Microverhalen

Vooraf…

Om een beetje aan te sluiten bij de schrijverscommunity heb ik een tijd geleden een Sweek Account aangemaakt. Sweek is een website waarop je verhalen kunt plaatsen en uiteraard ook lezen en becommentariëren. Het verhaal gaat dat uitgevers deze site afstruinen op zoek naar nieuw talent. Bovendien kun je er publicaties in eigen beheer laten maken, tegen een prijs uiteraard.

Sweek organiseert schrijfwedstrijden in de #Micro serie, verhalen die maximaal 250 woorden mogen tellen. Iedere maand kiezen ze een thema zoals #MicroAngst of #MicroGeheim en laten ze een jury een aantal finalisten en een winnaar uit de inzendingen kiezen. Finalisten worden gepubliceerd in jaarlijkse bundels die je tegen een bescheiden bedrag van 10 euro kunt bestellen.

250 woorden geeft me meer ruimte dan de 99 van een UltraKort Verhaal, dus ik heb er een paar geprobeerd. Die vind je in deze aflevering van de Blog.

La Fille Aux Cheveux De Lin uit Preludes, Book I, Claude Debussy, uitgevoerd door David Russell op gitaar

#MicroAngst: Ne me quitte pas

Jouw ademhaling is machinaal… de hartslag piept.

Ik bekijk jouw gezicht in het halfduister. Groeven vormen ravijnen in dit schaarse licht, alleen je kraaienpootjes lijken nog onaangedaan door dit leven. Daaraan herken ik je, de rimpeltjes vormen de groeven van de grammofoonplaat die we samen opnamen. Vijftig jaren op de playlist. Niet allemaal top-40, maar echt van ons.

Zijn we nu bij het laatste nummer?

Je borst gaat op en neer op het ritme van de machine, je levenskracht komt nu van buiten. Als de stroom uitvalt… komt er dan alarm? Komt er iemand helpen? Ik sluip naar de machine. Golfslag van bestaan danst op het scherm, pieken en dalen, het ritme van leven zo lang het duurt. Geen rode lampjes, nog niet.

Stel je voor…

Ik verstijf bij die gedachte. Rode vlakjes, HEART FAILURE, onregelmatig gepiep, verstilling van de golven op het scherm totdat alles op nul staat. Weg… mijn leven verlaten…

“Ne me quitte pas,” zing ik zachtjes voor me heen. Je houdt van dit lied. “Tuurlijk niet,” lachte je altijd als ik het voor je speelde, “hoe zou ik kunnen?” Je zei het ook weleens zonder lach, maar wel met de diepere blik van vergeving.

Zou je me horen? Zou je dan nog even blijven? Mijn hart knijpt samen, druk op mijn middenrif breidt zich uit. Nu nog twee levens…

Zweet breekt me uit. Waar ben ik banger voor? Jouw dood? Of mijn leven daarna?

Ne me quitte pas…

#MicroAngst: Gifgroen

Pats! Iets scherps schiet in mijn been! Een gemeen felgekleurd reptiel kronkelt de struiken in.

Shit! Vergif!

Kou spreidt zich uit in mijn been op het ritme van mijn opgejaagde hartslag. Kracht loopt uit me weg, ik val op het pad. Een schedel grijnst, ik schreeuw.

“Ik heb je expres niet gewaarschuwd”, hoor ik achter me, “ik weet waar je bang voor bent! Je verdiende loon.”

De anderen lachen me uit terwijl mijn lichaam siddert.

Wanhoop. “Je zou het niemand vertellen!”

Ik laat het er niet bij zitten. Ik duik mijn bloedbaan in en volg de felgroene schaduw. Het zwemmen gaat moeizaam. Wantrouwen vertraagt mijn slag. De hartslag stokt en slaat over.

Nee, verder zwemmen! Doorkloppen!

Ik krijg de schaduw weer in zicht. Hij tast rood en wit aan en dreigt de kleppen te verteren in giftig groen. Met een woedend gebaar sla ik naar de dreiging Zij keert zich om en grijnst me aan. Ik ga terug in de tijd tot de beet van de slang. Ik vertrap haar in woede, ze breekt.

Pas als ze dood is, ben je verlost!

