Du bist nicht Allein (3)

Teso van het album Time Out door Ludovico Einaudi

Over de Grens

Zijn vader is nauwelijks te verstaan als hij in zijn dronken bui rondschreeuwt. Opnieuw tumult achter de keukendeur.

“Scheiss-Vopos!” schreeuwt zijn zusje Lotte weer, “ik geef je aan, dit kan zo niet!” tot een klap haar abrupt tot zwijgen brengt.

Joachim voelt lood in zijn schoenen. Zal hij toch? Straks gaat het net zoals bij Mutti. Hij beweegt naar de keukendeur, maar zijn benen weigeren dienst. De vloerbedekking van de kamer verandert in een moeras dat aan zijn voeten zuigt.

Zijn maag trekt samen.

Nee, ik durf niet

Een bekende angst golft over hem heen en kleurt zijn zelfbeeld zwart.

Klap

Tumult in de slaapkamer daarnaast. Joachim schrikt wakker. Een koude rilling trekt omhoog langs zijn ruggengraat.

Zijn ze alweer…?

Een maand was het goed gegaan sinds hij zijn moeder had verzorgd nadat Vati was doorgedraaid. Na zijn roes was hij schuldbewust de keuken binnengekomen en hem met een blik op zijn moeder een schouderklopje gegeven. “Bedankt, jongen…” De blik in zijn ogen daarbij had hem in het hart geraakt, schaamte, wanhoop. Heel even zag hij de diep gekwelde man, vlak voordat het slot er weer op ging.

“Rot op, blijf van mijn reet af! Smerige stront-ivan!”

Een klap, een gil van een vrouwenstem. Nog een klap, een dreun op de vloer, snikkend jammeren. Joachim schiet overeind, smijt de deur open en stormt naar binnen. Verbijsterd staart hij in het halfduister. Hij herkent de vorm van het lichaam op de vloer.

“Vati, kappen, verdammmt noch mal! Drecksau! Bent u compleet verrückt?”

Zijn woorden knallen door de kamer en laten een oorverdovende stilte achter. Hij voelt de woedende blik van zijn vader die langzaam overeind komt als een getergd roofdier, dreigend, dodelijk: “Wat moet jij hier? Deze kamer is verboden terrein voor jou!” Lettergrepen komen moeizaam, het waas van alcohol slaat op zijn stem en plakt de klanken tegen elkaar. Zwaaiend komt hij dichterbij.

Joachim kan de klap niet ontwijken, pijn vlamt in zijn gezicht en een pieptoon verdooft zijn gehoor. Geschokt wankelt hij achteruit. Een venijnige duw. Hij valt ruggelings tegen de bank in de woonkamer. Zijn ogen draaien, mistflarden kolken in zijn hoofd.

Vluchten, weg! Zijn lijf weigert dienst.

Met een grom springt zijn vader hem achterna en grist het geweer van de muur. “Smerige tering-ivan! Ik zal je leren me te besluipen.”

Instinctief rolt Joachim opzij, maar de kolf van het geweer treft hem boven de wenkbrauw. Zwart onbewustzijn golft over hem heen, vaag voelt hij bloed en doodsangst. Hij maakt me af! gaat het door hem heen. Dan staat de tijd stil en zakt hij naar de bodem van duisternis.

“Achim, Achim, zeg toch iets!” Het is alsof hij na een diepe duik weer boven water komt. Hij herkent de stem. Hij voelt iets kouds op zijn gezicht en likt zijn lippen af. Metaalsmaak, bloed. Zijn blik is wazig. Verward tast hij naar zijn wenkbrauw. Schrijnende pijn. Wat voelt hij nu? Draadjes…

“De dokter is geweest,” zegt zijn moeder, “het moest gehecht worden. Tien stuks.”

Mutti… het daagt hem, zijn blik verscherpt. Hij ziet haar gezicht. Niet zo erg als de vorige keer. Haar blik staat anders. Vastberaden. “Ik heb hem een mep gegeven, hij ging direct neer, de zatlap. Hij probeerde je te…”

Zuur schiet omhoog, misselijk benauwd. Joachim komt overeind en geeft over. “Niet zeggen, niet zeggen,” hij hoest, krijgt bijna geen lucht.

Zijn moeder trekt hem tegen zich aan. Tranen rollen langs zijn wangen. Zijn blik glijdt over de foto. Zijn vader in een Wehrmacht uniform. Brede lach, een Mauser met telescoopvizier in de arm. Een glanzende houten kolf, een glip in zijn vertrouwen die geen hechting kan dichten…

Vati, schiet het door hem heen, nee niet langer… Alle Menschen werden Feinde.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven