Muziek: Marche Funèbre Op. 43 van Napoléon Coste, gespeeld door Marc Teicholz op gitaar
26 April 2023
Marche Funèbre en Voor het Eerst
Schermloze Avond Honderd Een en Veertig. Het lijkt op een priemgetal, maar dat is het niet, 141 is deelbaar door drie. We zitten nu op Koningsavond, althans voor degenen die het feestje alvast beginnen.
Opmerkelijk
Deze week heb ik niets specifieks voor Opmerkelijk. Soms gebeuren er dingen waardoor de actualiteiten naar de achtergrond gaan. Deze week mogen stikstof, CO2, politiek en de toestand rond Ongehoord Nederland wat mij betreft in hun sop gaarkoken.
Muziek in de luie Stoel
Uit het cd-rek pak ik vandaag Napoléon Coste, Guitar Works Vol. 5, gespeeld door Marc Teicholz op gitaar.
Napoléon Coste (1806 – 1883) was de zoon van een kapitein in het Franse leger. Deze was een hartstochtelijk Bonapartist, wat duidelijk wordt uit de naam van zijn zoon. Het gezin Coste verbleef een tijd in het Groningse Delfzijl dat belegerd werd door de Nederlanders, Pruisen en Engelsen vlak voordat Napoléon zijn Waterloo vond.
De jonge Napoléon leerde gitaarspelen van zijn moeder en verhuisde daarna naar Parijs op het hoogtepunt van de Gitaromanie rond Sor, Carulli en Carcassi. Daar leerde hij het vak verder en begon zelf composities uit te brengen met als resultaat 53 lijvige opusnummers. Hij had echter de pech dat hij actief was in een tijd dat de gitaar weer op zijn retour was. Twintig jaar voor zijn dood blesseerde hij bij een val van de trap zijn schouder, zodat hij niet meer op hoog niveau kon optreden, ook al bleef hij op de planken tot vlak voor zijn dood.
Zijn muziek is sterk beïnvloed door Sor, maar heeft ook sterke vroeg-romantische inslag.
Achtergrondmuziek wordt Marche Funèbre uit Op. 43, daar ben ik wel voor in de stemming.
Boek op Schoot
Afgelopen weekend ging ik op bezoek bij mijn zus, die ik al een tijd niet meer gezien had sinds de uitvaart van mijn moeder vorig jaar. Met die uitvaart kwam een einde aan een relatie met mijn moeder waarin langdurige spanningen speelden.
Mijn zus had nog wat spulletjes uit de ontruiming van de kamer van mijn moeder uit het verpleegtehuis. Daarbij zaten een aantal Sinterklaascadeautjes die we haar ooit hadden opgestuurd. Dat bleef al die jaren namelijk traditie, we zochten tegen 5 December iets aardigs voor haar uit en ik schreef daar mijn klassieke woordspelige sinterklaasgedicht bij. Verder contact was er op het laatst veel minder, maar het gedicht bleef, ondanks het feit dat de laatste jaren het contact helemaal stilviel. Met de coronacrisis als een wrange oorzaak.
We vonden het laatste cadeautje dat ze zelf wilde hebben, de jaren erna verzonnen wij zelf iets bij gebrek aan wensen. Dat cadeautje was een boek van Herman van Veen getiteld Voor het Eerst, verhalen over Ouder worden.
In dit boek beschrijft Van Veen mild, filosofisch en ontroerend zijn ervaring met ouder worden. De geest is vitaal, maar het lichaam hapert soms, schrijft hij. Bij mijn moeder was het precies andersom, alhoewel het lichaam slechts tot op zekere hoogte vitaal bleef.
Ik besluit het boek te gaan lezen, per slot van rekening ben ik ook de jongste niet meer. Na het eerste hoofdstuk leg ik het boek even weg. Er valt een papiertje midden uit het boek, dat mijn moeder blijkbaar ooit als bladwijzer gebruikte. Zou ze niet verder gekomen zijn?
Ik bekijk het, zie de titel Sint’s Muzenissen en schiet ineens helemaal vol: Het was mijn Sinterklaasgedicht bij dit boek. Het enige dat we van al die jaren nog hebben teruggevonden. Ik huil, ik ben van de kaart. Mijn zus zei het ooit eens: “Stiekem geniet ze ontzettend van jullie opgestuurde pakjes en bloemetjes, maar ze zal het nooit toegeven.”
Ik lees het gedicht en stel vast dat het goed in elkaar zit met leuke woordspelingen richting het werk van Herman van Veen. Ik ben echt blij dat ik het zo terugzie. Ondanks de oorverdovende radiostiltes, de verborgen en uitgesproken verwijten, mijn angst daarvoor en de spanning tussen ons, is er toch iets doorgedrongen.
Een citaat uit het boek van Herman van Veen ontroert me in het bijzonder, want het geeft hoop.
Was, na de dood van mijn ouders, lang een verwarde volwassen wees, totdat met het ouder worden de paniek en het verdriet plaats maakten voor de herinneringen, boomgaarden vol. Ik hoef ze maar te plukken. Sinds ik beter en beter begrijp dat de pijn niet verdwijnt door er voor weg te lopen. Die pijn hoort ook bij hen, bij ons. Ik kan nu aan mijn ouders denken zonder smart, wanneer ik wil…
Zo ver ben ik misschien nog niet, van weglopen was wel degelijk sprake, maar er is goede hoop.
Tja, mijn herinneringen met pijn kun je als je heel goed leest in een aantal verhalen op dit blog terugvinden. Behalve in een specifiek verhaal. De inspiratie daarvoor kreeg ik door een geweldige hulp vlak voor mijn moeders overlijden. Toen kon ik, weliswaar fictief, ook schrijven over de pijn van mijn moeder. Dat vind je in het verhaal Prenatale elders in dit blog.
Gitaar op Schoot
Na de leessessie van vanavond was ik nogal in de bonen. Dat is niet goed bij het koken van noten op de gitaar. Ik speel gewoon een beetje voor me heen en de recorder blijft uit.
Knutselen met Blokjes
Ik bouw verder aan het Disney Sprookjeskasteel 71040. Zakje Acht is aan de beurt. Halverwege lijkt het dat ik wat steentjes mis, aan het einde van het zakje blijkt dat het echt zo is. Gelukkig zijn het geen hoekstenen, dus de constructie blijft intact.
Wie weet kom ik ze later nog tegen!
Verhaal voor het Slapen Gaan
Ik lees nog wat verder in Voor het Eerst, verhalen over Ouder worden. Ik doe op tijd het licht uit. Mijn nacht is onrustig.