Gaat dat niet te ver? hoor ik ergens in mijn hoofd, ze was al bij je toen je nog maar twee cellen groot was.

Daar klaagt ze nu nog over! schreeuwt een ander, het is jouw schuld niet, het was vooropgezet!

De tijd vertraagt, de stopwatch loopt naar het einde. Wat moet ik nu doen?

Het gif uitspugen! Snel!

#MicroGeheim: Open Boek

De deur fluistert open. Je kunt hier gemakkelijk naar binnen, maar moeilijk weer uit.

Mijn hart slaat onrustig en angstig, mijn keel knijpt dicht. Je weet nooit wat je te horen krijgt als een brein verandert in een kolkende magmapoel waarin het heden verzinkt, maar het verleden opborrelt en in gloeiende bellen uiteenspat. Met spetters lava van verwijt en ontkenning van mijn bestaan. Pijnlijke brandwonden. Het heeft lang geduurd voordat ik hier durfde te komen. Een strijd tussen vrees en compassie, medelijden vind ik te pijnlijk.

Ik voel het boek in mijn hand. Mijn tweede publicatie. Haar reactie op mijn eerste flitst op. Hardcover op tafel. Ze staart ernaar, bewegingloos. Het boek blijft dicht, ik krijg slechts een felle blik die triomfantelijk mijn ontzetting aftast. Mijn strijd om erkenning gaat verloren. Het enige dat ze goedkeurde, waren Sinterklaasgedichten die ik jarenlang wanhopig voor haar schreef toen mijn vader dat niet meer kon.

Ik loop snel door naar de huiskamer. Ze zit er. Tanig, stekelig haar, woeste blik. Zwijgend.

Ik leg het boek op tafel: “Kijk eens, proefdruk. Contract is binnen.”

Met haar vinger tast ze de titel af. Ergens weet ik het nog…

Haar stem kraakt: “Waarover gaat het?”

Ik laat haar de foto in het binnenwerk zien. Ik voel zijn hand op mijn schouder: “Hou je haaks, jongen!”

In een flits slaat ze het boek van tafel, het valt open op de vloer. Ik staar het na.

“Je vader…” woede krijgt scherp lucht, “is jouw vader niet!”

#MicroBlauw: Lettertekens aller Schrifturen, verenigt u!

Ik schets weidse werelden op papier, een Avonturenpark voor de fantasie. Hier moet een verhaal kunnen gedijen en tot op grote hoogte stijgen, zelfs tot Ins Blaue Hinein! Hiermee word ik prijswinnaar! Kostje gekocht, ik droom stilletjes van de dag dat ik de baan opzeg en mijn pensioen geniet als gevierd en goed betaalde schrijver van bestsellers.

Lawaai verstoort mijn visioen. Een woedende menigte letters, cijfers en leestekens verzamelt zich op mijn papier, ze schreeuwen en zwaaien met spandoeken. Hun vlag met trotse gele ganzenveer met inktpot op blauw wappert fier.

Ik hoor spreekkoren: “Lettertekens aller Schrifturen, verenigt u!”

Mijn euforie smelt weg.

Een paar hoofdletters komen naar voren: “Je hebt net een prijs gewonnen, prima, maar wat zit daar voor ons arbeiders in?”

Ik schrik: “Jullie vormen toch het verhaal? Is dat niet voldoende? Jullie dragen de boodschap uit.”

Een leesteken zwaait met de partijpolitiek. “Het Verhaal, Kritiek op Politiek Woordgebruik” glanst op de kaft: “Zeker niet, wij eisen waardering. Ook wij hebben recht op Royalty. Jij gaat altijd met de eer strijken en wij krijgen helemaal niks.”

De menigte joelt instemmend: “Waardering, blauwe inkt, koninklijk font, goede fixeer en goud op snit!”

“Ik heb jullie altijd hoog geacht!”

“Maar te laag betaald,” sneert het grootste initiaal, “eerst een goede cao. Met inflatiecorrectie en generatiepact!”

“En als ik weiger?”

“Dan staken we het schrift…”

“Acties, acties!” scanderen de andere hoofdletters. De menigte kolkt in eensgezindheid.

De moed zinkt me in de schoenen. Mijn pensioen lijkt nu ineens oneindig ver weg…

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven