De Rand van de Witte Rotsen (3)

McDermott’s Planxty (O’ Carolan) door Margie Butler

Middagzon, 31 Oktober 1982

De strakke noordwester jaagt de golven aan nadat de viskotter in de middag de Westkaap van Valentia Island rondt. Het schip begint te dansen op de golven en buiswater spat tegen de ramen van de stuurhut. Voor Rudy’s gevoel rolt zijn maag tegen de bewegingen van het schip in en dobbert zijn middagmaal daar ergens tussenin. Hij kijkt uit de ramen van de stuurhut om de horizon te blijven zien, want als hij eenmaal gedesoriënteerd raakt… Hij weet hoe het werkte van een zeiltochtje op het IJsselmeer toen hij benedendeks beroerd werd van de korte golfslag. Wat hij hier meemaakt is heel wat wilder dan de vriendelijke deining op het Nederlandse binnenmeer. In de verte ziet hij de golven van de branding breken en met geweld uiteenspatten op de Kerry Cliffs.

“Bloody weather!” moppert de schipper, “at least it is not raining. Keep her steady at fortyfive, mate!  We must keep clear off Oilean Dairbhre with this tide!”

“Aie máistir” is het antwoord van de stuurman.

“I told you, pal”, zegt hij terloops tegen Rudy, “sailing with Samhain is looking for trouble. We cannot drop you on the beach right away, we’ll anchor half a mile off the coast under the lee of the little island north of An Blascaod Mór and row you there with the dinghy. Will be a rough ride, I guess!”

Rudy’s maag krimpt samen, alsof het orgaan hem wil vertellen dat het zich daarop niet verheugt.

Twee uur en heel wat deining later werpt de scheepsmaat het anker uit bij het kleine eiland tussen Blasket en het vasteland. De stuurman laat ondertussen de dinghy te water. Ze pakken Rudy’s bagage in de boot en daarna is het de beurt aan hun passagier. Dat valt niet mee, maar na een aantal angstige gymnastiekoefeningen zit Rudy in de boot naast zijn gitaar en rugzak.

De schipper roeit met een stevig tempo naar de kant. Hij hijgt van inspanning, maar dat weerhoudt hem er niet van om nieuwsgierig te vragen wat een Dutchy op een verlaten Iers eiland komt doen.

“I made a promise, to be here at Samhain!”

De zeeman trekt verbaasd een wenkbrauw op: “Who are you meeting then? An Blascaod Mór has been deserted since 1953. The government ordered everyone living there to move. Some emigrated to America, just like their ancestors, and quite a lot got a cottage around Dún Chaoin and further on. At least the view on their islands is left to them.”

“I made a promise to go there to someone who has died half a year ago.”

De schipper kijkt hem onderzoekend aan. “Looking for the Dead at Samhain? Yes, we do commemorate the Dead, it’s All Souls Night that day. Yet I would not try to meet one for sure. The Dead have their own heaven or hell, and we are living separately here in our own heaven or hell. Be careful, at Samhain the separation between our world and otherworld is thin!”

“I’ll manage”, zegt Rudy kortaf.

De schipper haalt zijn schouders op. “It’s your decision, mate. I will be back in two days, early the day after tomorrow to be specific, if the weather is OK.”

De sloep komt aan bij een wrakke landingsplaats bij het strand. De schipper legt de boot vast en helpt Rudy met zijn bagage. Een kolonie zeehonden kijkt nieuwsgierig toe. Rudy is blij dat hij niet hoeft te waden. De schipper maakt de boot los, schreeuwt een groet en hangt stevig aan de riemen om door de branding heen te komen.

Daar zijn we dan, denkt Rudy, ik hoop dat ik hier niet voor niets gekomen ben!

Hij bekijkt de gitaar in de hoes die naast zijn bagage staat. Daarmee is het begonnen, herinnert hij zich.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven