Vooraf…
In de Romeinse tijd was een Gladiool ofwel Zwaardbloem symbool van kracht, overwinning en trots. De naam van de bloem heeft duidelijk relatie met Gladius, het Latijnse woord voor zwaard. Niet voor niets werden in de populaire legende gladiatoren na een overwinning gehuldigd met deze bloemen. Meestal tijdelijke roem, want zeker voor gladiatoren gold in de strijd heden ik, morgen gij.
De uitdrukking De Dood of de Gladiolen schijnt uit de wielersport te komen, want daar vormden deze bloemen een onderdeel van het overwinningsritueel. Ik kan me zo voorstellen dat je op de klim van de Muur van Geraardsbergen op de kasseien het gevoel hebt dat je doodgaat en uitziet naar een gunstig resultaat met Gladiolen.
Gladiolen zijn onlosmakelijk verbonden met de Nijmeegse Vierdaagse. Op de dag van de glorieuze intocht na vier dagen sappelen doopt men de St. Annastraat om in Via Gladiola en worden de bloemisten rijk van de verkoop van Gladiolen.
Zwaardbloem… een Nomen est Omen in dit verhaal. Soms kan een bosje bloemen tot verwijdering leiden, maar ook de herinnering terugbrengen aan een liefde die nooit verloren is gegaan.
Een verhaal in zeven afleveringen.
Gladiolus Rag (1907) van Scott Joplin
September 1982
Het is vroeg in September. Een mooie nazomer houdt de herfst nog even op afstand. De zon tekent grillige schaduwen op het natuursteen en het marmer van de zerken onder de bomen. Ze verduisteren de glans van woorden van herinnering, voor zover die zelf al niet zijn vervaagd in de tijd.
Een oude vrouw loopt voetje voor voetje over het grindpad. Ze draagt een bosje gladiolen bij zich. Ook al is het bosje klein, ze voelt een gewicht dat haar lichaam in een buiging naar de grond lijkt te dwingen. Alsof de ontwortelde bloemen haar terug willen trekken naar waar ze vandaan kwamen, de omhelzing van de vruchtbare aarde, de duisternis waarin wortels zich kunnen vertakken. Terugkeer naar haar oorsprong. Stof tot stof.
Dat graf lijkt ieder jaar verder van de uitgang!
Ze bestudeert het netwerk van paadjes tussen de zerken. Even twijfelt ze tussen links en rechts.
Vroeger lag hij aan de rand, er zijn er heel wat bij gekomen sinds die tijd.
Ze hijgt. Vroeger draaide ze haar hand niet om voor veertig kilometer lopen per dag. Nu lijkt vijfhonderd meter grindpad naar het graf al op een marathon.
Even pauze…
Ze wist het zweet van haar voorhoofd en bestudeert de teksten en sterfdata op de grafmonumenten. In Liefdevolle Herinnering. Altijd in Ons Hart. You’ll Never Walk Alone.
Soms ergert ze zich aan deze post-mortem zoetsappigheid. Zij denkt zelf niet altijd in liefdevolle herinneringen. De mortuis nisi sil bene is gewoon niet waar! In het gunstigste geval is het voor haar een mix van woede en verdriet. Een herinnering aan eenzaamheid, ook al woonden ze samen in hetzelfde huis.
You’ll Never Walk Alone, dat gold niet voor ons!
Ze zet zichzelf in beweging. Nog een paar honderd meter en dan is ze bij de finish. Ze trapt een grindkeitje tegen een zerk. Een scherpe tik. Ze stopt en kijkt om zich heen. Is ze verdwaald? Deze plek kent ze niet. Ze onderzoekt de grafmonumenten om haar heen.
Piet Wandelaar 1917 – 1951. Ja, 1951… wandelen, dat weet ik nog. Een blik op de steen ernaast. Florien Bakker 1932 – 1951. Die stenen bloemen op haar graf komen me bekend voor. Een kindergrafje: Laura 1952. Och arme, in dat jaar liep ik net zelf met de kinderwagen.
Ze dacht dat ze alle grafstenen hier kende, waarom had ze deze nog niet gezien? Charles Wegmans 1940 -1968. Toen stond ik voor het eerst alleen langs de Sint Annastraat. Julia Passiflora 1936 – 1969. Mooie naam, doet me herinneren aan… François de Winter 1946 -1992. Een paar tranen tonen haar herinnering aan dat jaar.
Ze is verward, ze moet even zitten en strijkt neer op een bankje aan het grindpad. De sterfdata vloeien samen met haar herinneringen als een Polygoonjournaal in haar hoofd.