Vooraf…
De Schilderijententoonstelling van Modest Moessorgsky (1839 – 1881), een serenade en epitaaf voor zijn vriend, de schilder Victor Hartmann (1834 – 1873), is een van de eerste klassieke werken die op mij als jonge tiener diepe indruk maakte. Het is een zeer beeldend stuk met veel afwisseling, dat helemaal in stijl eindigt met De Grote Poort van Kiev. Daarnaast is het een stuk met de verhalen van de schilderijen in hun eigen kleuren die mijn fantasie prikkelen.
Het stuk ging met me mee in mijn middelbareschooltijd, maar dan wel in de versie van Emerson Lake and Palmer met hun Pictures at an Exhibition uit 1971. Daarna had ik versies van de Japanse synthesizervirtuoos Tomita en de eveneens Japanse klassieke gitarist Kazuhito Yamashita. Uiteraard ontbreken de orkestversies niet in mijn verzameling.
Aan dit stuk moest ik denken toen ik een persiflage schreef op het verschijnsel schrijfwedstrijd. Net zoals het muziekconcours dat voor musici is, vormt de schrijfwedstrijd tegenwoordig blijkbaar het enige middel om je als schrijver in de kijker te spelen. Ik vraag me steeds af of dat wedstrijdelement de kunst wel zo goed doet. Het is discutabel of competitie en concurrentie de juiste voedingsbodem bieden voor artisticiteit. Zeker omdat winst en verlies vaak onderhevig zijn aan enige subjectiviteit bij de beoordelaars, of beïnvloed worden door effecten van marktwerking en vluchtige trends.
Zodoende schreef ik een persiflage in de vorm van een herdenkingstentoonstelling van de overleden schrijver Victor Zwartmann, die zijn leven lang heeft geprobeerd om via wedstrijden zijn schrijfkunst te presenteren.
Ik kwam op het idee toen iemand op Facebook verzuchtte dat zijn noeste arbeid in de (schrijfwed)strijd was gesneuveld, de jury had zijn pennenvruchten resoluut afgewezen. Frustratie alom.
En daar had ik een thema te pakken. ; -) Met Moussorgsky als leidraad!
Promenade en Il Vecchio Castello uit De Schilderijententoonstelling, gespeeld door Vladimir Ashkenazy.
Verhalententoonstelling
Zijn stem fluistert in mijn hoofd. Je denkt toch wel aan mijn laatste wens?
Ik knik werktuiglijk en kijk op mijn horloge. 13:30 24-12-2018. Het is tijd. Sleutel in het slot, de deur knarst open. Ik vind het lichtknopje en kijk hem regelrecht in zijn papieren ogen.
“Victor Zwartmann (1933 – 2017) Gevallen Verhalen.”
Hij ziet er hier veel beter uit dan de laatste keer dat ik hem in leven zag…
Het beeld schrijnt in mijn hoofd. Een goede vriend die het loodje legt, doodsangst in zijn ogen, zwaarte van eeuwig afscheid in mijn hart. Zijn trillende vinger wijst naar de twee multomappen op zijn bed. “Een leven van strijd!” kraakt zijn stem, “wil jij ervoor zorgen dat het bekend wordt? Alsjeblieft!” Mijn stem bevestigt de onderneming.
Ik kom in de zalen. Lijsten aan de muur, spotjes zorgen ervoor dat het kleinste detail zichtbaar is, iedere zinsnede is scherp.
Ik voel een druk op mijn schouder. Dat is zijn teken. Ik leg een cd in de speler. Een statig pianostuk vult de ruimte met sfeer. Moussorgsky’s Promenade.
Weet je wat het voordeel is van de gene zijde? klinkt zijn stem in mijn gedachten, je ziet alles opeens veel helderder.
“Hoe bedoel je?”
Ik heb mijn leven lang gevochten om erkenning. Mijn verhalen waren mijn strijders voor mijn offensief op het veld van schrijverseer.
Ik loop naar een ingelijst A4: “Zoals deze?” Een lelijke oude dwerg strompelt langs in donkere tonen.
Ja, gevallen in de Schrijverspodiumprijs. De jury struikelde over het Russisch van de hoofdpersoon. Onbegrijpelijk dat ze de essentie van de prachtige taal niet herkenden.
De Russische componist wandelt me naar de volgende lijst en verklankt een oud kasteel: “Ook gesneuveld?”
Inderdaad. Baarnse Literatuurprijs. De metamorfose van Tuilerieën naar wolkenkrabber kon ze niet overtuigen. Toch was mijn gedaanteverwisseling beeldend en had een uitstekend fundament.
Kuikengekakel op witte en zwarte toetsen danst door de zaal. Ik bekijk een gedicht in opvallende hanenpoten.
Haiku Master of the Month, Victor’s stem klinkt dun als een Japanse pentekening, is gesneefd in een goede strijd. De jury begreep mijn speelse verwijzing naar Paolo Coelho niet. Een tevergeefse pelgrimstocht, dus.
“Ik begrijp je verdriet. Een leven vol gevallen verhalen, allemaal niet goed genoeg.”
Pas nu zie ik de waanzin van wedstrijden duidelijk in. Toen ik nog leefde, schreef ik nergens anders voor en vergat de werkelijke waarde van mijn verhalen. Pas nu staan ze in een kader dat gezien mag worden. Dank je, Modest, je bent een echte vriend.
De klank van de Catacomben mondt uit in “Cum mortuis in lingua mortua”. Met de doden in dode taal… De laatste wissellijst trekt mijn aandacht.
“Dit verhaal heeft geen titel?”
De titel is onbekend. Het verhaal kwam om het leven in de Chicklit Contest. De jury vond de hoofdpersoon te mannelijk. Toch had zij haar zachte kanten.
Ik haal een waxinelichtje tevoorschijn en steek het aan. Het fragiele vlammetje verlicht het manuscript.
“Tombe van de onbekende soldaat…”
Victor lacht in mijn gedachten. Een eeuwige vlam is dit niet…
De Grote Poort van Kiev drijft mij naar de uitgang.