Muziek: Be Near van het album Wonderfall van Ryan Farish
11 December 2024
Kerstglitter, Muziekcrisis en Versnaren
Schermloze Avond 225. We zitten in de donkere dagen voor Kerstmis met de bekende waterkou. Brrrr! We hebben net de goede Sint uitgeleide gedaan met surprises en gedichten. De cavia’s van kleindochter Iris kregen een echte adventskalender!
Als kind kwam de periode tussen Sinterklaas en Kerst mij over als een eeuwigheid. Met een adventskalender kon je die tijd aftellen. Maar nu? In een flits ben je de tussenliggende dagen kwijt.
Kerstglitter
Het loopt weer tegen Kerst. Dat is de tijd van de kerstmarkten en de onvermijdelijke kerstshows bij de tuincentra in de buurt. Blijkbaar gaat in deze tijd de hand behoorlijk van de knip. Dat kun je wel zien aan de extra post van allerlei goede doelen.
Kleindochter Iris wilde een speciale kerstbal kopen voor in de boom bij haar thuis. Ieder jaar een speciaal balletje erbij is traditie geworden bij mijn dochter en haar gezin. Daarom gaan we op weg naar een tuincentrum in de buurt.
Veertig jaar geleden was dat nog een paar kassen met een kassa, maar sindsdien heeft de vooruitgang dit bedrijf omgetoverd tot een volledig overdekte tuinsupermarkt met gigantisch restaurant en dito parkeerplaats. Zelf iets kweken zoals vroeger, doen ze daar niet meer.
In mijn kindertijd was Kerstfeest een ingetogen gebeurtenis, zeker in de Protestantse sfeer waarin ik opgroeide. Het was ook een spanningsveld tussen hoop op vrede en het besef dat vrede er nog lang niet is. Gaandeweg is die bescheidenheid totaal verdwenen in de Amerikaanse overdreven overdaad die tegenwoordig de betekenis van Kerstmis heeft uitgewist. Zou het daarom zijn, dat er bij gewapende conflicten geen kerstbestanden meer zijn?
Die sfeerverandering merk je in het bijzonder bij de kerstshow in dat tuincentrum.
Overal branden lichtjes, er zitten behoorlijk offensieve kleuren bij. Overal knippert en flitst het, in je gezichtsveld, maar ook in je ooghoeken. Onrust alom, van vrede is geen sprake.
Het begint goed: Namaak rendieren en pinguïns zingen je in het Engels betekenisloos toe over Merry Christmas op een tenenkrommende melodie. Wat voor een geluk is dat met alle ellende in de wereld?
Overal lachen de Santas je toe, hun heigh ho klinkt vals en leeg. Rekken vol met totaal nutteloze spullen. Wie gaat in hemelsnaam zijn kerstboom vol hangen met nep-etenswaren? Ik zag zelfs stapels met gebraden-kalkoen-knuffels… Welk kind wil een zichtbaar dood dier zonder kop als knuffelbeest?
Het tuincentrum richt zich duidelijk op het hogere marktsegment: Mensen die plaats hebben voor een kerstboom van minimaal twee meter hoog en die een tuin hebben waarin je een vier meter hoge kerstlampjesboom inclusief tuidraden kwijt kunt. De prijzen van de artikelen wijzen duidelijk in die richting, voor voedselbankbezoekers is hier geen plaats. Kerst voor rijke mensen die van gekkigheid niet weten waaraan ze hun geld kwijt moeten.
De sfeer in dat tuincentrum bezorgt me geen feeststemming. Integendeel, mijn humeur keldert onder het lopen in elkaar. Ik voel heel duidelijk dat deze show hier niet klopt. Zitten we in een consumptieve “beschaving” waarin men met schone schijn de werkelijke rot en dreigende ondergang probeert te maskeren? Eentje waarin verdienmodellen de macht hebben? Wat ik hier zie, vloekt zo ontzettend met de kerstgedachte die we vroeger hadden.
