Overleden Tijd
De slaapkamer is donker. Alles is in rust, behalve ikzelf. Gedachten houden mijn slaap op afstand en slaan als branding op mijn kust. Golven, ik lijk mee te deinen, een gevoel van duizelend wegglijden, alsof ik wentel op de stroom. De wind blaast wolken van donkerte weg, fel zonlicht schittert op het water.
Ik had toch mijn ogen dicht?