Op de Fietse (4)

Muziek: Albumblatt uit de Lyrische Stuecke van Edvard Grieg gespeeld door Haakon Austbo op piano

Hof Espelo

’t Wear is as ’n keendergat, efkes dreuge en zo wier nat
(Het weer is net een babykontje, even droog en snel weer nat)

[Daarom zijn we vandaag extra verwend met een stralend zonnige dag!]

Vandaag lees ik een enthousiast verhaal over het Stiftfestival, een kamermuziekfestival dat ooit gehouden werd in de buurtschap Het Stift bij Weerselo. Ditmaal waren ze naar Twickel in Delden verhuisd, want daar was voldoende ruimte voor de openlucht. Vol trots vermelden ze dat ze ondanks de duur van acht dagen toch geen meerdaags festival zijn en zodoende niet onder de cancel-actie van de overheid vallen. Aha, toch iets toegankelijks?

Nee hoor, Bezoekers tonen een coronatoegangsbewijs vermeldt de aankondiging voor de zekerheid. Ik neem niet aan dat ze een toegangsbewijs voor virusjes bedoelen, ook al staat het er letterlijk wel. De medische apartheid sijpelt overal door.

Hoog tijd voor een activiteit waarbij ik geen mens nabijkom, laat staan te na kom. Op de Fietse!

Ditmaal is mijn doel Hof Espelo, tegenwoordig een onderdeel van Het Overijssels Landschap. Espelo bij Enschede was ooit bezit van de kerk, een vermelding daarvan stamt al uit 1215, en werd beheerd door een hofmeijer die de pacht bij de boeren inde en de belangen van de kerk vertegenwoordigde.

In de negentiende eeuw kwam op initiatief van Koning Willem I de textielnijverheid in Twente op. Eerst met kleine bedrijfjes, geleid door fabriqueurs, later zorgde de ontwikkeling van de stoommachine voor schaalvergroting in textielfabrieken. De fabrieken waren in handen van families zoals Jannink, Ten Cate, Van Heek, Blijdenstein en Cromhoff. Door grote winsten werden zij tot de textielbaronnen van Twente en investeerden ze in landaankopen. Een self-made baron moest uiteraard rijk en ruim wonen, dus bouwden zij zo hun kasteeltjes. Eerst in de stad of daarbij in de buurt, daarna op landgoederen in het buitengebied. Het een nog mooier dan het andere, uiteraard, want je moest wel meetellen in de club. Gouden tijden voor trends in bijvoorbeeld landschapsparken.

Zo kocht de familie Cromhoff Hof Espelo in 1887 en liet er een mooi landhuis bouwen. In de oorlog gebruikten de Duitsers het als schuilplaatsen voor Fliegerhorst Twente.  Na de oorlog ging het landgoed over naar de familie Ten Cate.

Ik fiets de wijk door langs de Hesbeek. Met dit prachtige weer ziet ook je directe leefomgeving er aantrekkelijk uit (foto 13). Daarna gaat het omhoog, de snelweg over.

Daar kom ik een bermtoerist tegen (foto 14). Is de summer of love nu alweer voorbij? Deze waardeloze en niet effectieve mondmaskers kwam ik dit voorjaar massaal in de vrije natuur tegen. Het is opvallend hoe een volk zich laat dwingen tot een qua gezondheid onverantwoordelijk gedragseffect met een eveneens onverantwoordelijk effect op het milieu als gevolg. Ik onderdruk de neiging om het ding op te rapen. Je zou eens besmet kunnen raken, nietwaar?

Ik sta een tijdje te kijken op de brug over de snelweg A1 (foto 15). Als ik er zelf rij, zie ik altijd mensen op bruggen staan turen en dan ben ik benieuwd waar ze naar zitten te kijken. Het verkeer dendert rusteloos onder me door.

Die snelweg ligt er nog niet zo lang, pas in 1988 was de aansluiting richting Duitsland gereed. Ik herinner me nog oudere tijden toen we in 1970 vanuit Amsterdam naar Denemarken op vakantie gingen. De heel vroege rit ging nog langs de toenmalige E8 naar Duitsland, dwars door Markelo, Goor, Hengelo en Enschede. In Glanerbrug stond de laatste Nederlandse pomp, dus gingen we daar nog even aan. Raar idee, alsof de benzine in het buitenland minder is dan thuis. De terugweg ging overigens anders, bij Nieuweschans de grens over en daarna in slecht weer en duisternis over de net gereedgekomen Ketelbrug. Denemarken bleek toch een heel eind in een Kevertje met aanhanger en zes passagiers.

Het Lonnekermeer schittert in de zon (foto 16). Ik zie een aantal tenten in de tuin van de villa staan. Niet geheel onwillekeurig moet ik aan de Formule 1 camping van Prins Bernhard Jr. in Zandvoort denken. Zou dat tegenwoordig het middel zijn om met een kleinschalig “evenement” de hypotheek te verdienen? Ik kan me indenken dat festival-uitbaters zich benadeeld voelen ten opzichte van dit naar lobby ruikende race-evenement.

Ditmaal laat ik het Hartjesbos links liggen en rij rechtdoor. Een wisselende route met hier en daar een totaalbrede modderpoel, blijkbaar is het grondwater aardig op niveau gekomen deze zomer. Na enige tijd stuit ik op de Vliegveldweg. Vliegveld, das war einmal, in de Tweede Wereldoorlog en daarna, totdat de defensiebezuinigingen na de Val van de Muur een einde maakten aan Vliegbasis Twente. Ooit was deze plek een nest van rondvliegende jets, tegenwoordig is deze plaats een laatste rustplaats van vliegende Jumbo’s (foto 17).

Zuidwaarts gaat het, richting Hof Espelo. In de berm trekt de heide voorzichtig zijn herfstkleed aan (foto 18). In eerste instantie is het rustig in het bos. Ik kom bijna geen mens tegen, een enkele hardloper werkt zich in het zweet.

Ik strijk even neer op een bankje en schenk mezelf een beker gemberthee in, handig die kleine thermosflesjes. Ik zit blijkbaar op een strategisch punt (foto 19), want gaandeweg komt er meer reuring.

Een tweetal dames staat over de Smartphone gebogen en discussiëren over de koers die ze moeten volgen. Tja, niet alle paadjes staan op Google Maps! Een gezin peddelt langs, een kleintje aan kop. Door zijn helm krijgt hij Tour de France allure. Een jongen en een meisje lopen langs, diep in gesprek in hun eigen bubbel over wat de toekomst moet brengen, waar en wanneer ze zich aan moeten melden voor wat ze verder willen. Ik herinner me dat het introductietijd is op Universiteit Twente. Ook met voorwaardelijke toegang, soms?

Ik denk een jaar of vier en veertig terug. Ja, ik wandelde regelmatig door dit bos, op gegeven moment zwaar piekerend of ik studievertraging door een matig eerste jaar moest gaan compenseren, of het over een andere boeg moest gooien. Het is de andere boeg geworden. Dat was wel een avontuur, maar het pakte goed uit. Ik sta nu praktisch voor mijn pensioen, zij moeten er nog mee beginnen.

Zo te zien is het voor die jongen en dat meisje net zo’n avontuur, ik denk dat zoiets voor iedere generatie hetzelfde is. Ik wens ze daarbij een goede keus.

Ik peddel door het bos richting Hengelo en kom vlak voor Boomkwekerij Menkenhorst op de Nieuwe Grensweg. Bekend terrein. Een bloemenveldje aan de kant doet me denken aan onze huidige sport in de auto. Nee, geen Porsches tellen, maar tuinen met een bepaalde kleur Hortensia. Dit veldje (foto 20) voldoet aan het profiel. Hortensiaaa!

Ik fiets onze wijk door en keer uiteindelijk na een ritje van 15 kilometer totaal weer terug op het nest. 😉 Zonder coronatest!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven