussen bekeken we elkaars verhalen in een aantal slagen op inhoud en consistentie.

We haalden warempel allebei de longlist, maar werden uiteindelijk geen van beiden geplaatst (wat maar goed is ook met een gemeenschappelijk verhaal).

Mijn kant van het verhaal gaat in de context van het geheel over de interpretatie van levenstekenen op Social Media. Vandaar de naam.

Old Friends van Paul Simon, gespeeld door Manuel Barrueco op klassieke gitaar op het album Sometime Ago

Facebook Paniek

Luisterend… Hoor mijn zang in de wind…

Patrick schrikt wakker. De fluistering vlucht uit zijn bewustzijn voor de lichtstraal door de gordijnen. Hij tast naast zich. Zijn hand verkrampt als de werkelijkheid tot hem doordringt.

Leeg… Evie is weg…

Met een half oog kijkt hij over het bed. Kwart over zeven op de wekker aan de andere kant. Het bed is nu te groot voor hem, hij mist het kuiltje dat ze maakte in de matras, met nog vaag haar geur en warmte die ze achterliet als ze al was opgestaan voordat hij uit bed kwam.

Als ik met haar zo vrij had durven te praten als ik schrijf…

Hij herinnert zich opeens de fluistering, een zacht voorgelezen verhaal in zijn geest. De stem van een andere vrouw. Twinkeling in de ogen, schittering op een paar grote oorbellen die dansen op de woorden van inspiratie. De halfslaap is vruchtbaar, als je tenminste op tijd opstaat om de woorden op papier tot rust te brengen.

Op mijn scherm, corrigeert hij zich, handschrijven doe ik al jaren niet meer.

Vijf en dertig jaar Technisch Auteur. Dat is zijn beroep. Broodschrijver in dienst van de technologische realiteit waar fantasie verboden is en alleen absolute waarheid telt…

Fantasie en fictie, da’s voor mijn vrijetijd…

Vandaag is de organisatie in de huiskamer redelijk, alhoewel Evie er veel beter in was om gezelligheid uit zijn chaos te scheppen. Een Spaanse gitaar op een standaard in de hoek, haar koffer tegen de muur, een warrelig stapeltje noten op papier. Opengeslagen muziek op de lessenaar, titels in muzikale geheimtaal reflecteren zijn stemmingen.

Gitaarspelen strijdt bij hem om de hegemonie met schrijven. Nee, dat is fout uitgedrukt, hij doet het allebei graag, ook al schrijft hij al veel langer dan dat hij gitaar speelt. Zijn schrijfdomein bezet een andere hoek van de kamer, computer met beeldscherm en printer en een boekenkast met een chaotische stapel uitdraaien van concepten.

Ik maak nooit eens iets af… het blijft allemaal binnenskamers…

Schrijven was ooit zijn vluchtplaats waar niemand mocht komen. Alleen daar kon hij uiten wat hij niet durfde te zeggen. Wat hij niet durfde te delen met wie dan ook. Waar hij veilig was voor priemende blikken, strenge kritiek, afwijzing en straf.

Herinnering. “Je liegt! Ik kan het aan je zien! Je bent niet te vertrouwen!” Ze haalt uit. Zijn wang tintelt, een piep snerpt in zijn oor. “Maar waarom lie..?” “Waarom?” een ziedende blik, “stom joch! Omdat ik dat zeg!”

Patrick zucht. Toen begon ik mijn eigen waarheid op te schrijven…

Die vluchtplaats is nu zijn valkuil geworden. Een schrijver heeft immers een lezer nodig net zoals een reiziger water nodig heeft om te overleven in de woestijn. Een respons, zelfs als er geen woorden aan te pas komen. Niks zo weinig inspirerend als de echo van je eigen stem in je geest met de wetenschap dat jij de enige lezer bent. Je zult uit de loopgraven moeten komen, niemandsland passeren en de wereld in moeten trekken. In zijn vluchtplaats durfde hij dat niet, daar was de echo hem voldoende.

Dat is nu veranderd…

Patrick zet de computer aan, hij wil de fluistering vangen voordat zij vervliegt.

Ook Facebook maar even opstarten.

De Startpagina springt tevoorschijn. Vrolijke profielfoto, niet gek voor een a-fotogeniek figuur als hij. Dezelfde als op zijn datingsite profiel. Niet dat die hem veel hielp trouwens.

Ik merk steeds meer dat Evie onvervangbaar is…

De gedachte doet pijn. Iedere keer weer. Geïrriteerd en verward komt hij overeind en ploft neer op de bank. Zijn hand tast onwillekeurig naar de plek waar ze naast elkaar zaten, waar hij zijn werk aan haar voorlas en zij met haar hoofd tegen zijn schouder luisterde, verdiept in het verhaal en wat ze tussen de regels en onder de oppervlakte ontwaarde. Waar ze vertelde wat ze mooi vond en waar ze in zijn zinnen adem gemist had en daarmee zijn stem hielp om kracht te krijgen.

Zijn vingers krampen om vast te klampen, maar hij verliest de grip op zijn houvast, met een scherpe pijn van verlies tuimelt hij in de leegte van angst voor eenzaamheid. Hij had geen woorden voor háár gehad.

“Ik ben verdomme je Lief en niet je moeder!” herinnert hij zich een ruzie met haar, “zeg dan tenminste wat je op je hart hebt zonder altijd weer te vluchten in stilte, alsof je bang bent een draai om je oren te krijgen als je ook maar iets zegt! Ik bijt jou niet zoals zij dat deed! Laat dat nu eindelijk achter je! Word eens volwassen! Je hoeft niet in de verdediging voor mij. Ik wil me niet steeds als jouw aanvaller moeten voelen!”

Patrick schudt de sombere nostalgie van zich af. Terug naar Facebook. 320 vrienden, waarvan meer dan tweehonderd per ongeluk gelikete commerciële instellingen, 40 onbekenden die door zijn slordige reactie op vriendschapsverzoeken in zijn leven meekijken, een paar losse collega’s en familieleden… en Brigid.

De Messenger is zijn doel. Daar staan de Facebook vrienden die dat in het echte leven ook zouden kunnen zijn. Het meest frequente contact staat bovenaan. Eigenlijk maar eentje. Hij is de laatste tijd zo verdomd goed in vrienden verliezen.

Resoluut klikt hij zijn tekstverwerker open. Hij bladert door de folders met schrijfwerk. Een groot aantal bestanden stamt van na april.

Zeventien verhalen en tien recensies in drie maanden… ik loop wel erg hard van stapel, maar ze trekt het gewoon uit me…

Wat hij verder nog tegenkomt, is voor het laatst bewerkt en opgeslagen voor December 2011.

Vijf jaar Writer’s Block, de fut was er toen opeens compleet uit

Tot vijf maanden terug….

Wat een toevallige ontmoeting al niet brengt…

Gitaarfestival. Oogopslag. Soms is aankijken al ontmoeten. Herkennen misschien? Nee, dat kon immers niet, ze hadden elkaar nog nooit gezien. Of wel? Raakvlakken genoeg, het waren er te veel voor zuiver toeval, ze deelden gitaar, schrijfblok, het avontuur in een verre wereld en daarnaast ook –in een dans tussen spontaniteit en behoedzaamheid- hun kwetsbaarheid. Met als afscheid na drie dagen een omhelzing, een briefje met de wederzijdse emailadressen op zak en de belofte haar verhalen te lezen en recenseren.

Zo begon zijn verhaal met Brigid en de ontsnapping uit zijn vluchtplaats.

Haar verhalen riepen spontaan de zijne op. Bij mijn eerste verhaal had ik wel koudwatervrees…

Hij opent dat verhaal. Zijn herinnering smelt samen met de tekst: “Zij. Rijzig. Sprekende donkere ogen. Ze stralen al een lach voordat haar mondhoeken hem bevestigen. Een plukje haar kiest parmantig een andere richting, een paar grote oorbellen cirkelen zilver met die beweging mee.”

Ik was onzeker hoe zij mijn schildering van haar zou opvatten.

Die vrees was snel voorbij omdat ze allebei deelden. Wederzijdse inspiratie. Wederkerigheid, essentieel om een contact gaande te houden, anders bloedt het dood. Ze overwonnen allebei hun bewustzijn van kwetsbaarheid. Ze deelden hun verhalen die jarenlang zwervende gevoelens in woorden omzetten en vertelden elkaar zo hun geschiedenis en wie ze geworden waren.

Heel apart, je zag elkaar niet in de ogen, maar er groeide toch vriendschap. Zonder non-verbale communicatie, zonder een blik of oogopslag, of een vriendelijke aanraking, nee, slechts met letterlijk, figuurlijk en tussen de regels schrijven.

Bij tijd en wijle vormden haar letters woorden die uitvloeiden in een impressie die contact maakte met zijn verdediging en die zij tot zijn verbazing heel simpel en zelfs zonder pijn opzijzette. Waardoor hij ontroerd werd, een verrassend gevoel van warmte, een contact, letterlijk samen voelen. Zij had het beeld gemaakt, hij begreep wat haar dreef en wat ze wilde zeggen. Samenvallen van intentie en interpretatie.

Ze wist me te raken. Verwondering zonder verwonding. Ik stond verbaasd dat ze dat deed en dat ik dat liet gebeuren.

Patrick maakt in gedachten de ontmoeting nog eens mee en herinnert zich hun gesprekken, de sfeer, de muziek en het geroezemoes er omheen. Het leek nog maar gisteren!

Hij bestudeert de chatstatus in Facebook. Groene bolletjes –Online– of grijs met de tijd van de laatste login. Brigid staat er ook tussen. Soms klikt hij op haar Avatar voor een online praatje. Zij is er altijd. Dag en nacht. Hij glimlacht.

Volgens mij slaapt ze met dat ding onder haar kussen…

Eeuwig ingelogd. Hij stelt zich haar voor, sluimerend met van tijd tot tijd een streling over het glas om de Smartphone uit de slaap te houden.

Ze is er vroeg bij… even goede morgen zeggen.

“Hee, online, heb je ook zin in een lange vrije dag?” <Enter>, berichtje op weg.

Haar Avatar flitst. Gelezen… Het groene bolletje wordt grijs. Off-line.

Tja, misschien is het ook wel erg vroeg. O ja, het is zaterdag, ik weet het. Sorry, hoor!

Hij klikt Word open en begint te typen. Woord voor woord. Gaandeweg in een stille onrust, want hij is de fluistering kwijt. Gefrustreerd klikt hij terug naar Facebook. Niet geheel onwillekeurig bekijkt hij Brigid’s chatstatus.

20 m geleden actief…

De status verdwijnt plotseling helemaal. Niets dan blanco achter haar levensteken.

Mmmm… raar!

Dat is iets nieuws, het was hem nog nooit eerder opgevallen. Normaal verdween die status pas na 24 uur. Zij was veel meer online dan hij.

Eens kijken wat de Help daarover vertelt…

De Onlinehelpfunctie tovert hem een uitgebreid verhaal voor over blokken en ontvrienden plus alle procedures om dit selectief en onopgemerkt uit te voeren. Het bloed stijgt hem naar zijn hoofd.

Bewuste actie? Waarom schakelt ze haar levensteken compleet uit?

Een angstige gedachte vliegt als een klein maar vervelend rondcirkelend insect door zijn hoofd en nestelt zich geluidloos in een donker hoekje van zijn bewustzijn. Nestelen is al genoeg, de kriebelende pootjes brengen hem een vaag maar zeer duidelijk gevoel van verontrusting.

Onzin, ze zal de telefoon hebben uitgezet…

Hij negeert het kriebelen, keert terug naar zijn concept en begint met nadruk te typen. Zijn aandacht komt echter niet mee.

Ik heb al vier weken niks meer van haar gehoord, en nu opeens die lege chatstatus…

Was ze misschien kwaad, of zweeg ze woedend om iets? Had hij ergens te veel over doorgedraafd? Iets verkeerds geschreven? Te veel huiswerk met zijn verhalen? Was ze daarom bewust afwezig voor hem? Patrick komt er niet uit. Hij krijgt het er benauwd van. Paniek! De angst voor verlies grijpt hem bij de keel.

Een Internetcontact is wel een erg dun draadje…

Geen van beiden hadden ze een fysiek adres van elkaar. Als je elkaar brieven schrijft, heb je tenminste nog een adres waar je naartoe kan gaan als het nodig is. In het virtuele domein van het Internet is dat onmogelijk, het zou zoeken naar een naald in een hooiberg worden, met een kans op succes die nog minder is dan de waarschijnlijkheid van hun ontmoeting van vorig jaar. Ergens beangstigt hem dat.

Brigid gelooft niet in statistiek, wel in voorbestemming, herinnert hij zich, moet ik niet gewoon vertrouwen hebben? Dat het universum ook weleens knipoogt naar me?

Vertrouwen, dat is nou net erg moeilijk voor hem in deze situatie, juist omdat het contact zo broos is. Onzekerheid is zo’n verrekt slechte partner voor geduld en vertrouwen. Waarom is hij onzeker en bang voor verlies? Slechte herinneringen? Slecht geweten? Kosmisch complot denken? Waarom heeft hij steeds meer tijd nodig voor vertrouwen?

Ervaring maakt je trager, vertrouwen heeft dan langer tijd nodig…

Hoe lang was het geleden dat hij nog spontaan en direct geloofde in een geschenk van het toeval, in de goede bedoelingen van de kosmos? Dat hij er volledig in ging zonder de beperkende gedachte van stel dat…? Dat hij zich overgaf in vertrouwen?

Hij schudt zijn hoofd. Hij weet het niet meer. Wat zou hij dat vertrouwen graag terug hebben! Hij denkt eraan hoe hun vriendschap in het afgelopen jaar is gegroeid.

Ik ben angstig, stelt hij vast, omdat ik me realiseer wat ze voor me betekent… ik weet wat ik niet kwijt wil raken.

Patrick klikt het emailprogramma open en inspecteert haar laatste mail.

Ik wilde een verhaal schrijven zoals jij gedaan hebt, over onze ontmoeting. Maar ik kan nu al niet meer terughalen hoe het was om onbekend te zijn en niets van elkaar te weten, zonder me bewust te zijn van onze betekenis voor elkaar. Om die herkenning te omschrijven, nog zonder te weten wie we zijn of misschien voor elkaar ooit waren. Bij het schrijven werd het daarom zo klinisch als wat. Maar ach, in de mails hebben we in die paar maanden al veel uitgewisseld: ik vind onze ontmoeting leuk en speciaal: kan ik dan nu al zeggen dat we bevriend zijn?

Bevriend… Hoe had die vraag ook alweer beantwoord? Hij leest het na in zijn eigen Sent-box.

Mmm… Misschien was mijn antwoord onvolledig…

Hij leest nog een keer. Bloed stijgt naar zijn hoofd. Wat een vage kwinkslag!

“Onze mails zijn in ieder geval vriendelijk ;-)”

Dat slaat toch nergens op bij zo’n vraag! Waarom op die manier? Ja, hij was verbluft. Verrast verward dat hij zo snel al een onverwachte hartverwarmende schittering van nieuwe vriendschap had gevonden. Hoe vind je daar zo snel woorden voor?

Mijn oude fout, ik antwoord, maar verlies uit het oog dat het eigenlijk een wedervraag is. Zou dat de reden zijn dat ze…?

Hij haalt Facebook terug. Een klik roept de Messenger op, met een resoluut gebaar kiest hij haar Avatar. Geen chatstatus.

Hij verbaast zich over de betekenis die haar levensteken plotseling had gekregen. Of liever gezegd wat het je meende te vertellen als het er niet meer was. Omstandigheden of bewust handelen? Misschien blokte ze hem nu wel, wie zou het zeggen?

Nee, zo zit ze niet in elkaar, hoopt hij, echte vriendschap laat altijd ruimte, ook als je elkaar gekwetst hebt.

Wat moest hij nu doen? Wat ging hij schrijven? Werd het vluchten voor angst of vechten om te behouden? Wat zou je schrijven als je nog één enkele kans had om iets tegen de ander te zeggen? Om in een paar onvolkomen zinnen te formuleren welke plaats die ander in je leven inneemt?

Wat hij bij Evie had moeten doen?

Haar betekenis voor me Va Banque!

Zijn vingers vinden de toetsen.

Hallo Brigid!

De gewone intro. Patrick aarzelt. Dit is niet wat hij vanuit zijn hart wil zeggen.

“Wees eens duidelijk”, schreeuwt Evie hem toe, “kom uit die verdomde loopgraven van je! Je zit zo diep weggestopt dat je mijn witte vlag niet eens kunt zien!”

Hij haalt diep adem. Ze had gelijk toen. Ik moet daar uit. Dit is zo’n moment. Ik ben háár al kwijt. Als nu ook nog mijn Muze die kant op gaat, wat is het leven dan nog?

Zijn vingers volgen prompt zijn gedachten en vinden de juiste letters.

Lieve Brigid!

Verbaas je niet over de aanhef. Misschien wek ik nu een verkeerde indruk bij je. Maar ja, bij een laatste kans… vrees ik… (neem me niet kwalijk dat ik bang ben) is het urgent dat ik duidelijk ben. Nee, wees niet bang, ik haal niks door elkaar.

Ik was overdonderd door je opmerking in je laatste mail, ik wist echt niet wat ik moest antwoorden, met die vraag stak je een hand naar me uit. Ik was vergeten hoe dat voelt, vrienden worden, zo snel al een verbondenheid ervaren. Teveel verlies gehad de laatste tijd, dat maakt je voorzichtig en bijna angstig om iets aan te gaan dat je toch weer kwijtraakt.

Ik heb wat gezegd, maar eigenlijk was ik onvolledig, bijna bot, bedenk ik me nu. Alleen via-via ‘Ja’ zeggen is niet voldoende, ik had ook jouw betekenis voor mijzelf moeten verwoorden. Stom dat ik daarmee pas kom als ik vrees dat het over en uit is tussen ons. Vat het niet op als wantrouwen richting jouzelf, het is gewoon een existentiële angst van me dat alles vluchtig is en je ontglipt voor je het in de gaten hebt. In dit geval wil ik dat echt helemaal niet. Ik zal nu proberen vollediger te zijn.

Je houdt op het moment mijn schrijverschap in leven dat voordien zo goed als dood was. Daar ben ik je dankbaar voor. Maar voel dat alsjeblieft niet als verplichting. Een muze kan inspireren, maar de artiest moet het zelf willen uitwerken. Ik hoop dat je daar wat mij betreft ook zo over denkt. En me vergeeft als ik ongeduldig overkom met de recensies of je veel te veel materiaal als huiswerk opstuur.

Je geeft me een klankbord om via de verhalen iets met gevoelens te doen die al jaren in me rondzwerven en waar ik nooit aandacht aan durfde te besteden. Dat is soms moeilijk, soms afschrikwekkend, maar vaak ook heilzaam. Eigenlijk op den duur altijd heilzaam. Het brengt me vaak in verwarring, maar het laat ook zaken bezinken die al lang in de stroom ronddreven op zoek naar rust.

Je laat me zien dat kwetsbaarheid bij vriendschap hoort en je daarvoor niet bang hoeft te zijn. Dat kwetsuren niet alleen kunnen breken, maar ook maken. Dat je jezelf tegen elkaar gewoon uit mag spreken zonder blokkades, zonder behoedzaamheid, gewoon in vertrouwen dat je het goed met elkaar voor hebt. Het is raar, maar daardoor kom ik die blokkades soms ook tegen. Je biedt me gelegenheid om ze af te breken zonder gevaar voor eigen leven. Dank je daarvoor.

Je geeft me nu de notie dat vriendschap iets is waar je voor mag vechten in plaats van alleen maar bang te zijn om die te verliezen en te verstijven in angst… Daarom schrijf ik dit. Misschien wat chaotisch, maar ja, het is eerlijk bedoeld.

Ik hoop dat dit niet het laatste is dat ik aan je kan schrijven.

Groetjes,

Patrick.

Hij slaat de Entertoets aan. Bericht op weg…

Wordt vervolgd, denkt hij, hoop ikecht met heel mijn hart… Een open eind zou voor dit verhaal verschrikkelijk zijn.

2 gedachten over “Facebook Paniek”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven