Ingeving

Madonna (14e Eeuw) in de Antwerpse Kathedraal

Vooraf…

Een werkweek op de middelbare school brengt je buiten de klaslokalen en daarmee ontmoet je klasgenoten in een heel andere omgeving. Toen ik de vijfde klas van het Gym overdeed, werd het werkweekthema De Vlaamse Primitieven, ofwel schilderkunst uit de tijd dat Vlaanderen een belangrijke plaats innam binnen de Lage Landen.

Dat werd een busreis langs Antwerpen, Leuven, Brussel, Gent en Maldegem met overnachtingen in jeugdherbergen. Overdag cultuur en ’s avonds jolijt. Onderstaand verhaal is geïnspireerd door een verrassend stukje cultuur in de Onze Lieve Vrouwe Kathedraal in Antwerpen.

Meddle van Trinity door Ekseption
Dit nummer doet me denken aan mijn eigen herinnering aan het meisje met de dwarsfluit.

Ingeving

“Ga een kaarsje branden…”

Ik kijk verschrikt om me heen. Niemand! Een stem in mijn hoofd, van mezelf of van iemand anders? Ik weet wat me te doen staat. De klink voelt koud aan. Ik trek de deur open, glip door de opening, de scharnieren knerpen.

De dichtvallende deur sluit de ruis van de stad buiten, het razen van het verkeer op het plein hiernaast en de opgewonden conversaties op het terras van het café aan de Groenplaats verderop verdwijnen naar de achtergrond. De echo van de deur benadrukt de stilte. Mijn hartslag vertraagt.

Ik vang het geluid van mijn voetstappen op, bedachtzaam en behoedzaam op de ongelijke stenen vloer. Pilaren en gewelven in gotiek sluiten hier de ruimte in. De spitse stenen bogen dragen de hemel. Stof glinstert in warme kleuren in de lichtbanen van de gebrandschilderde ramen. De lucht geurt naar ouderdom en verlatenheid als in een grot diep onder de aarde. Ik ontwaar de scherpe odeur van kaarsenpitten en wierook als ver levensteken.

Het geluid van een vleugelslag hoog in de ruimte leidt me af, een mus fladdert zenuwachtig in het licht van de kleurige heiligen in glas op zoek naar ontsnapping. Ik volg het diertje op zijn vlucht, kijk steeds verder omhoog, strek me uit en verlies bijna het contact met de aarde. Als ik ook eens vliegen kon! De vogel verdwijnt in een van de kieren van het gewelf. Ik luister, maar hoor een tijdje niks meer van het vogeltje, het heeft ongetwijfeld de vrijheid gevonden.

Ik struikel over een opstaande vloertegel. Het gerucht van mijn schrik golft door de ruimte. Geïrriteerd kijk ik naar de vloer. Requiescat in Pace MDCCLVII in versleten letters. Een schedel met beenderen toont de betrekkelijkheid van het leven. Memento Mori…

“1757… Die ligt hier al behoorlijk lang… “

Ik schrik, hoe kan mijn fluistering hier zo’n lawaai maken?

De stilte heeft hier een stem, de ruis van de holte. Zo hoor je de zee in een schelp. Ik kijk om me heen, maar zie niemand in het halfduister die zich kan verbazen over mijn onhandigheid. Verderop flakkert warmgeel licht. De kapel … Er is niet veel veranderd …

Ik blijf staan kijken naar het beeld bij de ingang. Een vrouw in marmer, haar kleding in zwierige plooien en een peuter op haar arm. Het kind glimlacht zijn moeder toe en streelt haar wang alsof het zeggen wil: “Je hebt toch beloofd een spelletje te doen met me? Kijk, ik heb de bal al opgezocht!” De moeder kijkt hem teder aan, ze is gecharmeerd dat hij haar in zijn spel betrekt.

Hoe anders is dit Madonnabeeld dan het beeld dat verderop in de kapel staat! Daarin is ze majesteit, ongenaakbaar, met een klein koninkje op de arm dat eigenlijk haar Meester is. In koninklijk gewaad, getooid met scepter en kroon, op grote afstand van het volk. Ik weet wie ik liever om voorspraak zou vragen.

De kaarsen staan in de kapel. De madonna straalt in een zee van kaarslicht, gekleed in filigrein bewerkt kant en brokaat. Ik pak een aantal kaarsen, werp wat munten in het offerblok en steek ze op. Ik vind een vrije plek en voeg ze zo toe aan de vlammenzee.

De madonna, de moeder die geen vrouw mocht zijn… Een ideaalbeeld, Moeder Maria, altijd luisterend, altijd bezig met voorspraak bij de strenge Mannen van de Goddelijke familie…

Sagrada Familia.

Ik denk aan een andere vrouw, die wellicht te vroeg mijn moeder is geworden, nog voordat ze als vrouw haar eigen vleugels kon uitslaan. Die geen voorspraak kreeg, maar afwijzing en een zachte maar duidelijke dwang van de broeders en zusters om de misstap na openbare schuldbelijdenis met een huwelijk goed te maken.

Nee, een Moeder Maria werd ze geenszins voor me, haar voorspraak was meer een stille dreiging van straf door het hoofd van het niet zo heilige gezin. Als ze zelf voor die tijd de executies niet uitvoerde, tenminste, want dan was haar stem de boodschapper van het vonnis. Een levenslange spanning tussen willen en mogen, die nooit is weggegaan.

Toch steek ik kaarsjes voor haar op… Waarom? Om haar bij te lichten op de weg van waanzin, geestvernauwing en vergetelheid die ze nu is ingeslagen? Een stil gebed dat de vergetelheid de andere twee spoken voor zal zijn voordat ze zichzelf er écht bewust van wordt?

Ik sla nog een blik op de plek waar mijn kaarsen branden. Ik draai me om en kijk naar de vrouw in marmer met haar peuter op de arm.

“Zo had het tussen ons moeten zijn”, bedenk ik me met spijt.

***

“Wat zoek je?”

Hij wierp een snelle blik om zich heen, mensen genoeg maar niemand die iets zei. Een stem in zijn hoofd, van hemzelf of van iemand anders? Hij liep alleen door de stad, een paar van zijn klasgenoten waren in het café blijven zitten, maar daar had hij geen zin in. Hij wilde frisse lucht, geen bier, lawaai en flipperkasten.

Dit was de eerste stop op de werkweek van zijn nieuwe klas. De buschauffeur had de hele meute en de begeleidende leraren afgezet op de Groenplaats. Vrij wandelen, maar wel opschrijven waar je overal Vlaamse Primitieven tegenkwam. Voor het gros van de tieners was het doel het eerste Staminee op de route. Werkweken… Cultureel, dat wel, maar het werken valt gelukkig mee…

Hij was duidelijk aan het wennen aan iedereen. Het was er wel gezelliger dan in de vorige klas, wat dat betreft was het een verbetering. Soms kun je beter nieuw leren kennen dan iets ouds onderhouden.

Hier moest hij zijn. De klink voelde koud aan. Hij trok stil bijna behoedzaam de deur open en glipte door de opening.

De stilte was adembenemend, de rust van een ritueel dat hij van huis uit niet kende. Verwonderd verkende hij de ruimte. Met een blik van verrassing bestudeerde hij het kleurig gefilterde licht dat in stralen naar beneden reikte en warm op een beeld bij een portaal viel. Een vrouw met een kind op haar arm. Er stond een zwartharig meisje naar haar te kijken. Ze deelden het licht.

“Hee, dat is Sylvia!”, herkende hij.

Klein en dartel met haar dwarsfluit bij de muziekles, en haast een beetje wild als ze haar idool Ian Anderson van Jethro Tull imiteerde, inclusief zijn zang in het zilver. Maar ook sereen en ingetogen toen ze Apocalyps zong op het schoolsongfestival, begeleid door de gitaarakkoorden van haar broer met haar fluit op schoot voor de solo van afscheid en verdriet.

“Wil je dansen, Rosalinde, wil je dansen heel de nacht?” zong de herinnering in zijn hoofd.Hij knikte bevestigend in zichzelf.

Heel voorzichtig kwam hij dichterbij en bleef op een afstandje staan. Sylvia keek naar de vrouw in marmer, en tot zijn verbazing keek de vrouw in marmer terug. Ze deelden een geheim met elkaar, en beiden glimlachten. Ze leken wel zusjes. De peuter op de arm van de marmeren vrouw keek nieuwsgierig toe.

Sylvia merkte hem op. Haar glimlach bleef, de vrouw in marmer werd weer wie ze was.

“Hee Frank, wat doe jij hier?”

“Geen zin om in ’t café te hangen, dus ging ik aan de wandel. Mooie plek hier. Lekker rustig.”

“Ik brand altijd een kaarsje als ik een kapel tegenkom. Ik hou van de lichtjes.”

“Waarom doe je dat?”

Sylvia liep naar binnen, pakte twee kaarsen, wierp een aantal franken in het offerblok, stak de kaarsen op en zette ze op een vrije plek, waar ze zich verenigden met de vlammenzee.

“Twee, eentje voor mijn vader, en eentje voor iedereen die dat nodig heeft…”

“Waarom voor je vader? Is hij ziek?”

“Vorig jaar gestorven. Zo praten we nu met elkaar…”

“Vroeger niet?” vroeg hij voorzichtig.

“We praatten niet, we maakten gebaren. Hij liet me nooit uitpraten”, ze glimlachte weemoedig, “hij zag het altijd anders. Ons perspectief is nu veranderd, en nu praten we met elkaar in lichtjes.”

Het gebaar raakte hem, maar toch miste hij iets bij haar onbaatzuchtigheid. Hij diepte wat losse munten op uit zijn zak en kocht ook een kaarsje. Met de vlam van haar vuur ontstak hij de pit van de zijne.

“Eentje voor jou…”

Ze glimlachte met een speelse blik in haar ogen. “Waarom denk je dat ik dat nodig heb?”

Hij had op dat moment geen woorden voor een antwoord.

***

Ik sla nog een blik op het gelaat in marmer.

“Ja, ze leek er toen precies op… wonderlijk, maar we zijn allebei ouder geworden… ik vraag me af hoe ze er nu uit ziet.”

Ik blijf staan. Ik sta erbij stil. Hoe genadeloos de tijd kan zijn. Ik sta in het heden, zij blijft in het verleden. Ik wil daar niet meer naar terug, ook al hielp ze me destijds te ontsnappen aan die andere vrouw waar mijn kaarsjes op dit moment voor branden. Is nu ook mijn perspectief veranderd? Ik zie het nog niet.

Waarom steek ik die kaarsjes op? Voor mijn moeder die zestig jaar geleden liever vrouw had willen zijn? Ik denk aan haar sluipende waanzin die zich nu als een kanker in haar hoofd verspreidt: “Wat gebeurt er als het licht bij haar echt uit gaat?” vraag ik me af, “als wat herkent ze me dan nog?”

De moeder en het kind in marmer glimlachen naar elkaar. Zij weten het. Het mysterie van leven, dood, overgaan en opnieuw geboren worden. Een eindeloze cyclus van ontmoetingen. Ik weet alleen niet wanneer…

“Misschien moet dat ook niet…”, sust een gedachte me, “anders ga je er maar op rekenen…”

De stilte benadrukt het lawaai in mijn hoofd. Ik snak naar de ruis van de stad, het razen van het verkeer op het plein hiernaast, de opgewonden conversaties op het terras van het café aan het plein.

De deur van de kathedraal valt achter me dicht. Mijn echo blijft binnen.

1 gedachte over “Ingeving”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven