Nocturnal after John Dowland

Vooraf…

Nocturnal after John Dowland is een hedendaags gitaarstuk van de Engelse componist Benjamin Britten (1913 – 1926). Het wordt gezien als een baanbrekende compositie voor gitaar. Het stuk is gebaseerd op het lied Come Heavy Sleep van de zestiende-eeuwse componist John Dowland (1563 – 1626).

Het stuk is een omgekeerd thema met variaties, het eigenlijke thema duikt pas in het laatste deel op. Wat dit stuk spannend maakt is de opbouw richting dit thema, bijna onherkenbaar in het begin, maar gaandeweg steeds duidelijker.

Op het Gitaarfestival Nordhorn 2016 speelde de Poolse gitarist Marcin Dylla dit stuk met als achtergrond van het podium een aantal schilderijen van de Nederlands-Franse schilderes Blandine van Noordt. Schilderijen en de muziek vormden een wonderlijke combinatie in mijn hoofd, waar het onderstaand verhaal uit voortkwam.

En passant komt er nog een andere schilder langs, en wel Francisco Goya (1746 – 1828) die met zijn Caprichos, een serie van 80 etsen, de misstanden in de toenmalige Spaanse samenleving ter discussie stelde. El sueño de la razón produce monstruos is een bekende ets uit die serie.

Come Heavy Sleep, het thema van John Dowland uit Nocturnal after John Dowland,
geweldig gespeeld door Alberto Mesirca

Nocturnal after John Dowland

Een podium met daarachter rijk met kleur gevulde schilderstukken in warm geel, vlammend oranje en koelblauw. Spots werpen licht en verdiepen de oneindigheid achter het doek. De zaal zit vol, het publiek wacht nieuwsgierig in het halfduister.

De gitarist op het podium zet zijn eerste toon… Langzaam sterft de ijle klank uit in een zoete dood.

Nocturnal after John Dowland. Zoals de nacht de belofte van een nieuwe dag in zich bergt, brengen de variaties heel geleidelijk de belofte van het thema. Voetje voor voetje, toon voor toon, frase na frase. Eerst behoedzaam, dan met groeiende passie en stijgende verwarring.

Nocturnal… De donkere nacht van de ziel. Emoties op de loer. El sueño de la razón produce monstruos, een ets van Goya in wrange lijnen. De slaap van de rede brengt monsters voort.

In mijn jeugd ontmoet ik talloze monsters in mijn slaap. Een adder die mij vergiftigt en met felle ogen toekijkt hoe een donkere ijskoude stroom zijn weg zoekt richting mijn hart. Verlamd voel ik het leven uit me wegstromen. Waar moet ik met die doodsangst heen? In vertrouwen deel ik hem met haar, maar krijg het monster bij daglicht genadeloos voor mijn voeten geworpen. Vertrouwen vormt de wortels van de liefde. Hoe hou je van iemand die deze wortels uit wraak doorhakt?

De emotie zwelt aan. Mijn uitzicht vervaagt, de kleuren van de schilderijen vermengen zich warm en koel met de muziek. Traag druppelt heet water langs mijn wang naar beneden. Mijn nekharen lijken meterslang en vonken door de energie.

De tonen van de laatste variatie sterven uit. Even valt een stilte die te diep is voor klanken, laat staan voor woorden. En dan…

Come heavy sleepe the image of true death; And close up these my weary weeping eyes.

De steen valt eindelijk in de stille vijver. Emoties razen door mijn lijf, waaieren uit als kringen, maar stuiten op mijn vestingmuur. Ik voel mij overweldigd, even strijden schaamte, vreugde en verdriet.

Whose spring of tears doth stop my vital breath/And tears my hart with sorrows sigh swollen cries

Toch onderdruk ik een paar snikken. Ach, wat geeft het, in dit halfduister zal niemand het merken. De muur brokkelt af, ik laat het allemaal vrij. Een verrukkelijke vrijheid!

De laatste frase: de wonderlijke klank van hoop. Desondanks blijf ik het verdriet voelen. Is het om die bijl aan de wortel die ik maar niet vergeven kan? Of de uitweg die ik uit angst koste wat kost niet wil vinden, zodat ik in duisternis achterblijf?

Ik kijk de zaal in, mijn blik een caleidoscoop van kristallen facetten. Ik ontwaar een schilderij: De nacht eindigt in een poort van vuur en licht. Je kunt er niet zomaar komen, de weg is geblokkeerd, beenderen van monsters steken boven het wateroppervlak uit. Fossielen uit vorige generaties die me nog steeds schrik aanjagen. Rusten ze voor altijd of worden ze onverhoeds wakker als ik langs loop?

Zal ik ze laten rusten, zodat ze blijven waar ze zijn? Versteend in een ver verleden?

De muziek dringt door het beeld heen. Vergeving brengt vrede, dat is de hoop die in de laatste frase klinkt. Hoe? Waar haal ik de moed vandaan na al die jaren?

Een gevoel van eenzaamheid bekruipt me, ook al zit ik midden tussen de mensen.

“Ben ik alleen in deze nacht?” vraag ik me af…

Ik voel het antwoord. Ergens in deze zaal deelt iemand de emotie met mij. Dat is geen toeval. Dat is een kans.

De dageraad wenkt me van verre.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven