Op de Vlucht, op de Fietse…

Muziek: Nostalgia Trails van het album Four September Suns van Tino Izzo

“Blijft Allen Thuis” is nog steeds het overheidelijk gebod in deze coronatijd. Dat wil zeggen dat je langer in huis bent en daardoor gevoeliger wordt voor hinder in de huiselijke omgeving. Dat vormt bijvoorbeeld met thuiswerken een duidelijk spanningsveld als je rust wordt verstoord, concentratie wordt dan moeilijk zo niet onmogelijk.

Het zit er dik in dat juist daardoor het klussen in de huiselijke omgeving al heel gauw overlast wordt, zeker als je zo’n buurtje in het blok hebt zitten die er alles aan doet om in aanmerking te komen voor assistentie van John Williams in Help, mijn man is klusser.

Deze buurman verderop begon al in januari met schuren en hield dat drie maanden vol. Een monotoon gejank dat regelmatig een slechte invloed had op mijn thuiswerkconcentratie. En het werd nog veel erger toen deze amateur met slecht gereedschap probeerde de badkamervloer eruit te bikken.

Bij een vrijstaand huis is dat geen probleem. Wij wonen echter in een blok rijtjeshuizen dat is geconstrueerd als prefab betonsysteembouw met niet akoestisch geïsoleerde plafonds en muren. Zodoende konden wij destijds de kinderen van de buurtjes twee huizen verderop midden in de nacht horen knikkeren als ze niet konden slapen. Je begrijpt wat er gebeurt als er een boorhamer in beeld komt.

Vanuit datzelfde huis worden we reeds drie weken lang dagelijks geterroriseerd met een oorverdovend geraas van een slecht functionerende boorhamer. Een professioneel bedrijf heeft zo’n vloer er in een dagje uit, als het meer dan drie weken moet duren, hebben we dus te maken met onnozele domme amateurs. In de overige vijf huizen van het blok kan geen mens elkaar meer verstaan en ook de overburen trekken al geïrriteerd hun wenkbrauwen op. De buurtdelegatie kreeg te horen dat het nog wel even zou duren.

Het effect van deze continue ongecontroleerde oorverdovende herrie is zeer ongezond: Schrik (je weet nooit wanneer het weer begint), hartkloppingen en ergernis die langzamerhand omslaat in pure agressie: Het buurtje wordt van medebewoner langzaam tot doodsvijand. Gek, je kent die mensen helemaal niet, wie weet zijn ze wel hartstikke aardig, maar die overlast laat elk gevoel voor relativiteit verdwijnen. Ik kreeg dan ook bloederige dromen waarin ik de aanstichters van deze herrie met een keukenmes op langzame en pijnlijke wijze om het leven bracht. Een verrassend beeld, want normaal gesproken doe ik geen vlieg kwaad. Of dit alarmerend is, moet de praktijk nog uitwijzen.

Mediteren en yoga helpen bij deze geluidsagressie niet, er rest ons slechts de vlucht. Coronamaatregelen of niet, daar heb ik dan mooi lak aan, want dit gaat om mijn gezondheid, ik ga naar buiten, punt uit. Ik voel geen schaamte meer dat ook door al die maatregelen mijn lontje korter is geworden en mijn tolerantie een stuk is gezakt.

Zo ook vandaag. Erna is weg met de auto en ik wil me net gaan vermaken op mijn seniorendag als het agressieve geraas weer begint. Na tien minuten tuiten mijn oren, dus rest me nog maar een enkel ding: Op de vlucht en bij gebrek aan auto wordt dat Op de Fietse.

Kortom: regenbroek, handschoenen, muts en een fles water in de tas en wegwezen. Pas twee straten verderop is het geraas nauwelijks meer te horen. Daar kom ik de directe buren van de klussers tegen. De dochter des huizes studeert nog, maar met die herrie komen on-line colleges niet echt over. Ze hebben hun hond bij zich, die van het geluid steeds over de toeren raakt. Er blijkt wel iets te onderhandelen over de aanvangstijden van het boorterrorisme, maar gestopt wordt er niet, want er zit een deadline aan vast. Komende maandag komt de installateur leidingen leggen. Wat zou die weer aan overlast meebrengen? Nou ja, in ieder geval een profi, die de klus zo snel mogelijk wil klaren!

Mijn hartslag kalmeert weer een beetje als ik de wijk uit rij. Hengelo heeft een mooi buitengebied. Tenminste als de plannen om de hele stad met zonnepanelenvelden te omringen niet doorgaan.

Dat is het rare met milieu, om met de klimaatgekkies-meute aangevoerd door ene Greta Thunberg in de pas te lopen qua stikstof en CO2, wordt het leefmilieu opgeofferd. Tja, iedereen, klimaatgekkies incluis, moeten natuurlijk wel de beschikking houden over Smartphones en 5G om Google nog meer energie te laten verstoken op hun zoekopdrachten en Social Media geneuzel. Als iedereen zich nou eens realiseerde dat je zonder dat domme nutteloze gecommuniceer helemaal niet over CO2 uitstoot hoeft te onderhandelen…

Weet je, ik ben niet tegen klimaatbewuste mensen. Maar dat meiske Greta dat weigert om naar Amerika te vliegen en de overtocht maakt op een luxe zeilschip waarvoor tien man bemanning moet worden ingevlogen en weer terug, dat vind ik pure waanzin. Hoezo milieu? Verander de wereld en begin bij jezelf? Ik had me de ogen uit de kop geschaamd en de VN online te woord gestaan in plaats van in levende lijve zo’n woedende beschuldigende redevoering af te steken.

Dat landelijke landschap met velden en houtwallen brengt me tot rust. Ik fiets door Deurningen heen en peddel richting Het Hulsbeek. Daar ben ik al jaren niet meer geweest sinds we ons buitenleven met een Rondje Twickel beleven. Ik ben dus even de weg kwijt en mis de afslag naar ons toen gebruikelijke fietsrondje.

Desondanks bevalt de rust me uitstekend. Het geraas van de A1 verdwijnt naar de achtergrond, er komt geen mens langs (blijkbaar houdt iedereen zich netjes aan de blijf-thuis-regels) en ik hoor vogels die ik al heel lang niet meer gehoord heb. Die stilte is heerlijk en geeft me mijn adem terug (ja, ik ben principieel tegenstander van mondkapjes in de natuur, op de effecten daarvan kom ik nog terug). Na een flink eind fietsen herken ik het eindpunt van het rondje en besluit het in omgekeerde richting te doen.

Er is het nodige veranderd in de jaren. Bij de rioolwaterzuivering van Oldenzaal blijken plotseling stellages met zonnepanelen te zijn opgebloeid. Weg uitzicht over het land. Het zal best nuttig zijn, maar ja. Ik hoor zachtjes het snerpende geluid van gelijkstroom naar wisselstroom omzetters. Gelukkig wordt het in het bos weer rustig. Het veld waar ooit paardrij-evenementen werden georganiseerd is nu geheel aan deze edele viervoeters overgelaten als weidegrond. Het valt me op dat de paden tweemaal zo breed zijn als vroeger, de tereinbeheerder heeft niet stil gezeten.

De bermen van de fietspaden zijn de verblijfplaats van diverse bermtoeristen. Op nummer een de kartonnen koffiebekertjes uit een nabijgelegen etablissement. Drankblikjes bezetten plaats twee.

Runner-up op de derde plaats is, raad eens, het mondkapje. Hier blijkt eens te meer het destructieve effect van nutteloze coronamaatregelen.

Punt een: Welke idioot zet in de vrije buitenlucht met medemensen op vele meters afstand een mondkapje op waarbij het “positieve” effect van mondkapjes nog nooit afdoende is aangetoond? Mijn devies is: Buitenlucht, adem vrij. Daarom kom ik tegenwoordig zo graag buiten.

Punt twee: Welke nog grotere idioot krijgt het daardoor zo benauwd, dat hij zijn mogelijk besmette plastic of kunstvezel beklapje in de vrije natuur dumpt? Geen hond gaat dat opruimen, laat staan een mens (besmettingsgevaar, wordt ons eindeloos voorgehouden, dus ik kijk ook maar uit). Zodoende blijven die kapjes daar 450 jaar of meer liggen voordat ze mogelijk zijn afgebroken. Voer voor archeologen van de toekomst!

Via een interessante kronkel kom ik uit bij het Hulsbeek camping trio: De Paardenbloem, Siemerink en Topparks. In de zomer is het hier vrij druk, op dit moment is het uitgestorven op enkele diehards na, een paar campers koesteren zich in het waterige zonnetje.

Ik rij door en kom na een tijdje bij de Oldenzaalsestraat en verderop de A1. Het Wereldrestaurant Pan ligt er stilletjes bij. Harde tijden voor de horeca. Ik fiets richting de kruising van Frans op den Bult en stel ondertussen vast dat de bermtoeristencompetitie ook in de bermen van de N342 van toepassing is. Ik zie een aantal blauwe en een stelletje zwarte mondkapjes betere tijden afwachten.

Bij de kruising krijg ik een inval. Dit jaar is het 45 jaar geleden dat ik naar Twente kwam om op de toenmalige Technische Hogeschool Twente te studeren. Ik besluit uit pure nostalgie een kijkje te gaan nemen op de campus waar ik voor het eerst (quasi)zelfstandig woonde.

Door de reconstructie van de weg richting Enschede is er bij Frans op den Bult inderdaad een bult ontstaan. Met enige moeite passeer ik via een viaduct de A1 en de spoorlijn Hengelo – Oldenzaal. De weg is me bekend, hoe vaak ik er wel niet heb gereden op weg naar gitaarles en het Twents Gitaarfestival. Tja, gitaarles heb ik tegenwoordig in Zwolle, het Twents Gitaarfestival is ook alweer jaren geleden dat ik daar voor het laatst kwam.

Ik nader de Vliegbasis Twente, tegenwoordig bekend als Technology Base. Als ik bij de rotonde kom, krijg ik uitzicht op een weidse onbebouwde vlakte. Tja, al die technologische bedrijven die Enschede op de kaart zouden zetten, moeten mogelijk nog gesticht worden. Maar de weg ligt er!

Na wat peddelen kom ik bij het Friet en Zopie tentje aan de Hofmeijerweg. Dat tentje staat er al jaren. Ik zwaai vriendelijk naar de uitbater, maar het komt niet bij me op om hem te subsidiëren. In plaats daarvan stuif ik het bos in en kom na verloop van tijd bij Kwekerij Menkenhorst uit. Ook hier weer die heerlijke rust met bijna geen mens op pad. De herinnering aan de geluidsterreur begint al te vervagen.

De Nieuwe Grensweg en de Bosweg brengen me naar het campusterrein. Ik sla de Langenkampweg in, vroeger altijd het laatste lange eind op mijn hardlooprondje van 5 km over het universiteitsterrein. Ja, zo snel loop ik nu niet meer, na bijna 45 jaar.

De huizen die hier staan waren ooit bestemd voor de professoren, er werd van ze verwacht dat ze op de Campus woonden. Hier en daar staan verbouwingscontainers voor de deur. Niet verbazingwekkend, de meeste bouw hier stamt uit de zestiger jaren. Je kunt een huis hier alleen kopen als je tot de staf van de universiteit behoort.

Bij de Matenweg ga ik rechts. Dit laantje is tijdloos, het ziet er nog net zo uit als vroeger. Inclusief de hardlopende studenten en jawel tegenwoordig ook meer studentes. In mijn tijd waren de dames nog zeldzaam op de THT. Zo zeldzaam dat ze een eigen woonunit hadden aan de Campuslaan.

Ik rij de Reelaan in, ooit het oord van de wetenschappelijke medewerkers. Noblesse oblige werkt ook de andere kant op, de medewerkers hebben kleinere huizen dan de professoren. Aan het eind van de Reelaan bevindt zich het modderpaadje richting mijn oude studentenflat Matenweg 75. Ik zat daar eerst in kamer 101 aan de kant van de fietsenstalling, vrij kort daarop verhuisde ik naar 109 met uitzicht op een heerlijk rommelig bosperceeltje waar je nog een hangmat tussen de bomen kon hangen.

De woonpyramide is gerenoveerd. Dat moest ook wel, want op de oude situatie was geen energielabel meer te plakken, we warmden met zijn allen de aarde op. Toch, indeling en sfeer is in al die tijd niet veranderd. De rommelige fietsenstalling (nu wel met stalen beveiligingshek), het ongeorganiseerde interieur van de keukens, de kamers met een deur naar buiten. De tijd die ik daar woonde heeft absoluut bijgedragen aan mijn ontwikkeling. Ik denk nog wel even aan een paar oude flatgenoten: Wimpie, Volkert, Robert, Eddie, Koert, Klaas, Aik, Renneke, Annet en niet te vergeten Carla.

Ik onderdruk de neiging om even bij kamer 109 binnen te kijken en fiets door langs de flats van de Campuslaan. Overal staan bordjes, fietspad, die kant op. Dat hadden we in mijn tijd niet. Ik zie de vijverkant waar ik ooit met een onmeunig zatte kop bijna van af duikelde, het water in.

Ik passeer de oude Meisjesflat en de Hunkerbunker. Dat gebouw was ooit gereserveerd voor vrijgezelle wetenschappelijk medewerkers, die hadden minder ruimte nodig dan hun gehuwde collega’s aan de Reelaan. Kwade tongen beweerden dat de Meisjesflat bewust daarnaast was neergezet. Vruchtbare wetenschap, zullen we maar zeggen😉.

Aan de overkant van de Bosweg ligt de Drienerbrakenweg. Toen ik hier nog woonde was het een zandweg, net zoals de verderop gelegen Drienerveldweg en Morshoekweg. Ik kwam er regelmatig op mijn wandelrondje. Geheel indachtig aan de oude traditie van de Peripateërs in het antieke Athene, overdacht ik mijn verwarring en problemen op het rustige ritme van mijn wandelgang. Vooral als ik verliefd was. O, wat is je wereld dan gefocust, maar soms ook benauwend eng. Ik denk terug aan de eerste kennismaking met Erna en het feit dat verliefdheid vriendschap een tijd in de weg stond. Pas toen we vriendjes waren geworden, kon het verder.

De Drienerbrakenweg is nu geasfalteerd en lijkt toegang te geven tot een soort bungalowpark van gefortuneerde medeburgers. Er staat heel wat verborgen in het lover van de bossen bij de Drienerbrakenweg en Drienerveldweg!

Op de Fietse, ik trap dapper door. Het weer blijft tot mijn opluchting droog. Ik passeer de Golfclub Driene en peddel door de oostelijke buitenwijken van Hengelo. De Kasbah blijft een opmerkelijk bouwproject. Vrienden van de studentenflat hebben daar een tijdje gewoond. Het was best romantisch, dat slaapkamerbalkonnetje in de vide boven de huiskamer, maar je stookte je wezenloos om dat warm te krijgen. Ook daar hebben verbouwingen het energieprofiel gunstiger gemaakt.

Bij de spoorwegovergang van Hengelo Oost bewonder ik nog even het boemeltje in het frisse wit en blauw van Keolis Blauwnet. Dan gaat het via Oldenzaalse straat en Hasselerbaan terug naar huis.

Ik zet mijn fiets weg en spits verwachtingsvol mijn oren. Stilte…

Tot ik de sleutel in het slot steek en een door de herrie zeer geïrriteerde Erna kan begroeten.

We gaan vanmiddag maar weg. Het terras van ons geliefde koffietentje schijnt weer open te zijn.

Klussen en Corona? Een moordcombinatie, als dit nog langer zo doorgaat.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven