De hemel is helemaal opengetrokken, maanlicht sijpelt tussen de bomen en tekent de contouren van de attracties scherp uit. Rails tekenen een traject van bergen en dalen.
“De achtbaan! Ik mocht daar als kind nooit in, opa vond het te gevaarlijk voor me.”
“Mij niet gezien, ik vind het doodeng. Als ik alleen al aan die hoogtevrees denk. Ik ging niet verder dan de zweefmolen.”