Quod licet Bovi non licet Iovi

Muziek: Summer ’68, van het album Atom Heart Mother van Pink Floyd

Tijd voor een glaasje…

Berend kijkt op zijn beeldscherm. Zijn gezicht klaart op, mooi, zijn favoriete tentje is al open. Het was ook veel te vroeg vanmorgen. Welke idioot plant om zeven uur een teleconferentie? Typisch Gaastra weer. Vroege vogels zijn voor de poes, hoor!

Jas aan, muts op, handen in de schoenen en de kou maar in. Het is waterkoud, de damp- van zijn adem verenigt zich met een klamme mist. De oude grachten zijn verlaten, toeristen komen alleen bij mooi weer.

Op de hoek bij het bruggetje, daar moet hij zijn. Een sierlijke neonreclame geeft het pand een naam. Ad Fundum[1].

Een bezoekje aan Petrus, mijn lokale nieuwsblad…

Berend duwt de deur tussen twee Korintische zuilen open. De leeuwenkoppen op het houtwerk grijnzen hem bemoedigend toe.

Voor dit hol van de leeuw kunnen ze me ’s nachts wakker maken.

De bustes van Socrates en Plato kijken hem stuurs vanaf hun sokkels aan. Ja, de oude Grieken en Romeinen waren serieuze beeldhouwers. Geen lachje kan er af.

“Salve, visitor honoratus[2]”, roept Petrus van achter de toog.

Berend glimlacht. Hun gymnasiale verleden schept een band: “Ave Copa[3]!”

“Copa, dat woord doet me altijd aan de Mafia denken,” lacht Petrus, “maar die zijn het Latijn vast verleerd.”

Hij wijst boven de toog: “Heb je mijn nieuwste reclame al gezien?”

Dulce et decorum est pro Patria bibere[4], leest Berend: “Goeie! Dat had Horatius in zijn Ode moeten schrijven. Dan was het Romeinse Rijk tenminste vrolijk aan dronkenschap ten onder gegaan.”

“Dat deed het sowieso, met al die loden kurken op de amfora’s wijn. Loodvergiftiging veroorzaakte waanzin onder de machthebbers.”

Berend herinnert zich het verhaal: “Tjonge, wat zouden de oorlogszuchtige politici van nu dan drinken?”

“Drinken? Niks hoor, ze zijn aan de drugs. Macht. Zeer verslavend. En wij maar doneren in geld, goed en leven voor hun pleziertjes.”

“Patria, dat doet me denken aan Het Vaderland.”

“Ah, het volkstuincomplex van je Pa bij het Hoge Spoor. Alles bio zowel onder- als bovengronds, de lekkerste sperzieboontjes, ik hoor het je nog vertellen.”

“Tja, da’s lang geleden, Pa tuiniert nu aan gene zijde.”

“Ik hoorde dat het Vaderland is ontruimd.”

Berend zet grote ogen op: “Waarom dan? Komt er weer een nieuw flexwoningcomplex?”

“Ze hadden er twee van die mega-windmolens naast gezet. Bij de laatste storm gingen er twee rotorbladen aan stukken. Het hele complex zit nu vol duurzame glasvezelscherven.”

“Mmmm, da’s niet zo lekker bij de sperziebonen.”

“Inderdaad, energietransitie kun je niet eten.”

“Over de inwendige mens gesproken, je kent mijn recept.”

Petrus zet een groot glas neer, haalt een pak melk uit de koelkast en diept een buisje op uit het medicijnkastje.

Berend trekt een wenkbrauw op: “Drugs erbij?”

“Ik ontduik een nieuwe regel. We zijn tegenwoordig van overheidswege verplicht om met Bovaer verrijkte melk te schenken. Da’s goed tegen de CO2 uitstoot, zeggen ze.”

“Bovaer? Quod licet Iovi non licet Bovi[5]?”

Berend schatert: “Geweldig, dat gymnasiale verleden. Ik ben zo blij dat ik dat heb meegemaakt, het verandert je kijk op de wereld. Wie het klassiek verleden vergeet, moet het opnieuw meemaken. Je zegt een waar woord.”

“God mag wel wat vee niet mag?”

“Het is anders: God hoeft niet wat het vee wel moet. Weet je wat Bovaer is?”

Berend haalt zijn schouders op: “Geen idee. Vitaminen?”

“Nee, het is een anti-scheten middel. Een geforceerde aanpassing van het natuurlijke spijsverteringsproces van rundvee. Een Groenlinkse idioot heeft opgemeten dat een koe ten gevolge van het dagelijks grazen een forse hoeveelheid Methaan uitstoot. En je weet wat ze over uitstoot denken. Uitstoot verminderen redt het klimaat. Zeggen ze…”

“Methaan. Inderdaad, gewone darmgasvorming. Een populair broeikasgas, veel effectiever dan CO2. Die uitstoot hebben wij toch ook als we uien, bonen en prei verteren?”

Petrus slaat met zijn vuist op de toog: “Ik vind het een schande. Dat spul is een aantasting van de lichamelijke integriteit van dieren. Het ontzegt hen het genot van de algehele opluchting. Daarnaast is het een gevaar voor de mannelijke vruchtbaarheid, schijnt er op het veiligheidsblad te staan. Ik ben daartegen. Ik ben niet voor niks lid geworden van de Partij Voor De Dieren.”

“Ah, dat weet ik nog goed, dat was in de idealistische tijd van Marianne Thieme.”

“Ja, maar ik weet niet of ik er bij blijf. Sinds die Ouwehand er zit, is het niet meer wat het was. Geen enkel verzet tegen al die afgeschoten koeien in Oekraïne. Alsof de veestapel geen last heeft van die oorlog met al dat wapentuig dat ze doneren. En dan die laffe houding richting Halal slachten. Die lui mogen alles onder de vlag van godsdienstvrijheid. Als ze straks opeens hier mensen gaan onthoofden, noemen ze dat ook nog godsdienstvrijheid omdat het ergens in een heilig boek staat. Een grof schandaal!”

Berend grijnst: “De hele Tweede Kamer is een bende kale kippen geworden. Hun ideologische veren liggen allemaal afgeschud op straat. Dat is bij de PVDD niet anders. Ideologisch pluimage komt nu uit Washington en Brussel.”

“Ah, dan is het nu meer Carnaval der Dieren,” mijmert Petrus, “maar wees gerust, ik heb jouw favoriete melk zonder Bovaer! Vers van de boer in de polder.”

“Een hele opluchting. Slecht voor de mannelijke vruchtbaarheid, zei je?” Berend glimlacht wrang, “daar ben ik helaas nog niet aan toe.”

Petrus schenkt de melk in. Socrates en Plato kijken toe. Hij schuift Berend het buisje toe en tikt er op: “Ik heb wel een wettelijke verplichting van uitstootbeperking. Ze controleren erop. De klant moet de uitstoot van de koe compenseren.”

“Wa’s dat voor spul?”

“Homaer. De menselijke variant van Bovaer,” hij gniffelt, “die medicijnontwikkelaars uit Limburg hebben ook een gymnasium verleden. Vermindert jouw Methaanuitstoot met 75%, ruimschoots genoeg als compensatie.”

“Zit er een bijsluiter bij?”

“Wat dacht je? Bij de coronavaccins zat dat ook niet. DSM staat in voor de goede werking, ook al zijn ze juridisch onschendbaar voor medicatieschade.”

“Je moet toch iets van bijwerkingen weten?”

“Ik hoor weleens iets van mijn gasten. Het lijkt onschuldig en ongevaarlijk voor de mannelijke voortplanting,” hij aarzelt, “integendeel, je wordt er bloedgeil van. Duurt drie uur voordat het uitgewerkt is. Een klant had geen viagra meer nodig, zei hij.”

Berend slaakt een geërgerde zucht: “Quod licet Bovi, non licet Iovi[6]. Ik geloof dat ik toch maar liever een borrel wil.”

Petrus haalt verheugd een fles oude klare tevoorschijn: “Nunc est Bibendum! Ad Fundum![7]

Berend voelt blikken in zijn rug. Hij draait zich om.

Socrates en Plato glimlachen.


[1] Ad Fundum! Tot de bodem!

[2] Salve, visitor honoratus: Gegroet, geëerde bezoeker.

[3] Ave Copa: Goeiendag, waard.

[4] Dulce et decorum est pro Patria bibere: Het is zoet en goed om voor het vaderland te drinken.

[5] Quod licet Iovi non licet Bovi: Wat aan Jupiter is toegestaan is niet aan rundvee toegestaan. Vrij vertaald met God mag wel wat vee niet mag.

[6] Quod licet Bovi, non licet Iovi: Wat aan rundvee is toegestaan, is niet toegestaan aan Jupiter

[7] Nunc est Bibendum! Ad Fundum! Nu moet er gedronken worden, tot de bodem!

1 gedachte over “Quod licet Bovi non licet Iovi”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

error: Inhoud is beschermd!
Scroll naar boven