Afslag Gemist? (9)

Etude van Frantz Casseus van het album Haitian Suite van Alberto Mesirca

Muziekles

Als je vijf en twintig jaar lang
Iedere dag acht uur oefent,
Kun je na afloop zeggen
Dat je bent vooruitgegaan.
Maar dan moet je les nemen bij mij!

Godfried Bomans

Toen ik eenmaal mijn nieuwe gitaar had, kreeg ik er echt lol aan. Maar al snel merkte ik dat autodidactisch opereren me niet verder hielp. Ik wilde leren spelen, leren noten lezen, leren uitvoeren, maar in mijn eentje kwam ik er niet. Assistentie van een muziekdocent was dringend gewenst. Die noodzaak werd nog groter toen ik pogingen deed om stukken uit Noad’s The Baroque Guitar te spelen.

Dus informeerde ik naar muziekles. Muziekschool Enschede -toen nog gehuisvest in de statige villa aan de Boddenkampsingel-  bood een speciaal tarief voor studenten, jaarlijks 350 gulden voor een half uur privéles in de week. Bij nadere inspectie bleek de gemeente Enschede het inkomen van de student toch nog vrij hoog in te schatten, want het minimumlestarief was 75 gulden per jaar! 350 gulden was echter voor mij op te brengen, je kon het in twee keer betalen, dus schreef ik me in.

De Muziekschool had wel een toelatingsexamen. Zodoende moest ik me op een mistige zaterdagmorgen melden in het kantoor van Heer Dekker, de directeur der school. Hij testte of ik toonladders begreep en wel halve tonen uit elkaar kon houden, of ik iets van ritme kon volgen en hij vroeg me uitgebreid naar mijn motivatie. Zijn eindrapport was positief, op de historische woorden “ritmisch wat slordig” na, een oordeel dat me vooral bij het spelen van Zuid Amerikaanse muziek is blijven achtervolgen.

Zodoende kwam ik met gitaar en al op les bij Thea van der Meer, die toentertijd net kersvers van het conservatorium kwam. Na enige lessen plankenkoorts mijnerzijds (van haar merkte ik het in ieder geval niet) kwamen we tot een succesvolle samenwerking.

Eerst begon ze met een standaardmethode. Omdat ik al iets op de gitaar had gedaan en me dat tot mijn verbazing goed had aangeleerd, kon ik starten in de met Gitaarmethode Deel 2 van Louis Ignatius Gall en Rob Koenders, in die periode de gitaarhelden van het Conservatorium in Enschede.

Die methode was voor mij echter een ramp. Wat een saaie oefeningen en die stukjes klonken nergens naar, zo verrekte ingewikkeld!  En toen deed Thea waar ik haar eeuwig dankbaar voor zou blijven, ze stelde voor dat ik mijn eigen stukken zou uitzoeken en we ter plekke zouden bekijken wat voor oefeningen daarbij nodig waren. Die schreef ze dan steeds trouw op het muziekpapier dat ik bij me had, in haar streepjesnotenschrift.

In die tijd kreeg Thea zelf behoefte aan verbreding van haar repertoire buiten de standaard klassieken en ze sleepte mij daarin mee. Dus naast de stukken uit het drieluik van Frederic Noad (The Renaissance Guitar, The Baroque Guitar en The Classical Guitar) moedigde ze me aan om Latin, Blues, Ragtime, Poparrangementen en Brouwer (Estudios Sencillos) te spelen.

En zo werden Thea’s lessen het begin van een lesloopbaan bij respectievelijk Rob Wagenvoort, Ed Westerik, Robert Horna, Jaap Majoor en Annette Kruisbrink die nu 40 jaar later nog steeds loopt. Ik was met recht op weg! En ik blijk zo langzamerhand aan Bomans’ voorwaarde voor vooruitgang te voldoen alhoewel ik eerlijk toegeef dat die acht uur per dag nooit haalbaar is geweest. 😉 Dan had ik naar het conservatorium moeten gaan!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven