Dood en Gladiolen (3)

You ‘ll Never Walk Alone van Gerry and the Pacemakers

Zomer 1952

Sylvia duwt de zware kinderwagen voorwaarts langs de drukke Sint Annastraat. De zuigeling van vijf maanden oud protesteert als ze over een opstaande stoeptegel hobbelen. Een bos gladiolen deint op het dekentje mee.

Een halve dag in de bus en de trein met zo’n ding, je moet het er maar voor over hebben. Dat verschonen in het toilet van een café is een ramp. En iedereen zit je aan te staren als je de borst geeft.

Ze slaat een blik van afgunst richting de menigte wandelaars op de weg. Voorlopig niet voor haar, zij had de plichten van haar moederschap en daar hoorde geen Vierdaagse bij.

Voor mij geen Via Gladiola…

Een jaar en een paar maanden geleden was haar iets te opwindende samenzijn met Karel aan het licht gekomen. Haar moeder hield haar maandstonden nauwgezet in de gaten en het viel haar direct op dat ze plots ophielden. “Nu wordt er getrouwd!” was haar oordeel, “en ik weet met wie!”

Er was geen ontsnapping mogelijk, de bruiloft kwam snel, nog net op tijd, niks te zien, alles netjes in orde, geen schande over de familie. En toen werd het wachten tot ze aan de beurt waren voor een huis. Er zat niks anders op dan bij haar ouders in te gaan wonen met Karel (zijn moeder was blij dat hij trouwde, dan kwam er een kamer vrij voor de kostgangers) en de baby. Een ware hel. Gelukkig konden ze over twee maanden verhuizen en eindelijk goed aan elkaar wennen zonder eeuwig commentaar van haar moeder over wat passend was en wat niet en alles wat ze verder fout deed.

Haar kersverse echtgenoot zat niet voor niets op de wandelclub, hij had wandelen als hobby, nee zelfs als passie, hij zou het liefste de benen uit zijn lijf lopen. Daarom stond ook jaarlijks de Vierdaagse van Nijmegen op het programma. Ze had graag meegelopen, maar met een kinderwagen en een kleintje dat een aantal malen per dag de borst moest hebben, was dat niet erg praktisch.

En daar sta ik nu met dat bosje verdomde gladiolen!

Ja, Karel vond dat zijn vrouw moest delen in zijn persoonlijke triomf over de honderdzestig kilometer. Moest zien hoe hij getooid was met het Vierdaagse-kruis. Ach, ze deed dat ook voor hem, maar wat had ze graag zelf deze afstand gelopen!

De menigte lopers wordt steeds dichter, de toeschouwers dringen op. Sylvia kijkt haar ogen uit. Omstanders rennen naar de wandelaars en drukken hen gladiolen in de hand. Sylvia strekt haar nek uit, waar is Karel toch? Daar! Ze grijpt de bos gladiolen.

“Past u even op de kinderwagen?” vraagt ze een oude vrouw in het publiek, “ik ben zo terug!” Met de gladiolen in de hand stormt ze het deelnemersveld in.

Ze valt Karel om de hals en drukt hem de bloemen in de hand. Doodvermoeid werpt hij een dankbare blik op haar en sjokt door naar het laatste controlepunt. Op weg naar het Vierdaagse-kruis.

“Ik zie je straks op het station!” zegt ze snel, “ik moet achter mijn kinderwagen aan!”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven