Vooraf…
Sinds jaar en dag is Oudjaar de gelegenheid om het jaar knallend uit te luiden. In mijn jonge jaren (de jaren zestig) was dat een bescheiden gebeuren, waarbij donderslagen en voetzoekers zo’n beetje de zwaarste explosieven waren, het traditionele carbidschieten daargelaten. Naarmate de economie groeide werden ook de explosieven zwaarder, zodat je nu moet vrezen om een Cobra naar je hoofd geslingerd te krijgen die met gemak de schedel van je romp afblaast als je pech hebt.
Ikzelf ben geen vuurwerkliefhebber, reeds in mijn jeugd zat de vrees er door een ongelukje met een vuurpijl diep in. Ik geef er dus geen cent aan uit. Als ik echter zie hoeveel onze vuurwerkliefhebbers spenderen en waaraan ze hun geld uitgeven, rijzen me de haren te berge. Het is niet verbazingwekkend dat het aantal ongelukken en letsels bij zowel de vuurwerkers als de ongelukkige omstanders steeds verder toeneemt bij het soort explosieven dat tegenwoordig op de vrije markt verkrijgbaar is.
Dit verhaal toont redelijk subtiel dat iets zo verkeerd af kan lopen, dat je je leven een totaal onverwachte koers moet geven, als je daar tenminste de gelegenheid voor krijgt.
Dus mijn dringende oproep aan alle vuurwerkfanaten: Realiseer je jezelf waar je mee bezig bent en wat voor schade je jezelf en anderen kunt berokkenen. Er gaat te veel mis met dit soort zaken om dat onder de noemer “onbezonnen gedrag” te schuiven.
Ik weet het: Een verbod gaat onze vrijheidminnende natie niet helpen. Bewustzijn en empathisch gedrag wel.
Phineas Newborn, Blues for the Left Hand Only
Linkshandig
Glazen rinkelen, het bier klokt in het glas, in de hoek klinkt een oude mop die het na jaren nog steeds doet. Een vuist op tafel benadrukt een triomfantelijk: “Troef!” Buiten doen lichtflitsen en knallen denken aan zowel bezetting als bevrijding. Een nummer uit de hoogste regionen van de Top 2000 brengt nostalgie:
He says,
“Son, can you play me a memory,
I’m not really sure how it goes
But it’s sad and it’s sweet and I knew it complete
When I wore a younger man’s clothes”.
“Hee Sjonnie, Jezus, dat is lang geleden!”
Een bebaarde man in houtje-touwtje jas zet zijn gitaarkoffer tegen de bar en slaat Richard op zijn schouder.
“Allemachtig, jij bent het, Sjonnie the Plucker! Ik ken je bijna niet terug. Hoe gaat het, man?”
“Gezond en wel, gelukkig maar.” Hij ploft op de barkruk en maakt een gebaar: “Twee pilsjes feest voor ons!” De barman knikt en tapt.
“Ben je nog met Angelina?” vraagt Richard voorzichtig.
“Zij zal altijd mijn jeugdliefde blijven,” Sjonnie glimlacht weemoedig, “maar volwassenheid was een beetje te veel voor ons.”
“Jullie waren onafscheidelijk in de laatste klas. Mens wat hebben we toen wat beleefd! Weet je nog van onze oudjaarstochtjes twaalf jaar geleden?”
Een lach: “Ja, wie kocht er altijd de grootste knallers?”
“Krantenwijkje, maat. Goudmijn voor fooien. Geld genoeg op het eind van het jaar.”
“Ja, weet je nog van die vuilcontainer? Woooow! Ik weet niet wat je allemaal aan elkaar geknoopt had, maar toen… gaaaaf!”
“En dan die bundel kanonslagen in de uitlaat van die Eend. Die wagen ging bijna vliegen, de hele straat stond vol rook!”
“Dat was nog eens vuurwerk!”
Richard maakt een gebaar naar de gitaarkoffer: “Zit je in de muziek, tegenwoordig?”
“Inderdaad. Conservatorium, een tijdje de wereld rond voor masterclasses, veel geleerd, veel gezien, ervaren waar het echt om gaat, liefde gevonden, verloren en herwonnen. Ik ben er gelukkig mee. My life is a stage.”
“Ja, op de middelbare school speelden we nog duo op gitaar. Jij baalde er altijd van dat je linkshandig was.”
Sjonnie zucht: “Dat kwam ook omdat ik me linkshandig voelde.” Hij ritst de koffer open en laat een goedgebouwde gitaar zien: “Tot iemand me vertelde dat je ook daarvoor een geschikte gitaar kunt kopen.”
“Geweldig, joh, wie had dat kunnen denken.”
“Ik niet. Maar jij, Richard, ben je nog verder gegaan met je chemiedoos?”
“Laboratoriumschool en daarna Medicijnen. Ik doe nu iets in de ontwikkeling van prothesen en biomechanica.”
“Mooi werk, joh. Als je ziet wat ze allemaal niet kunnen tegenwoordig. Maar toch, Medicijnen? Jij was toch bang voor bloed? Waarom ben je niet verder gegaan met Chemie?”
“Plotseling inzicht. Ik wist opeens wat ik met mijn skills moest gaan doen. Net zoiets als jij met de muziek.”
De barman schuift twee glazen naar voren: “Twee biertjes feest, heren.”
Beiden pakken hun glas en klinken: “Op ons weerzien!”
Sjonnie kijkt naar de glazen die hun contact hernieuwen: “Hee Richard, sinds wanneer ben jij linkshandig?”
“Sinds ik geen gitaar meer speel. Oudjaarsnacht tien jaar terug…”
Hij legt zijn rechterhand op de bar, duim, wijsvinger, verder stompjes: “Jij kunt linkshandig spelen. Zou jij me wat tips kunnen geven?”
Zo gaat dat soms, helaas.