Du bist nicht Allein (7)

Segni di Vita van het album Luce dei mei Occhi door Ludovico Einaudi

Geef het Leven een Kans

“Kom, gaan we bij Mami theedrinken. Ze is nieuwsgierig naar je.”

Joachim knuffelt Hannelore: “Wordt het officieel?”

Ze trekt hem aan een oor en kijkt hem strak aan: “Dat is het voor mij al de sinds eerste keer dat je hier bij me thuiskwam.”

“Een half jaar geleden…”

“Ja, de winter is voorbij, we gaan naar een warme zomer toe. Daar verheug ik me op. Kunnen we mooi naar het Deutsch-Amerikanisches Volksfest. Ik heb gehoord dat dat een enorm spektakel wordt.”

Ze lopen de trap af. Trappen van marmer, smeedijzeren leuningen met zwierige krullen. Alles is schoon, zo anders dan het trappenhuis bij hem thuis. Achter een deur slaat een kanarie zijn trillers.

Hannelore maakt de deur van het appartement op de begane grond open: “Mami, we zijn er!”

Joachim slaat een snelle blik in de gang. Weelderige kamerplanten op plankjes aan de muur, een schilderij met een fleurig geschilderd naakt naast de deuropening, uitbundig in kleuren van levensvreugde. Wat verschilt West van Ost!

Hannelore bloost: “Mami schildert zelf…”

“Wat fijn dat jullie er zijn!” Een kleine drukke vrouw omhelst Hannelore. Joachim ziet de gelijkenis met het schilderij en bloost op zijn beurt.

“En jij bent Joachim! Ik ben Gertrud. Zeg maar jij hoor! Hannelore heeft niet zo veel over je verteld, maar zo gaat dat als je verliefd bent, dan heb je weinig woorden voor je ouders. Loop maar door, ik kom direct met de thee.”

Als een wervelwind sprint ze naar de keuken.

“Ze eh… schildert ook zelfportretten,” fluistert Hannelore, “ik heb weleens gezegd dat ze in de gang misschien beter…”

Hij knuffelt haar. “Een expressief schilderij, je hebt het niet van een vreemde.”

“Achim!” Er klinkt geen verwijt in haar stem.

De huiskamer is knus, alles straalt de sfeer van een eigenzinnig eigen domein. In de hoek bij het raam staat een schildersezel, een canvas toont een ruwschildering. Een palet ligt op de vloer, potjes olieverf brengen tint, kwasten staan in een vaas als bloemen die kleur beloven. Een boek ligt opengeslagen op de bank met de kaft naar boven. Een opengevouwen platenkoffer staan naast de koffergrammofoon op het dressoir. Een platenhoes leunt tegen de harmonica van de platenkoffer. Hannelore’s moeder is duidelijk een vrouw die alleen haar mannetje staat.

Op de schoorsteenmantel staat een enkele foto die opvalt door het gebrek aan kleur. Mooi ingelijst. Een votief lampje brandt ernaast, het flakkerende kaarsje verlicht een gezicht in grijstinten. Een man in uniform. Hannelore lijkt niet op hem.

“Ze was met hem verloofd…” fluistert Hannelore, “in 1944. Hij viel in 1945.”

Wervelwind Gertrud waait binnen en zet het dienblad met de thee op de salontafel.

“De Hoogten van Seelow,” zegt ze, “daar kwam de laatste brief van Ferdinand vandaan. Daarna rukten de Russen op naar Berlijn. Ik mis hem dagelijks, maar hij laat mij ook met rust, zodat ik mijn eigen ding kan doen.

“Gertrud,” schreef hij eens, “je moet het leven de kans geven om te overleven. Dat is alles waar we voor vechten. Om terug te komen en het leven weer een kans te geven.” En dat doe ik dus. Daarom hebben we iedere dag voor de nacht valt iets om over te praten. Romantiek bij kaarslicht. Hij verwijt me niets en moet zelfs glimlachen als ik weer iemand een blauwtje heb laten lopen.”

“Het spijt me,” mompelt Joachim.

“Dank je, maar dat is niet nodig, Joachim. Hannelore vertelde me over je vader. Hij heeft het overleefd, en ik hoop dat hij de strijd kan winnen om het leven weer een kans te geven.”

Joachim voelt een knoop in zijn maag. Zijn eigen strijd verzet zich tegen die van zijn vader, maar Hannelores moeder heeft een punt.

Gertrud schenkt thee in: “Suiker?” vraagt ze op het moment dat het klontje in Joachim’s kopje valt.

“Eh, nee…”

“Goed zo,” knipoogt ze en verwisselt de kopjes, “vertel eens wat over jezelf,” een glimlach, “ik ben zo nieuwsgierig. Zeker toen Hannelore het over poëzie had.”

Joachim komt los en beschrijft het begin van zijn biografie. Gertrud reageert perfect op zijn haperingen en hij begint zich thuis te voelen. En passant krijgt hij een beeld van de eenheid van moeder en dochter.

Gertrud pauzeert even voor nieuwe thee en een plaat. Een beetje jazzy swing van een pianotrio. Joachim neemt de tijd om de huiskamer verder te bekijken. In een hoekje hangt een schilderij dat zijn aandacht trekt als een magneet. Grijstinten in dodelijk verdriet.

“Ze noemt het Berlijn 1945,” zegt Hannelore.

“Dat is het meest trieste schilderij dat ik ooit geschilderd heb,” vult Gertrud aan. De kopjes rammelen op tafel, de geur van verse Ceylon verspreidt zich.

Ze zucht: “Dit is mijn vriendin Uthe. Ze benam zichzelf het leven. Zo vond ik haar. Toen merkte ik dat Ferdinand gelijk had. Je moet het leven een kans geven. Ik realiseerde me toen pas dat ik leven droeg, een gevolg van een ongelukkig stukje biologie.”

Hannelore zucht: “Mami…”

Ze gaat zitten: “Joachim, als je het vervelend vindt, moet je het zeggen. Dat zeg ik ook altijd tegen Hannelore. Soms moet ik dat gewoon even, ook mijn verleden een kans geven.”

Joachim knikt.

“Ferdinand kwam om het leven aan het front op de Hoogten van Seelow. Een prachtige plek, je kijkt van daaruit mijlenver over het Dal van de Oder bij Küstrin. We zijn er weleens een paar dagen op vakantie geweest toen het Oostfront nog ver weg was. Wel, op dat moment bevond het Oostfront zich daar op die plek. Ze hebben zich dapper verdedigd, maar tegen een miljoen Russen kun je niet op.

Toen ik het bericht van zijn dood kreeg, vielen de granaten al op Berlijn. Samen met mijn vriendin Uthe kroop ik van de ene schuilkelder naar de andere. Ik had de tijd niet om Ferdinands dood tot me door te laten dringen. De Russen kwamen steeds dichterbij en daarmee ook de verhalen van hun wreedheid.”

Joachim houdt zijn adem in.

“Weet je,” verzucht Gertrud, “toen hadden we nog niet door dat een oorlog beide partijen in beesten verandert. Daarom waren we bang voor de anderen. We wisten nog niet waarom ze zo wreed waren geworden.

De ring werd steeds kleiner. We verscholen ons in stations van de S-bahn, maar moesten zwemmen voor ons leven toen ze de tunnel onder het Landwehrkanal opbliezen. Een wonder dat we dat overleefden…”

De klok aan de muur tikt seconden stilte weg.

“Wel, de Ivans versloegen ons en overweldigden de stad. Voor vrouwen betekende dat Vergewaltigung. Ze kregen mij en Uthe ook te pakken. Die middag in 1945 is een blanco in mijn geheugen. Maar moeder natuur liet zich niet foppen.

Uthe merkte het ’t eerst. Ze was in alle staten, de schande, ze kon het niet aan. Een Ivanskind, ze voelde zich smerig, ze wilde het weg hebben. Maar ja, in die stad waar iedereen dagelijks moest vechten voor een beetje eten en alles in puin lag, daar heb je niks en niemand helpt je. En verder, volgens mij liep de helft van de Berlijnse vrouwen na de val van de stad met een dikke buik rond, dus dat viel geen mens op.

Kort daarop merkte ik het zelf ook. Ik weet niet precies meer wat ik toen dacht, het gewone leven eiste alle aandacht op, je moest overal in de rij staan en toch haantje de voorste zijn om überhaupt iets te kunnen krijgen. Erst kommt das fressen, denn die Moral, wat de moraal in die tijd ook waard was.

Kort daarop werd de stad in vier stukken gedeeld. Ik bleek in de Amerikaanse zone te wonen. Uthe niet, die zat in het Russenterritorium. Ik zocht haar desondanks regelmatig op, want ik maakte me zorgen om haar, ze was somber en werd steeds bleker, alsof het kind dat ze niet wilde alle energie uit haar trok en haar van binnen opvrat. En zo kwam ik op een dag in haar appartement…”

De klok tikt doodse stilte. Een traan rolt langs Gertrud’s wang naar beneden.

“Mami, nee,” fluistert Hannelore.

“Dit is belangrijk, Hannelore,” vermant Gertrud zich, “ik stond daar. Ik had wederom iemand verloren die me ontzettend dierbaar was. Ik was er echt aan toe om Uthe’s voorbeeld te volgen, ik was de zin van mijn bestaan helemaal kwijt. Toen voelde ik voor het eerst beweging. Het was alsof Ferdinand naast me stond: “Geef het leven een kans…”

Die beweging… dat was jij.

Ik weet het, het was verschrikkelijk zoals jij daar gekomen was, uit wraak, uit botte lust, zonder een greintje liefde, alleen maar als afrekening voor alle doden uit de oorlog. Een half peloton maakte die middag urenlang gebruik van me, ik zal nooit weten wie jouw vader is. Ik voelde me misbruikt, volkomen vernederd, uitgespuugd en bevuild, maar stopte dat weg omdat iets in mij ondanks alles wilde overleven, het vertikte om het leven te laten. Ik slaagde erin om weg te kruipen toen ze zich gingen bezatten na hun “verovering”.

Het was een hel in die tijd, sommige vrouwen werden na de verkrachtingen vermoord om sporen uit te wissen, velen werden voor het leven beschadigd, niet alleen geestelijk, maar ook lijfelijk. Tja, en hoe velen werden er niet zwanger van die verkrachtingen? Ik hoorde dat sommigen zelfmoord pleegden om de schande, dat anderen zichzelf verminkten in een poging de zwangerschap te beëindigen. Of ze stierven aan de koortsen die ze daardoor opliepen. Een vieze breinaald is niet goed voor je gezondheid.

Ik verloor voor een tijd alle vertrouwen in mannen als medemensen, als mensen waar je van kunt houden, waarop je kunt vertrouwen in alle intimiteit. Alles wat ik had waren de herinneringen aan Ferdinand. Maar ja, hij was dood en ik had de wraak ondergaan voor alle Russen die hij op zijn beurt had gedood in zijn laatste strijd.

Dat overviel me allemaal toen ik Uthe zo zag hangen, zacht wiegend in de wind voor het raam, twee doden aan een enkel touw.

Twee doden… Dat was een verschrikkelijke gedachte. Die sneed door me heen. Toen voelde ik dat jouw leven me bewoog. In mij bewoog, voor het eerst. Me ontroerde. Op mijn deur klopte. Ik deed zomaar open. Ik begreep mezelf niet, maar ik deed het toch. Ik omhelsde je met meer dan mijn lijf alleen.

Ik heb hulp gehaald en we hebben Uthe losgemaakt en begraven. Ik droeg mijn zwangerschap uit. Het was zwaar, maar in West-Berlijn werd het leven gaandeweg beter. En zo kwam jij begin 1946. Iets waar ik nog steeds ontzettend dankbaar voor ben. Ondanks de wijze waarop.”

Hannelore buigt haar hoofd en grijpt Joachim’s hand.

Gertrud maakt een gebaar naar het schilderij: “Het heeft lang geduurd voordat ik dat gevoel van toen in een beeld kon veranderen, voor ik het een plek kon geven aan de wand van mijn levenstentoonstelling.

Het schilderen heeft me geholpen. Toen ik jaren geleden in dat winkeltje voor schilders benodigdheden aan het werk kon, kon ik voor een zacht prijsje weleens wat materiaal meenemen. Tijd genoeg om te oefenen, het leven werd steeds beter. Ik kon zelfs hier en daar een schilderijtje verkopen. De Britten en Amerikanen zijn gek op een souvenirtje als ze afzwaaien.

Het was wel even moeilijk tijdens de Berliner Luftbrücke, tjonge wat ik al niet moest doen om aan eten voor Hannelore en mezelf te komen, om van de kolen maar niet te zwijgen, maar we redden ons uiteindelijk. Ik kreeg zelfs een beter appartement hier in de Sebastianstrasse. We hadden het prima naar de zin met ons tweetjes.

Dus: Ich bin nicht allein…”

“Ook niet als Hannelore en ik samen zijn?” flapt Joachim eruit. Een blos toont zijn schrik voor de vrijpostigheid.

“Heel attent, jongen,” lacht Gertrud, “wees niet bang, ik ben geen oude hen die de kuikens onder de veren wil houden. Ik vond het zelfs beter dat Hannelore haar eigen appartement kreeg. Ik ben goed bevriend met de huiseigenaar, dus dat was zo geregeld.

Ik red me prima zonder gezelschap. En wanneer ik eens behoefte daaraan heb, dan regel ik dat ook. Dat is het fijne van weer alleen wonen.”

“Mami!” reageert Hannelore bestraffend.

“Ik geniet van het leven, maar maak je niet bezorgd, ik hou mijn kalender heel goed in de gaten,” ze knipoogt guitig, “en ik ga ervan uit dat jullie dat ook doen.”

Hannelore zucht bijna schuldbewust, maar dan recht ze haar rug: “Dan doen we zeker, Mami.”

Joachim ziet hoe ze nu op haar moeder lijkt en dat verwondert en amuseert hem tegelijkertijd. Ze zijn uit hetzelfde hout gesneden. Hij gaat zeker geen last krijgen van schoonmoederangst.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven