Vooraf…
Het leven zit vol competitie, concurrentie alom. Wie laat zich het beste zien? Wie maakt de zwaarste powerpoint om zich te profileren en presenteren? Wie brengt de beste performance, wiens key performance indicators zijn het hoogste?
Concurrentie treedt op in een wereld waar gebrek heerst. De hele economie is gebaseerd op gebrek. Soms wordt dat gebrek zelfs bewust gecreëerd, met als voorbeeld het doordraaien van groenten en fruit om de prijs voldoende hoog te houden, iets wat ik persoonlijk als immorele verspilling beschouw.
Concurrentie bestaat er ook in de kunsten. Bijvoorbeeld concoursen in de muziek, schrijfwedstrijden in de letteren. In deze tijd zijn dat helaas de belangrijkste middelen om jezelf in de kijker te spelen, prijzen halen voor je cv. Daarbij moet je hopen dat je een jury treft die niet slechts de focus op de gangbaarheid en vermarktbaarheid van de kunst op het oog heeft, maar ook schoonheid en relevantie in het oordeel meeneemt. In die competitie zijn er uiteraard winnaars (enkelen) en verliezers (de overgrote meerderheid).
Zelf heb ik gemengde gevoelens richting het wedstrijdelement in de kunst. Ik heb het gevoel dat de competitie de kunst afvlakt tot kleurloze bestverkopende mainstream. Eerlijk gezegd is dat al eeuwenlang zo. Gelukkig duiken er opstandelingen op die hij eigen strijd voeren en een trend verzetten.
Ik heb muziekconcoursen meegemaakt als toeschouwer en als deelnemer. Als ik de deelnemers met hun succes en worsteling, vraag ik me weleens af wat er door je heen gaat als je zo op het toneel zit. Wat is de spanning, wat zijn de dromen en hoe vallen de teleurstellingen iemand op het dak? Wel, ik vraag het me eigenlijk niet af, want ik heb het zelf meegemaakt op mijn bescheiden niveau. Daar gaat onderstaand verhaal over.
Het is gebaseerd op een stuk muziek dat ik zelf speelde op een concours: Alfonsina y el Mar, een Argentijns lied over de zelfmoord van Alfonsia Storni (1892-1938). Zij was schrijfster en dichteres en oogstte succes in de door mannen gedomineerde scene in Zuid-Amerika. Daarnaast was ze actief in het feminisme in die tijd.
Ariel Ramírez (1921 -2010) schreef de muziek bij de tekst van Félix Luna (1925 – 2009) en daarmee werd Alfonsina y el Mar het officieuze Argentijnse volkslied.
Alfonsina y el Mar, een arrangement van het pianostuk door Ariel Ramirez,
op gitaar gespeeld door Sharon Isbin
Alfonsina y el Mar
Het is tijd…
De deur gaat open. De competitieleider haalt me op uit de inspeelruimte. Ik pak mijn gitaar en de bladmuziek en volg hem naar boven.
“Good luck!” fluistert hij en houdt de deur naar de zaal voor me open. Daar zit de jury en publiek.
De spanning is anders…
Optreden geeft plankenkoorts, onvermijdelijk, ik vrees het spanningsveld tussen willen en kunnen. Dat houdt me aan de ene kant scherp, maar vertegenwoordigt ook een stille angst voor verlamming. Een concours met jury stapelt daar beoordeling van mijn uitvoering bovenop en daarmee gevoelsmatig ook van mezelf. Ik vind optreden het leukst, een concours is een andere kwestie. Kan ik daartegen of niet?
Daarbij een extra uitdaging… ik was altijd een slecht verliezer…
Flashback: Broertjes en zusjes onder elkaar. Spelletjes waren geen spelen, maar bittere ernst, een keiharde strijd om de macht in tijdelijke bondgenootschappen tegen een gemeenschappelijke angst voor het gezag.
“Als jij verliest, verklap ik niet aan mama wat je hebt uitgevreten”.
Gevaar! Vrees voor straf! Gemerkte kaarten, een krasje op de Spion van Stratego, flexibele en ad hoc veranderende spelregels.
Dodelijke competitie… Nog steeds… Alleen geen spelletje meer…
Ik schud mijn hoofd, nee, daarvoor kom ik hier niet. Dacht ik… die tijd is toch geweest?
Werkelijk?
Ik loop naar het toneel, kijk publiek en jury aan en maak een buiging. Ik neem de tijd om te gaan zitten en mijn gitaar te stemmen. Mijn hartslag loopt op. Ik schik mijn bladmuziek op de standaard. Drie stukjes, eentje Romantiek, eentje Hedendaags en een traditioneel stuk: Alfonsina y el Mar.
Alfonsina is een stuk met een verhaal. Het spreekt tot de verbeelding, niet voor niets zingen Argentijnen dit als hun tweede volkslied. Het is het testament van de dichteres Alfonsina Storni die haar leven in haar eigen hand wilde nemen nadat de dood haar liefde had weggerukt en kanker haar eigen leven bedreigde. Een laatste gedicht.
Voy a dormir, ik wil gaan slapen.
Het verhaal in deze muziek was de grootste uitdaging van mijn voorbereiding. Meer nog dan de techniek en de structuur. Identificatie met verdriet waarvoor de dood de enige uitweg blijkt.
Ik adem in. Herinner me de lessen rond optreden. “Adem diep in, concentreer je en breng je hartslag omlaag. Hartslag drijft tempo op. Neem de tijd.” Ik volg ze na met een vage afstandelijkheid.
Het romantische stuk passeert de revue. Redelijk maar niet bijzonder. Ja, zelfkritiek is mijn sterke punt, als ze daar eens een prijs voor hadden, dan won ik altijd!
Alfonsina… Ik speel de eerste frase van wanhoop en verdriet. Mijn ogen dwalen af van de bladmuziek naar een strand bij Mar del Plata waarin voetsporen in het natte zand bij de waterlijn de laatste sporen vormen van een bedroefde maar moedige vrouw. De branding slaat op het strand, maar brengt niemand terug naar een mogelijke redding. Meeuwen krijsen boven het donderen uit.
Ik speel haar gedicht dat ze achterliet.
Je zult me vergeten,
en o ja, een vraag,
Mocht hij weer eens bellen vandaag,
Zeg maar dat ik niet meer aan de lijn zal komen,
Ik ben dan al op weg naar mijn verre dromen…
Nee, dat is haar gedicht maar voor een deel! Ik verzin het zelf!
Pats! Contact kwijt! Mijn blik stuitert terug naar de noten op papier.
Waar ben ik?
Paniek!
Blackout!
Mijn spel aarzelt en valt stil.
Shit, dat was het dan! Geen jury accepteert dit!
Doorzetten, idioot. Beperk de schade! Anders verlies je zeker!
Mijn ogen tasten wanhopig de structuur van de noten af, hun lijnen lijken te dansen. Het signaal dringt door tot mijn handen, vingers drukken op de snaren. Het is raar, ik voel weinig, ik blijf op afstand. Geen zweetdruppels die over mijn rug glijden, maar iets dat erger is dan dat. Onverschilligheid en veroordeling. Mijn criticus weet alles, weet precies waar het fout ging, maar helpt me niet op weg.
Verkeerde punt, idioot!
Ik speel stug door en haal het slotakkoord. Alfonsina zelf is dan al lang dood, mijn spel is niet meer in staat om haar sterven te verklanken. Ik voer het derde stuk uit, maar de schok van mijn falen drukt mijn toon diep in de loopgraven. De stilte lijkt na de laatste noten des te dieper. Er volgt applaus. Ik weet niet hoe ik het op moet vatten.
Waardering of troostprijs?
Ik sta op, maak een buiging en loop de zaal uit. De volgende kandidaat staat al te wachten. Ik vraag me even af wat hij aan mijn blik kan zien. Pas dan dringt het verloop van mijn concours tot mij door. Mijn hartslag veert op, ik voel klam zweet.
“Hoe ging het?” vraagt de competitieleider.
Op dit moment is dat een vraag die ik mijn beste vriend of zelfs mijn lief niet naar waarheid zou beantwoorden. Ik omzeil mijn rotgevoel met een gemeenplaats. Teleurstelling ontaardt langzaam in woede.
Je hebt het verkloot! Ik zei nog zo dat je jezelf beter moest voorbereiden, dat je je kop erbij moest houden. Had het uit het hoofd geleerd, dan was je de koers niet kwijtgeraakt!
Ik voel me intern overweldigd door een hele serie had je maar, was je maar, deed je maar en soortgelijke beweringen.
Ik heb verloren!
Iets in mij vraagt nauwelijks hoorbaar in de ruis van de andere emoties: Wat ben je werkelijk kwijt?
Ik ga op de trap zitten. Deze vraag is indringend. Wat ben ik kwijt? Nee, het is niet mijn ego, bepaald niet. Ik realiseer me dat het veel ernstiger is.
Op dit moment… Mijn speelplezier…
Een wedervraag. Is het je dat verlies dan waard, wedstrijd spelen, drang om te winnen?
Ik schud mijn hoofd. Mijn woede ebt weg. Omstanders kijken me verbaasd aan.
Nee, mijn speelplezier, mijn liefde voor muziek en instrument, de drijvende kracht achter wat ik met die gitaar doe, dat is pas belangrijk! Ik kan muziek beter met een publiek delen dan te proberen me daarmee koste wat kost te onderscheiden voor een jury.
Ik neem me voor niet eerder aan een concours mee te doen voordat ik geleerd heb om muziek belangeloos te delen…
Anders wordt het opnieuw zelfmoord in Mar del Plata.