Regen

Vooraf…

Eerste versie uit Schrijfblock 2001

In 2001 had ik voor het eerst last van een Writers Block. Om toch in de running te blijven, besloot ik voor mijn website, de DOS Amigos Homepage, een soort proto-blog op te zetten, getiteld Schrijfblock. Een stukje schrijven werd toen mijn eerste bezigheid achter het bureau. Dit verhaal is duidelijk herfstig, het water stond mij als eenzame fietser op dat moment nog in de schoenen.

Veel later in 2016 pakte ik het materiaal in het kader van een kort-verhaal-genre-renaissance weer op en experimenteerde wat met de diverse vormen. Al deze versies neem ik hier mee ter lering ende vermaak. Welke vind je de mooiste? Reageer!

Ritme van de Regen door -hoe kan het ook anders- Rob de Nijs

Regen

1e persoons perspectief

Originele versie

Vanmorgen hoorde ik regendruppels tegen het raam kletteren. Het was halfduister, de wekker was nog niet eens begonnen met zijn wake-up call. Op zo’n moment verlies ik de motivatie om uit bed te komen. Dan draai ik me het liefst nog eens lekker om en stijgt de aandrang om een dag vrij te nemen tot bijna ondraaglijke hoogte. Het idee alleen al om me in een zweterig regenpak en met soppende schoenen op de fiets door weer en wind richting de arbeid te moeten worstelen…

Toch bijt ik door de zure appel heen. Een vrije dag binnen zitten met “zachtjes tikt de regen op het zolderraam/ritme van de eenzaamheid” is ook geen echte vakantiebesteding.

Vroeger vertelde de juffrouw op de Gereformeerde School, dat regen de tranen van de engelen waren om de zonden van de mensheid. Vruchtbaar verdriet, zou je zeggen.

Als je die uitspraak doorredeneert, is de Sahelzone blijkbaar een gebied, waarin weinig zondigs gebeurt. Nu kan dat ook bijna niet, want er woont bijna geen mens meer, of ze zijn van honger omgekomen, of ze zijn ten prooi gevallen aan Aids, de zwarte dood van deze tijd, of ze zijn in een van de vele etnische contramines afgeslacht, of ze zijn naar streken gevlucht waar beter voedsel te verbouwen valt.

Die doden en die vluchtelingen. Dat is een uiting van zondigheid. Waarom huilen de engelen er daarginds dan niet om? In mijn kindertijd zou de juffrouw er een zeer simplistisch antwoord op hebben gehad: “Omdat het heidenen zijn”. Die tellen niet mee in het verdriet van de hemel.

Die westerse arrogantie… dat is zonde. Daarom regent het hier ook zo vaak.

3e persoons perspectief

Hij schrok wakker. Slaperig tuurde hij in het halfduister naar het display van de wekker. Nog één uur te gaan voordat hij afliep. Opeens merkte hij wat hem wakker had gemaakt. De regen kletterde in venijnige vlagen tegen het raam.

Nee hè, dacht hij somber, uitgerekend vandaag!

De gedachte sprak hem totaal niet aan. Tien kilometer tegen de wind in trappen in een zweterig regenpak met water dat gaandeweg in zijn schoenen klotste. Hij had geen hekel aan zijn werk, maar op deze manier zakte zijn motivatie naar het nulpunt. Een dagje onverwachte vakantie leek aanlokkelijk (nu was hij de wekker nog voor).

Nee, toch maar niet, de hele dag “zachtjes tikt de regen op het zolderraam/ritme van de eenzaamheid” was geen ideale vakantiebesteding.

“Neem toch de auto mee..”, klonk het slaperig naast hem.

Hij draaide zich om en haalde zijn lief aan. “En dan word jij kleddernat met je boodschappen op de fiets? En hoe krijg je dan alle aardappels uit de moestuin mee aan de andere kant van de stad? Nee, ik bijt wel door de zure appel heen.”

Nog drie kwartier voordat de wekker afliep. Niet in slaap vallen! Hij draaide op zijn rug en liet zijn gedachten gaan. Haast automatisch kwam een herinnering rond de regen bij hem op. Een flits uit zijn jeugd in een dorp aan de rivier.

“Regendruppels zijn de tranen van de engelen”, zei de juffrouw van de Gereformeerde School, “ze huilen om de zonden van alle mensen.”

Heel even was hij weer kind. Iedere ochtend bidden en zingen en op maandag het angstige ritueel van het psalmversje opzeggen en het meegebrachte dubbeltje in het zendingsbusje doen. Een groen verzegeld busje met een lachend zwart kindje op het etiket. Sparen om heidense kinderen met Jezus kennis te laten maken. Heidens, een onbegrijpelijk woord voor een kind, maar toch gevoelsmatig een duidelijke afscheiding tussen wij en zij.

Hij dacht terug aan de uitbundig groene weilanden vol vee en de bomenrijen van de Alblasserwaard aan de andere kant van het dorp. Vruchtbaar verdriet, zou je zeggen.

Een mijmering dook op. Als hij de woorden van die onderwijzeres doorredeneerde, was de Sahelzone blijkbaar een gebied, waarin weinig zondigs gebeurde. Nu kon dat ook bijna niet, want er woonde bijna geen mens meer, of ze waren van honger omgekomen, of ze waren ten prooi gevallen aan Aids, de zwarte dood van deze tijd, of ze waren in een van de vele etnische contramines afgeslacht, of ze waren naar streken gevlucht waar beter voedsel te verbouwen viel.

Die doden en die vluchtelingen. Dat was een uiting van zondigheid. Waarom huilden de engelen er daarginds dan niet om? In zijn kindertijd zou diezelfde juffrouw er een zeer simplistisch antwoord op hebben gehad: “Omdat het heidenen zijn”. Die tellen niet mee in het verdriet van de hemel.

Die westerse arrogantie, dacht hij, dat is zonde. Daarom regent het hier ook zo vaak.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven