Musiceren en Publiceren
Fantasia op de Harp van Ludovico van Alonso de Mudarra uit een van de eerst bekende muziekpublicaties: Tres libros de música en cifra para vihuela
Wie schrijft, die blijft…
Oud gezegde
Het notenschrift was in het begin voor mij geheimtaal, ik had werkelijk geen idee wat er op en tussen die vijf lijntjes stond. Heel vroeger op de lagere school had ik eens gehoord, dat het iets met do-re-mi te maken had. Met mijn eerste gitaarles begon het me te dagen, maar een snelle lezer was ik niet. Ik kon stukken noot voor noot uitzoeken, maar leerde ze uit het hoofd om ze voor te kunnen dragen.
Ik leerde pas echt noten lezen aan de piano bij mijn vrouw Erna. Zij speelde, ik zat ernaast en sloeg op tijd de bladzijden om. Hoe langer haar stukken, des te meer oefening ik kreeg. Ik ontdekte de relatie tussen notatie en uitvoering. Zo ontwikkelde ik ook op de gitaar een zekere leessnelheid.
Toen ging er een wereld voor me open. Ik kon nu muziekboeken lekker gaan doorbladeren op zoek naar leuke speelstukken. Dat deed ik uitgebreid, de kopieermachine stond in die tijd niet stil. Omdat ik vrij snel kon lezen, werden mijn speelmappen steeds dikker en de muziekboekenplank steeds zwaarder. Een klein nadeel kwam er wel, door het grote aanbod werd de afwerking wat minder (ik had nogal een drive om steeds nieuw materiaal uit te zoeken) en had ik er ook minder behoefte aan om stukken uit het hoofd te leren zoals in het begin.
Begin jaren 90 verscheen de computer in de huiskamer en daarmee kwam er ook een nieuwe ontwikkeling op gang, de muzieknotatiesoftware. Dat intrigeerde me: Ik begon mijn aarzelende pogingen om muziek te noteren op een Amiga 500 met het aloude programma Deluxe Music Construction Set.
Muzieknotatiesoftware had/heeft belangrijke voordelen, het resultaat is veel netter dan handschrift, je kunt veel gemakkelijker wijzigen zonder geklieder en je kunt het resultaat afspelen als je geluid hardware in je computer hebt. Op die manier kun je bijvoorbeeld op gehoor gaan arrangeren door gewoon te experimenteren tot het goed klinkt. Als je maar volhoudt, kun je zelfs zonder muziektheorie een eind komen.
Al snel werd de Amiga opgevolgd door de pc en kocht ik –ook ten behoeve van mijn arrangementen bij DOS Amigos – het programma Musicator for Windows. Door mijn arrangeer-activiteiten op de computer kreeg het gitaar duo uiteindelijk de naam DOS Amigos, een duidelijke verwijzing naar het aloude operating system voor de pc dat inmiddels in de mist der tijd is verdwenen.
Ik had het net over arrangementen. Dat werd een sport van me in de tijd van het gitaar-fluit duo. We hadden een beetje gebrek aan passend repertoire en daarom maakte ik arrangementen voor duo uit solo materiaal voor gitaar. Eerst deed ik dat wat moeizaam met potlood en papier en later met de muzieksoftware op de computer.
Op gegeven moment had ik een leuke verzameling stukken, zodat mijn vrouw Erna opperde om dat maar eens naar een uitgever te sturen. Ik wist dat Van Teeseling uit Nijmegen veel Nederlands materiaal uitgaf en ja hoor, ze wilden het publiceren. Vandaar dat nu drie boekjes voor fluit en gitaar in de winkel verkrijgbaar zijn. Je verdient er geen goud aan, maar het idee dat je als amateur zo ver hebt kunnen komen is erg leuk!
Musicator werkte zo lekker dat ik besloot om ook mijn eigen collectie bladmuziek op te bouwen. Zo kon ik de leesbaarheid waarborgen (veel kopietjes van vroeger waren ontzettend vaag geworden) en de lay-out gemakkelijker maken, zodat ik zo min mogelijk hoefde te bladeren bij het spelen. Ook hielp Musicator me bij nieuwe stukken om een indruk te krijgen hoe het klonk.
Die collectie was bescheiden gebleven als ik niet een belangrijke drijfveer had gekregen, de DOS Amigos Homepage. In 1998 begon ik deze website met als bedoeling om public domain gitaarmuziek te delen. Sindsdien is er op deze site een groeiende collectie van solo-, duo en ensemblemuziek voor gitaar verschenen. De site is een stukje van mijn eigen muziekgeschiedenis, want met ieder stuk van de verzameling ben ik zelf op de gitaar bezig geweest. Wat overigens niet wil zeggen dat ik op dit moment alles op het toneel uit kan voeren, hoor!
Ondertussen heb ik mijn gereedschap een upgrade gegeven, Sibelius en een MIDI-keyboard zorgen ervoor dat ik in een redelijk vlot tempo nieuw materiaal kan aanmaken, wat ook regelmatig gebeurt.
Arrangeren en publiceren, dat klinkt aardig professioneel. Desondanks bleef ik bij mijn leest, het technisch schrijven. Wel nam ik me voor me meer te verdiepen in de theoretische achtergrond van het arrangeren.