Muziek: Inluencer van de rapper Rob Black. Opgepast, hier en daar wat urban language in het Nederlands.
“Jean, dat is eeuwen geleden!”
De aangesprokene ontwaakt uit zijn Smartphoneglaslethargie, kijkt op en werpt een blik van verbazing. Een snelle beweging voorkomt dat zijn pilsje van de bar duikelt. De barman lijkt opgelucht, scherven kosten tegenwoordig meer geld dan ze aan geluk opbrengen.
“Jacques!” hij legt zijn Smartphone neer, “zijn we werkelijk zo veel ouder geworden?”
Jacques schudt Jean de hand: “Kom nou. Je bent geen spat veranderd. De grimeur had nooit werk aan jou. Alles nog steeds strak in het vel.”
“Mmmm, een enkele grijze haar komt er wel aan.”
“Van de zorgen? Hoe kan dat nu met zo’n baan? Je bent bekend als de bonte hond. Jij bent nooit alleen op straat.”
“De Hond was niet meer zo lovend over mij na de laatste populariteitsstatistieken.”
“Daar snap ik niks van, je zat gebeiteld, joh!” Jean gebaart de barman: “Twee mixen Shambala!”
De barkeeper wijst onder de tap: “Eigenlijk mag ik het niet verkopen. Het verruimt de geest te veel, zegt men. Dat is slecht voor de publieke opinie en de volgzaamheid van de massa.”
Jacques klopt Jean op zijn schouder: “Precies wat we nodig hebben!”
Hij kijkt zijn makker na de eerste slokken eens goed aan: “Je zit ergens mee, he?”
Jean knikt: “Wanneer heb je mij voor het laatst op de buis gezien?”
“Mmmm… Ik heb de laatste tijd niet zoveel tv gekeken. Druk met mijn website. Je kwam zo vaak op de buis, ik keek er een beetje overheen. Was het vorig jaar?”
“Voor het laatst bij Op1 eind November. Ik was toen nog Influencer met een C.”
“Terecht, toch? Meest populaire kookprogramma, iedere dag op de buis, vijf miljoen volgers op Facebook. Je moest haast gemaskerd over straat als je de bus wilde halen. Je werd achtervolgd voor handtekening en recepten.”
“Ja, dat was heerlijk. Je wordt niet zomaar Influencer. Het is een geweldig gevoel, dat je iets in de wereld betekent, dat jouw leven ertoe doet, dat je navolging verdient. In November dacht ik nog dat het altijd door zou gaan. Het zag er zo goed uit. Door die lockdown kookte iedereen thuis. Die fanmail, heerlijk. Al die volgers en die likes, zo verslavend. Mijn kookboek doet het geweldig in de boekwinkels. Bestseller!”
“Wat deed je dan bij Op1? Ik herinner me hun reclame dat ze een wisselende signatuur hebben, waarin duiding van actualiteit en reflectie op de waan van de dag een belangrijke plaats innemen. Serieus hoor! Wat doet een kookshow in de actualiteit?”
“Ach ja, ze vroegen me. Ik was zo bekend, dat ze blijkbaar dachten dat ik iets te vertellen had.”
“Had je dat?”
Jean trekt een schuldbewust gezicht: “Zij kwamen met het onderwerp. In een briefing schreven ze me voor wat ik te vertellen had. Er kwam geen koken aan te pas. Alleen voorgekookte meningen. Laf en kapot gestoomd, niet eens al dente.”
Jaques neemt nog een slok: “Dat heb ik gemerkt. Dat was niet weg te kauwen. Je maakte toen reclame voor een jaarlijkse boosterprik met dat knappe snoetje van je. Het leek alsof je een recept voor de eeuwige jeugd aan het aanprijzen was,” hij lacht, “dat maakte vast wel indruk op huishoudend Nederland. De presentator van een dagelijks receptenprogramma voor verantwoord en gezond koken weet precies hoe je in topconditie moet blijven tegen alle kwade virussen. Voelde je jezelf niet bezwaard?”
Jean gromt: “Nee, eerst niet. Het brengt goed geld op, de overheid subsidieert Influencers en mijn restaurant loopt niet zo goed, dat ik geen appeltje voor de dorst kan gebruiken. Influencers zijn zeer belangrijk om mensen te bereiken die het nieuws en de serieuze media niet bekijken,” aarzelend, “zeiden ze.”
“Ja, je bent bijna twee jaar dicht geweest, maat,” geeft Jacques toe, “het is maar goed dat je op tv het koken kon blijven oefenen. Maar… ben je sinds die uitzending niet meer op tv geweest? Ook niet met je eigen show?”
“Ik kreeg griep een week voor de Kerst.”
“Ach, corona?”
“Nee, gewoon griep. Influenza.”
“Oh. En dat vonden ze niet zo leuk? Een kookgoeroe die gezondheid en boosters verkoopt wordt ziek van iets anders dan de mainstream-disease?”
Jean knikt mistroostig: “De kijkcijfers daalden direct. De boekenverkoop ook.”
“Ha, wat een humor,” Jacques wrijft door zijn haar, “dus je werd van Influencer met hoofdletter C opeens Influenzer met hoofdletter Z. Da’s toch mooi! Kun je een andere markt verkennen.”
“Had gekund. Hoofdletter Z, da’s nou net het probleem.”
“Hoezo, dan? Je ziet er nog steeds hetzelfde uit. Je grapjes zijn niet veranderd. Je voorkeuren ook niet. Zelfs de politieke niet. Dat zou toch vertrouwen moeten wekken.”
“De actualiteit is veranderd. Corona is uit, Influenza bestaat niet meer, Oekraïne is in.”
“Mensen moeten toch nog steeds eten?”
“Het komt door die Z. Russisch overwinningssymbool. De letter is besmet.”
“Doe creatief dan. Bijt je niet vast op een C of Z. Het alfabet heeft 26 letters!”
“InfluenYer?” probeert Jean, “nee, dat klinkt niet. Dan lijkt het net alsof je genaaid wordt.”
“Volgende letter!”
Jean trekt een wenkbrauw op: “InfluenXer, misschien?”
“Dat is hem, joh! Lekker mysterieus, goede X-factor. Dat vreten de mensen.”
“Hmmm… Ik kook toch liever iets met meer vitaminen.”