Kleindochter Iris vindt ondertussen een mooi balletje. Nou ja, balletje, het is een formule 1 racewagentje met glitter. Ze gaat het ding zelf betalen met haar pasje. Jammer genoeg vergeten we naar het prijskaartje te kijken. Pas thuis blijkt waarom Max Verstappen zo goed verdient. Een kerstbal van 17 Euro vijftig? Tja, wie het breed heeft, moet het ook breed laten hangen, denken ze bij dat tuincentrum.
Dat is schrikken, maar het geld is al weg. Een goede les voor Iris, maar ook voor ons. Vooraf budget stellen, waakzaam blijven en contant betalen om fysiek te zien hoeveel je uitgeeft. Die pasjes zijn veel te makkelijk.
Muziek in de Luie Stoel
Laatst zag ik een interessant Youtube filmpje over de crisis waarin de (pop)muziek lijkt te zitten. De maker voerde twee redenen op: Muziek is te gemakkelijk te maken, en Muziek is te gemakkelijk te consumeren. Commercieel gewin is leidend.
Muziek is (te) gemakkelijk te maken. Daar zit wat in. Uit nieuwsgierigheid heb ik op een AI-site een nummer laten maken. Na wat parameters invoeren kreeg ik een gevoelig liedje dat bijna net echt klonk. Knap hoor, maar in technologische zin. De ziel ontbrak er wel aan, hiervan krijg ik geen tranen in de ogen.
Computers en software zijn zo geavanceerd geworden dat je zelfs met matige muzikanten hits kunt produceren. Artificial Intelligence krijgt een steeds grotere rol. Gevolg is een vervlakking en synthetiseren van het repertoire. Zo kan een 120 beats per minute discoritme het vijftig jaar uithouden. Zo hoor je bepaalde geluiden en riffjes overal terug.
Gemakkelijker te consumeren: Er was een tijd dat ik twee weken kranten moest lopen om een elpee te kopen. Dat maakte me kritisch, van tevoren afluisteren was standaard en mindere nummers op zo’n plaat waren eigenlijk niet acceptabel. Ik herinner me nog de voldoening dat ik een tweedehandsje van een plaat van mijn favoriete band bij Concerto in de Utrechtsestraat kon scoren met maar een paar tikjes er op. Mijn collectie telde op gegeven moment dertig elpees die ik grijs draaide.
Spotify geeft je nu alle muziek ter wereld onder je vingertoppen voor een paar cent. De maker van het Youtube filmpje rekende de inflatie van een bepaald liedje uit van elpee naar stream. Geen droog brood meer aan te verdienen. De keus is zo overweldigend, dat je muziek zapt in plaats van beluistert. Hoe kun je dan contact maken en een liedje leuk vinden?
Dat filmpje speelt in mijn achterhoofd als ik op mijn mp3 speler blader. Gemakkelijk te consumeren… Ja, mijn mp3 bibliotheek telt bijna 1400 albums, veel meer dan ik fysiek in mijn cd-kastje heb staan. Bijna 23.000 nummers, genoeg voor 1486 uur muziek. Een goede twee jaar als je twee uur per dag luistert. Een schril contrast met de dertig elpees uit mijn tienerjaren.
Ik kom uit bij Ryan Farish, een multi-instrumentalist die heel veel in zijn eigen studio produceert. Elektronische muziek en synthesizers hebben me altijd geinteresseerd, iets dat ooit begon met Klaus Schulze en Tangerine Dream. Ik kwam hem voor het eerst tegen op mp3.com (1997 – 2003), ooit een muziekplatform voor gratis mp3s. Hiermee konden muzikanten hun werk promoten. Wat een tijd met archaïsche 128 kbit mp3’s. 😉 Een soort middengolf in streaming termen.
Wat hij maakt is sindsdien steeds meer gestroomlijnd, met steeds meer instrumenten en effecten. Het blijft aan de ene kant interessant, aan de andere kant verliest de muziek zijn ziel door de gladde perfectie. Voordeel is wel, dat je er lekker bij kunt dommelen. Of is dat een uiting van de verslappende aandacht die je als luisteraar ondervindt?
Oordeel zelf: Achtergrondmuziek wordt Be Near van het vroege album Wonderfall.
Boek op Schoot
De Goede Sint bracht een opmerkelijk boekje voor me mee: De Verwarde Cavia – Terug op Kantoor van Paulien Cornelisse. De auteur is columniste en cabaretière.
Het is niet helemaal duidelijk dat de hoofdpersoon een cavia is. Ze werkt in een gewone kantooromgeving als communicatiemedewerkster. Er spelen allerlei kantoor- en organisatietypetjes een rol. Daarnaast is de Popie Jopie-, Sosjoo- en Yuppentaal erg belangrijk.
In Terug op Kantoor keert Cavia terug naar haar kantoorbaan na een tijd rondtrekken in een foodtruck met haar vriend Enzo de Goulash specialist. In korte sketches die een geheel maar beperkt aantal A5jes beslaan, schetst Cornelisse een aantal kantoor- en organisatieclichés, die ik zelf vooral uit de laatste twintig jaar van mijn loopbaan als Technisch Auteur goed herken.
Een duur betaalde wijziging van de huisstijl die inhoudelijk niets toevoegt, maar waarvoor wel een uurtje-factuurtje externe partij moet worden ingehuurd, wat komt me dat bekend voor! Het doet me sterk denken aan tomeloze drang om verouderde generatiesoftware voor handboeken als nieuw in te voeren, iets dat inhoudelijk helemaal niets heeft toegevoegd. Integendeel, het heeft alleen maar geld en verloren moeite en stress gekost.
Ook de taal die men bezigt om bijvoorbeeld ontslagen te rechtvaardigen met de bekende Bullshit Bingo, waarbij men vervolgens dezelfde fouten weer maakt, is hilarisch.
Dat was leuk en onderhoudend lezen als pensionado, ik zit bijna drie jaar niet meer in zo’n omgeving. Het is wel zorgelijk dat de denkwijzen die Cornelisse persifleert dagelijkse kost zijn in veel organisaties en de politiek.
Gitaar op Schoot
Ik ben druk met versnaren. De gelukkige is ditmaal mijn oude Contreras studiegitaar die drie jaar geleden voor het laatst nieuwe snaren kreeg. Ik pakte haar weer een keer en merkte dat de omwonden snaren een beetje gecorrodeerd waren.
Ik bezit de Contreras al sinds eind tachtiger jaren van de vorige eeuw. Manuel Contreras is een Spaanse gitaarbouwer die in 1959 een atelier in Madrid begon. Hij werd bekend door het ontwerp met een dubbel bovenblad. Na het overlijden van de oude Manuel in 1994 nam zijn zoon Manuel het over. Inmiddels is ook hij overleden en is de gitaarbouwerij overgenomen door iemand van buiten de familie.
Iemand vond in de vorige eeuw een aantal Contreras gitaren op de zolder van een ex-gitaarleraar en wilde ze op de rommelmarkt verkopen. Mijn leraar stak daar een stokje voor en verkocht ze aan leerlingen voor een veel beter bedrag. Ik heb er eentje overgenomen, maar achteraf gesproken toch te veel geld betaald, want mijn exemplaar bleek geen “echte” hand gebouwde Contreras.
Als gitaarbouwer kun je slechts een beperkt aantal instrumenten per jaar bouwen. Bij een grote vraag schakelden de bekende bouwers vaak andere ateliers in om hun ontwerpen te bouwen. Zo ook Contreras. Hij liet een generatie studiegitaren bouwen door een atelier in Valencia. Studiegitaren zijn vaak een downgraded versie van de hand gebouwde modellen en dus ook minder waard.
Ik kwam daar achter toen ik uit nieuwsgierigheid contact zocht met Contreras om meer informatie te krijgen over mijn model, omdat de kop en de versiering van het klankgat iets afweken. Toen kwam de aap uit de mouw, de bouwer was een Engelsman die destijds in het Valencia atelier werkte.
Never mind, in die tijd bestond Internet nog niet, en er zat een Contreras etiket in. Ik had beter moeten onderhandelen.
Bij het versnaren had ik pech, de B-snaar knapte bij het opdraaien. Je kunt aan het gedrag van de snaar al horen dat het mis gaat. Gelukkig had ik nog een reserve exemplaar dat ik al jaren had liggen.
Mijn Contreras heeft een Ceder bovenblad. Daardoor is de klank en de feedback zachter dan mijn Kwakkel die een Fichte bovenblad heeft. De gitaar heeft nog een reparatie gehad door de inmiddels overleden gitaarbouwer Jan Zonjee uit Amersfoort, dus na al die jaren intoneert en stemt de Contreras nog goed.
Het werd een prettig weerzien. Ik ga de komende tijd wat meer afwisselen, want een gitaar floreert bij het bespelen.
Puzzel op papier
Sinterklaas bracht een alleraardigst puzzelboek voor me mee met puzzels gebaseerd op landkaarten en geografie. Ik ben niet zo’n puzzelaar, maar dit concept is leuk. Ik los er dus een paar op.
Verhaal voor het Slapen Gaan
Ik lees een ander boek van Thea Beckman (1923 – 2004) uit. Hasse Simonsdochter, een historisch verhaal uit 1983. Dit is de stijl waarmee ze bekend is geworden. Voordeel is dat je veel beter onderzoek kunt doen naar de couleur locale van het verhaal dan in een toekomstroman waarvoor je alles moet verzinnen.
Het verhaal speelt in de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten, die werden uitgevochten van halverwege de veertiende tot ver in de vijftiende eeuw. In die tijd speelden huurlingenbendes een belangrijke rol bij de oorlogshandelingen. Beckman combineerde redelijk vrij een aantal historische figuren uit die tijd tot een verhaal.
Hasse Simonsdochter komt uit Kampen. Haar ouders verdenken haar ervan dat ze een wisselkind is en behandelen haar slecht. Daarom leert ze overleven in de draslanden van het Kampereiland. Op een van haar tochten komt ze koeiendrijvers tegen die haar willen verkrachten. Een voorbijganger, Jan van Schaffelaar, een huurling die op weg is naar zijn onderdeel, redt haar maar vermoordt een van de koeiendrijvers.
Hierdoor wordt hij in Kampen ter dood veroordeeld. Hasse redt hem door te verbidden, met hem te trouwen, waardoor de doodstraf in verbanning werd veranderd. Zo komt Hasse bij zijn huurlingenbende terecht. Ze ontwikkelen een liefdevolle verhouding en Hasse weet zich prima te handhaven.
Door de veranderende politieke omstandigheden wisselen ze van “werkgever”. Dat gaat niet helemaal goed, uiteindelijk raken ze belegerd in Barneveld waar Van Schaffelaar van de kerktoren springt om zijn gezellen een vrijgeleide te bezorgen.
Hasse ontkomt en weet met de erfenis van Van Schaffelaar een nieuw leven op te bouwen in Kampen om uiteindelijk te trouwen met de leerling van de klokkengieter Van Wou.
Het verhaal heeft een aantal interessante bijrollen, waaronder de klokkengieter Geert van Wou, de dominicaan annex aflaathandelaar Egidius en zelfs de schilder Jeroen Bosch met zijn muze. Deze zijn in het verhaal verweven, Van Wou’s leerling raakt verliefd op Hasse en Egidius wil haar als heks op de brandstapel brengen.
Het verhaal is levendig beschreven en spannend om te lezen. Dat historische figuren slim een beetje uit hun context zijn gehaald is geen bezwaar.