De Zoon van Harley David (4)

De lucht werd ijler op de weg, die naar de pas van de bergrug leidde. Hier kwamen de ribben van de aarde door de huid heen, gladgeschuurd door de tijd. Sneeuw blonk op de pieken. Het land was kaal, Leon had de boomgrens al uren achter zich gelaten en nog steeds steeg de weg in trage lussen naar wat het dak van de hemel leek.

Leon keek naar zijn benzinemeter en stopte. Laurie’s Droom sprong op zijn schouder en keek bedachtzaam: “Wat kijk je bezorgd?”

De Zoon van Harley David (4) Lees verder »

De Zoon van Harley David (3)

De zon brandde genadeloos boven de woestijn. Het uitgedroogde bijna verpulverde asfalt leek nog maar weinig op het materiaal, dat het was geweest, toen de weg nog nieuw was. Sinds de Grote Branden, een eeuwigheid geleden, was de weg niet meer onderhouden.

Het land leek levenloos, wat hier nog aan dieren rondzwierf had zich ongetwijfeld voor het zonlicht verstopt. Drie slanke rotspilaren tekenden zich af tegen de strakblauwe lucht en wierpen hun schaduwen over de Lange Weg.

De Zoon van Harley David (3) Lees verder »

De Zoon van Harley David (2)

“Is het ijzer zo heet genoeg, vader?”

Leon hield het metaal in het smidsvuur en trapte de blaasbalg aan. De vlammen loeiden. Het zweet stond op zijn armen en bovenlijf, dat onder de voorschoot naakt was. Harley David had daar al vaak op gemopperd. Als er een vonk tussen de voorschoot spatte, had je zo brandwonden.

Leon lachte zijn bezwaren meestal weg. Die paar brandwondjes waren als littekens in een eerlijke strijd. Een onvermijdelijk deel van zijn leven.

De Zoon van Harley David (2) Lees verder »

De Zoon van Harley David (1)

“Verduiveld, Leon, blijf daar vandaan!”

Harley David, de smid van Wasted Land’s End, sloeg met een daverende klap zijn hamer op het gloeiende staal op het aambeeld. Vonken spatten door de werkplaats, sommigen doofden op zijn leren voorschoot, anderen gloeiden nog wat na op de vloer totdat ook hun levensvuur opgebrand was.

De kleine jongen schrok op en keek hem verschrikt aan. Hij zag Harley David’s felle afkeurende blik. Toen bibberde zijn lip en begon hij zacht te snikken.

De Zoon van Harley David (1) Lees verder »

Grote Beer

De avond valt, in de diepte schitteren de straatlantarens. Daarboven een diepblauwe hemel met de eerste sterren. Enthousiast pak ik mijn hemelkaart.

“Het is donker, Papa, nu wil ik de Grote Beer zien.”

Grote Beer Lees verder »

Bird Song

Voor vandaag: Bird Song uit Access Permitted, een leuke hedendaagse bundel met tien stukken voor de jongeren ( ; -) waaronder ik) van Annette Kruisbrink.

In het najaar zie je vaak enorme zwermen spreeuwen al kwetterend weidse cirkels draaien. Na een paar rondvluchten strijken ze dan neer op de takken van bomen in de buurt en kletsen erop los.

Als je eventueel onder zo’n zwerm fietst, moet je geluk hebben om niet getroffen te raken door een natuurlijke behoefte van zo’n gevederd vriendje.

Bird Song Lees verder »

Parafrase

Er leefde aan de Zee van de Ziel eens een schrijver, een hardwerkend man die de hele dag bezig was om zijn gedachten uit die zee te vissen om die te beschrijven en uit te beelden op papier, zodat anderen ze konden begrijpen. Zo verdiende hij zijn brood en haalde dagelijks voldoende gedachten binnen om van te kunnen schrijven en leven.

De tijden werden echter zwaarder en het leek net alsof de Zee van de Ziel was leeggevist.

Parafrase Lees verder »

Opera

Zaterdagavond. Kulturhaus NIHZ in Nordhorn, aprés concert.

Deelnemers en toehoorders stromen de concertzaal uit. Op weg naar wat verfrissing na twee afleveringen gitaarmuziek, de zaal is warm van aanwezigheid en opwinding. De trap af naar de Lounge, want de bar boven is al dicht. Uitgelatenheid alom, druk gepraat in meerdere talen. Hier kun je leren hoe je in Polen of in Hongkong bier bestelt.

Opera Lees verder »

Over de Grens (2)

Ik ben mijn draad kwijt!

Dave bladert wild. Het papier van zijn manuscript kerft in zijn vingers, kort pijnloos maar daarna scherp. Zijn hand schiet uit van schrik, het koffiekopje duikelt van tafel, een bruine vlek breidt zich langzaam uit op het beton van het balkon als bloed uit een dodelijke verwonding.

De mussen in de plantenbak fladderen geschrokken in de richting van de Schelde. Hun verontwaardigde gekwetter smelt samen met de klanken van het carillon van de Onze Lieve Vrouwe dat de uren slaat.

Over de Grens (2) Lees verder »

Over de Grens (1)

“Redacteuren en schrijvers zijn elkaars ergste vijanden!”

Met een nijdig gebaar zet Dave zijn theeglas op het tafeltje neer. Bezoekers in de buurt kijken steels op, een vrouw aan een tafeltje trekt haar wenkbrauw op. Het is nog rustig op de terrasjes aan de Groenplaats, maar de ontbijtgasten zijn al present.

“Geldt dat ook voor recensenten?”

Over de Grens (1) Lees verder »

Scroll naar boven