Ultrakortjes over Relaties

Vooraf…

UKVs zijn zeer geschikt om snelle invallen, lees hersenspinsels, te verwoorden, flash-thoughts en flash fiction zijn wel compatible met elkaar.

Favoriet onderwerp van snelle invallen, associaties en ook hersenspinsels zijn relaties. Hoe vaak doet een locatie of liedje op de radio je niet plotseling denken aan die verloren liefde van vroeger, waar je weliswaar al lang overheen bent, je hebt zelfs een nieuw lief, maar die pijn en verloren hoop blijven toch in je systeem zitten?

Die flash-(back)-thoughts overkwamen me ook in de tijd dat ik regelmatig Ultrakortjes schreef. Oude liefdes, oudertrots, vriendschap met verwarrende emoties, hoop voor de toekomst die je van een jonge generatie meekrijgt. Op de een of andere manier ben ik daarin korter dan de andere verhalen. Gevoel voor kwetsbaarheid? Of de lezer wat meer vertrouwen dat ze de essentie tussen de regels vandaan houden?

Het zijn gedachten die je snel even fixeert voor ze definitief uit het zicht verdwijnen. Daar gaan de onderstaande UKVtjes over.

Het zijn ze niet allemaal, overigens. Het vreemde is, dat juist deze categorie gevoels- en relatie UKVs het ’t beste doet voor publicaties, twee stuks staan al in een bundel en zes zitten er in de redactieronde voor een andere collectie. ; -) Tja, en dan moet je ze niet eigenmachtig op Internet zetten, ook al vormen ze een compleet verhaal met de exemplaren die hier al staan.

Aanvulling 20 Juli 2019

Ik heb twee ukaveetjes bijgevoegd, Curves en Afstand bleken in de redactieronde het minst geschikt voor publicatie. Nieuwsgierig naar de overige verhalen (Erfstuk, Droogte, Banaan en Burn-out)? Lees ze tezijnertijd in de bundel Kort en Prachtig 2.

Verdere aanvullingen

Soms krijg ik een ideetje. Die voeg ik boven aan deze verzameling. 😉 De bovenste is de nieuwste.

Old Friends van Paul Simon, gespeeld door Manuel Barrueco op klassieke gitaar

Nostalgie

De baliemedewerkster gebaart: “Gaat u zitten, de advocaat komt zo.”

Wouter fronst: “Ik hou niet van wachtkamers.”

“Ga dan wat lezen,” zucht Anja, “gezellig is hier anders.”

Wouter verdiept zich in zijn Smartphone.

“Wat lees je?”

“Iets van een profeet, Gibran of zoiets.”

“Hee, dat boek ligt nog ergens. Derde doos boven. Wat zegt hij?”

“Tussen wat wordt gezegd en niet bedoeld en wat wordt bedoeld en niet gezegd gaat de meeste liefde verloren…”

“Weet je nog,” Anja aarzelt, “dat we ooit zeiden wat we bedoelden en nooit woorden hadden?”

“Dat is nostalgie.”

“Dus daar is onze liefde gebleven.”

Afstand

Het bolletje licht groen, zijn vinger kruipt richting het icoon van de boodschapper. Het portret verbergt zich in grijs. Lettertekens en kleurige emotiesymbolen springen tevoorschijn. Vorige berichten suggereren sein op rood.

Zal ik…

Nee. Zijn vinger verstijft. Hij trekt hem haastig weg en veegt terug naar het beginscherm. De tijd grijnst hem digitaal toe.

Dacht je nu werkelijk dat je woorden ook maar iets kunnen toevoegen? Ze lijdt haar eigen weg. Duimendraaien op een Smartphone verandert daar niks aan.

Hij kijkt nog eenmaal om. Het navigatiesysteem toont ‘Terug naar Huis’. Nog nooit was de afstand zo groot.

Curves

‘Deze grafiek heeft tweede en derde boventonen in zich…’

Slanke vingers schetsen een sinusoïde op het bord. Frank volgt haar handbewegingen die de curves van haar kabeltrui speels voortzetten op de welvingen daaronder. Hij zucht als haar natuurkunde verandert in zijn biologie die een liedje zingt in zijn hart. Een droom brengt hem naar de golven van de zee, hand in hand.

De docente kijkt hem met een twinkeling aan: ‘Wat gebeurt er als je het trillingsgetal verandert, Frank?’

Hij schrikt op, een hoofd als een boei. ‘Eh… harmonie?’

Was ik nu maar Einstein, flitst het door hem heen.

Gelukkig!

Omhelzing. “Hou je haaks!”

Mijn dochter zwaait door het couperaam. Een kleurige glimlach in blond.

Lang geleden: Blond met krullen (een droom in maanlicht), een trieste blik in zwartwit, liefde bekend, maar vriendschap verraden. De trein vertrekt, neemt de liefde en mijn leven mee. Ik zie achterlichten verdwijnen in de mist van mijn tranen.

Nu: Ik zwaai en voel de warmte van een arm om me heen. Lang rossig haar kriebelt tegen mijn wang.

Gelukkig! Het leven gaat door!

Liefde bekend, Vriendschap verraden

Haar ogen flitsen van woede, met een nijdige beweging veegt ze de blonde krullen uit haar gezicht.

“Hoe kon je dat doen!”

“Maar…”

“Had je me dat niet eerder kunnen vertellen?”

“Eh… Ik durfde niet…”

“We zijn toch vrienden? We kunnen elkaar toch alles zeggen?”

“Dit ook?”

“Nee! Ik voel dat helemaal niet voor jou. Had niks gezegd. Zo verpest je onze vriendschap! Dat vergeef ik je nooit!”

Relatietherapie

“Alle onderdelen zijn er. Ikea klopt altijd.”

“Kunnen we eindelijk aan de gang met dat bed.”

“Dat ligt aan jou, niet aan Ikea.”

“Leuk hoor. OK, blaadje 1. Onderdeel 4 in gaatje 3.”

“Weet je zeker dat je ’t aan de goede kant erin schroeft? Er zitten gaatjes aan beide kanten.”

“Tuurlijk! Read the fucking manual.”

“Dat doen we al jaren niet meer.”

“Da’s jouw probleem. Als we dat deden, hadden we niet zo vaak woorden.”

“Jij bent ook nooit duidelijk. Bouw nou maar door.”

“Shit!”

“Wat nu weer?”

“De hobbykamer is te klein.”

“Toch maar relatietherapie?”

Loslaten

Kramp schiet door mijn kuiten. Ik probeer overeind te komen.

“Gaan staan, gaan staan!” schiet door mijn hoofd.

Mijn lichaam is te traag, de pijn snerpt door mijn benen. Ik verstijf in paniek, zweet loopt langs mijn rug, ik kan een schreeuw van angst niet onderdrukken. Met moeite zoek ik steun aan de muur. Hijgend probeer ik de kromgetrokken spieren te strekken.

Mijn hart slaat wild. Langzaam trek ik mezelf weer recht, maar de gevangenschap blijft. Niet vergeven verleden dreigt naar mijn heden.

“Loslaten!” zegt mijn engel, “je schiet niet voor niks in de kramp, je moet loslaten!”

Lieveke

Een wervelwind. Blonde krullen, schitterende ogen. Aait de poes, stormt naar de knuffels, zet de pop het mutsje op en drukt de beer de afgezakte bril op de neus.

Een omhelzing. “Ik hou van jou, Oma!” Verraste stilte. “Ik vind jou echt lief hoor, Oma!”

“Dank je, lieverd!”

Verstild bid ik dat ze dit altijd mag blijven houden, de liefde en de drang om haar te delen.

Ze kijkt me onderzoekend aan, sprint naar me toe en knuffelt me.

“Ook van jou hoor, Opa! Gaan we nu kaartjes doen?”

Met een lach duik ik in de ladekast.

Oorsprong

Grrraaauw!

De Tyrannosaurus zet zijn tanden in de nek van een Triceratops en schudt diens kop heen en weer. Ik hoor nekwervels knappen, het roofdier brult zijn overwinning.

“Dino-saurussen zijn mooi, he opa?”

Ik schud de droom uit mijn hoofd. Geconcentreerd beweegt kleindochter Iris twee rubberen Dino’s over de keukentafel.

“De juffrouw zegde dat mensen nog niet bestonden toen er Dino-saurussen waren.”

“Klopt.”

Het meisje fronst nadenkend: “Opa, waar waren wij voordat er mensen bestonden?”

“Heeft de juffrouw dat niet verteld?”

Ze schudt haar hoofd: “Weet jij het, opa?”

In stille verwondering begin ik het verhaal dat ik niet weet.

Ontmoeting

Soms volstaat een eerste oogopslag
van een reisgenoot die je plots herkent
als een raakpunt op een vervlogen dag
dat je verrassend niet als puur toeval erkent.

Nee, geen liefde op het eerste gezicht,
dan krijg je echt een heel ander gedicht.
Het is meer een nieuwsgierigheid,
van wie herken ik uit die verleden tijd?

Is het een vervlogen tijd uit dit bestaan,
herinnering aan een weg eens begaan?
Of gaat het verder, een kruispunt in de tijd
waarin je gaandeweg ontelbare levens leidt?

Verongeliket

Je liket mij niet meer,
wat ik ook schrijf,
In vervreemding blijf
ik achter in verwarring,
pen verstijfd in verstarring
als een vleugel zonder veer.

Je liket mij niet meer,
wat ik ook tussen de regels zeg.
Inspiratie vlucht met de muze weg,
geeft letters over aan vruchteloze strijd,
over elkaar heen vallend in stil verwijt,
ze missen jouw verweer.

Ooit liketen we elkaar,
in onbenoemde overtuiging
van wederzijdse zinsverbuiging.
Verongeliket maakt letters moedeloos,
mijn schrijven is nu ijdel en doelenloos,
de pen voeren valt me zwaar.

Autopsie

“Wanneer ging het mis tussen ons?”

“9 Februari 2004. De dag van het duimpje.”

“We kennen elkaar toch pas drie jaar?”

“Op die dag ontstond de oorzaak van onze problemen.”

“In het begin schreven we elkaar nog brieven.”

“Goh ja, met kloppend hart naar de brievenbus…”

“Ik weet het nog. Kriebelhandschrift, knisperend papier, een mooie kinderpostzegel. De sensatie van elkaar leren kennen op en tussen de regels en in woordenspel. Nu hebben we een computer en een smartphone.”

“Met apps die onze drang naar wederzijdse erkenning exploiteren.”

“Lijkjacht?”

“Inderdaad, daarom zitten we nu in autopsie.”

“Beter ontleed dan ontvriend…”

Opgesloten

Avatars glimlachen dag en nacht. Ze typt ze welwillend toe. Facebook schittert feelgood.

‘Oxazepam geeft u rust. Lage prijzen. Pharma.online.net’, flitst het in kleur. Nee, hoeft niet, waarom zou ze slapen?

Ze legt haar hart bloot, likes stromen langs. De wereld voelt met haar mee. Een moment…

Waar is de wind door haar haren? De zon op haar gezicht? Haar handen in de aarde? De energie van verbondenheid? De overtuiging dat ze er mag zijn?

Een blik. Buiten is het pikkedonker. De kachel staat hoog, toch heeft ze het koud.

Het laptopscherm is het enige raam in haar traliedeur.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven