Afslag Gemist? (6)

Music van het album Rebel van JohnMiles

Verliefd op de Gitaar…

Music was my first love
And it’ll be my last
Music of the future
And music of the past.

John Miles

Ik doorliep de middelbare school met wisselend succes, ik was niet iemand voor hele hoge cijfers en als je de verzuchtingen van mijn ouders mocht geloven liet ik regelmatig na om een goed stel hersens eens een keertje voor een goed doel in te zetten. Het eerste en het vierde jaar van het Gymnasium ging ik met de hakken over de sloot over en liep daarbij taken op ( 🙁 een leuke manier om je vakantie door te brengen!) Het vijfde jaar ging het toch helemaal mis. Ik kon daarop een jaar lang vaststellen dat sommige leraren standaardgrapjes hadden bij hun lesstof voor het vijfde jaar.

Ik had wel het geluk dat ik in een heel sociale en gezellige klas terechtkwam, ik bleek er tot mijn verwondering naadloos in te passen en deed er nog vrienden en (pogingen tot) vriendinnen op ook! Daarbij kwam dat de muziek bij velen een actieve rol speelde, een heleboel klasgenoten bespeelden zelf een instrument en daarbij was de klassieke gitaar behoorlijk populair, drie van mijn klasgenoten wisten zelfs hoe je met zo’n ding mooie klanken kon produceren.

Een van die gitaristen – Hans Dekker – woonde in de buurt van school aan de Jacob Obrechtstraat, vlak achter het Concertgebouw. Zijn vader had een installatiebedrijf. Het gezin woonde boven de winkel, op Hans na die een juweel van een woonkelder had. Je ging de trap af, liep door het magazijn heen tussen de pvc-pijpen en verdeelkasten door en dan stond je in een gezellig ingerichte kelder waar je een heel schoolfeest kon houden. En dat gebeurde steevast als hij jarig was of gewoon zin had in een klassenavondje.

Er waren daarbij nog twee andere klasgenoten – Carol van Wieren en Jan Belmer – die een klassieke gitaar konden vasthouden. Een Yamaha van 150 gulden was toentertijd het werkpaard, behalve voor Jan, want zijn vader had de subsidie voor een veel duurdere geleverd

Ze kwamen weleens bij elkaar in het keldertje van Hans Dekker om te spelen als er tussenuren waren, en op een keer mocht ik mee.

Net zoals je je eerste verliefdheid altijd zult blijven herinneren, weet ik nu nog waarmee ik toen verkikkerd werd op de gitaar. Romance d’ Amor in ensemble uitvoering met een vleugje humor, Lesson for Two Lutes, Drewries’ Accordes en de Prelude in D klein BWV 999. Ik kan me de sfeer en intonatie nog precies voor de geest halen.

Daar stond ik dan met een onvermoed en onvervuld verlangen. Ik moest en zou zo’n ding zelf hebben, ik wilde dat ook leren, die mooie muziek spelen. In eerste instantie hield ik het voor mezelf. Wat dat betreft leek het ontzettend op een verliefdheid, dromen over mogelijke scenario’s, je voorstellen hoe het zou zijn en hopen dat het universum zich zou plooien om dit alles mogelijk te maken. Zonder zelf actie te durven nemen… Ik kwam zodoende ook met de gitaar niet verder dan verzuchten voor de etalage van Sacksioni aan de Ruysdaelstraat of die van Hampe aan het Spui.

Toen wilde het geval dat mijn oudste zus, die buitenshuis bij het uitgaan veel ondernemender was dan ik, een nieuw vriendje opduikelde. De jongen deed erg zijn best om de politieke barrières in ons gezin op te ruimen (laten we zeggen dat hij met name door mijn ouders met een kritische blik werd bekeken) en de meerderheid van de partijen voor hem te winnen, en zo kwam ik op aandringen van mijn zus weleens bij hem thuis, ook al was ik een beetje terughoudend vanwege zijn opvallende grootspraak. Zo vond hij het heel leuk om eens te demonstreren hoe goed hij wel op de Western gitaar kon spelen en wat voor mooie spullen hij in huis had. Ik was toen niet in de positie om dit alles op waarde te schatten, maar het voelde me niet goed.

Hij had ook nog een Spaans gitaartje staan, dat volgens de kenners eigenlijk uit een souvenirwinkel kwam, met een echt massief triplex bovenblad. Ik mocht dat ding weleens proberen, en eigenlijk kon ik hem ook wel meenemen, want dan had hij wat minder rommel op zijn kamer.

En zo kwam ik tot schrik van mijn ouders met een gitaar thuis.

Ik besloot eerst het ding maar eens op te knappen, want het zag er niet uit en er misten twee snaren. Een nieuwe set snaren -de goedkoopste Labella’s- nieuwe mechanieken, nieuwe fretten, een likje verf op de toets en een echt logo “Flying Fish” op het bovenblad. Ondanks het feit dat ik niet superhandig was, lukte het me om de verbouwing te voltooien. Alleen moest ik later de fretten wel een beetje afvijlen en polijsten aan de zijkant, want ik haalde mijn handen er aan open.

Toen kwam het spelen. Ik kocht een stemfluitje, een voetenbankje en een akkoordenboekje waar ook noten in stonden, Intersong Basart verkocht toen die kleine gele boekjes waar akkoorden in 1-4-5 opstelling waren genoemd. Alleen wist ik toen nog niet waarom er onder de het hoofdstuk Akkoorden in C een C-akkoord, F-akkoord en een G-akkoord stonden opgesomd. Ja, wat wist ik nou van muziektheorie? Daar moet je Theo Willemzen voor lezen!

Gitaarles was niet Im Frage, mijn ouders hielden zich opvallend stil rond mijn ontwikkelingen op de gitaar. En dus pielde ik zelf maar wat. Ik speelde het bloed aan mijn vingers om een paar akkoorden te pakken. Ik was vooraan in het boekje begonnen, dus ik liep gelijk tegen het beruchte F-akkoord in de eerste positie aan. Met vallen en opstaan leerde ik stemmen en kreeg ik uiteindelijk eelt op mijn vingers.

Toen begon ik aan de liedjes van Boudewijn de Groot. Apocalyps leek me mooi om te spelen. Maar helaas, de akkoorden waren nog te moeilijk. Het eerste deel wilde nog wel, maar het contrastgedeelte was met akkoorden als Gm, Bm en F# toen nog veel te moeilijk voor me. Mijn poging om Another History van Ekseption te spelen liepen ook op niks uit. Weer dat verrekte F-akkoord na een C7!

Gaandeweg begon ik toch op gehoor met mijn popplaten mee te spelen, waardoor volgens de overige gezinsleden de geluidshinder alleen maar erger werd.

Op de een of andere manier had niemand van thuis erg veel op met mijn pogingen om muziek te maken. Dus oefende ik stilletjes achter een dichte deur als ik mijn broer tenminste buiten kon houden. Dat oefenen kon alleen overdag, want om half acht moest ik van de kamer af en in de huiskamer stond de TV aan met een van de vroege voorbeelden van de soap, het gevreesde Peyton Place! Ik ga nog steeds over mijn nek als ik de begintune van die serie hoor! Sommige jeugdherinneringen blijven nu eenmaal hangen!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven