Als een Ander dan Jezelf (1)

Vooraf…

Ik was eens een verhaal aan het bekijken van mijn mede-schrijfster dat ze voor een Godijnproject aan het schrijven was. Wederzijds elkaars verhalen bekijken en becommentariëren doen we al een paar jaar, we sturen elkaar het detailcommentaar terug en doen dat vaak een aantal herschrijfsessies achter elkaar tot een verhaal klaar is. Gewoon privé, buiten het openbare feedbackcircuit om. Het voordeel hiervan is, dat je effecten van feedback ziet, iets wat in het openbare circuit een zeldzaamheid is. Dat motiveert om ermee door te gaan.

In dat bewuste verhaal behandelde ze het thema jezelf tegenkomen. Dat kan op allerlei manieren, niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk. Ze had dat op een heel eigen manier in een verhaal verwerkt. Dat werkte aanstekelijk, het was toch vakantie en ik had tijd om het direct op mijn manier uit te werken. Een paar aardige herinneringen, een beetje natuurkunde en wat elektronica, en daar ging de banaan.

Met als resultaat dit verhaal in vijf afleveringen. Met een relatief grote bijdrage van Ludwig van Beethoven, 😉 want het speelt per slot van rekening in zijn straat.

Digli che io son Fedele uit de opera Cleofide van Johann Adolf Hasse, gezongen door Emma Kirkby

Concerto

Een nieuwe stereo moet je vieren!

Sjors Vandegraat drukt op de deurknop en springt bijna uit de tram zodra de deuren open zwaaien. Een oud vrouwtje kijkt hem strak aan met een blik van “jouw tweede jeugd is ook bijna afgelopen, hoor.” Inderdaad, een pijnscheut in zijn been vertelt hem dat de landing op het trottoir wat harder was dan hij had ingeschat. Hij recht zijn rug, wrijft een grijze lok uit zijn gezicht en kijkt triomfantelijk terug.

De Utrechtsestraat is druk, het toeristenseizoen is in volle gang. Een rondvaartboot vaart met een stevig gangetje onder de brug van de Keizersgracht. Het meertalig commentaar van de gids galmt over het water. Het knersen van de wegrijdende tram overstemt de gloedvolle beschrijving van oud Amsterdam.

Sjors voelt zijn hart sneller kloppen. Een aangenaam gevoel van verwachting, wat is hij hier al lang niet geweest. Die erfenis kwam als geroepen. Nu kon hij die perfecte stereo kopen voordat zijn gehoor hem in de steek zou laten. Hij had zijn huiskamer omgetoverd tot luisterparadijs, perfect geïsoleerd en burenproof. Alleen nog iets te luisteren kopen.

Hij had het verrekte jammer gevonden dat Carola bij de scheiding alle cd’s had meegenomen. “Kijk maar naar onze boedelscheiding,” had ze gezegd, “de stereo is al van mij, dus wat heb jij nog aan die spullen?” Hij had ze maar geruild voor de afwasmachine, anders had hij die nog uit de keuken moeten slopen. Geweldig hoor, die huwelijkse voorwaarden met gescheiden bankrekeningen. Alles lag tot op de aankopen van twintig jaar terug vast.

Alleen onze relatie lag los…

Sjors drukt de somberheid naar de achtergrond. Hij gaat nu weer eens op pad, net zoals in zijn jonge jaren. Op platenjacht. En waar kun je dat het beste doen?

Bij Concerto…

Hij wrijft door zijn haar. Ja, toentertijd had hij de haren heel wat langer. Na schooltijd er langs fietsen en de tweedehands bakken scannen. Het was een sport om de plaat met de minste krassen te scoren en onopvallend mee naar huis te nemen. Als moeder erachter kwam, dan zwaaide er wat, die had een pesthekel aan die popherrie en vond iedere cent die hij daaraan uitgaf weggegooid geld. Gelukkig paste een platenhoes onder zijn trui. Toen hij eenmaal op zichzelf woonde, was dat probleem niet meer aan de orde.

Een hele wand vol platen… gniffelt hij, en Carola deed er net zo hard aan mee…

Tja, platen werden cd’s, dus de wandkasten konden weg voor iets kleiners. Cd’s werden streams op Spotify, muziek klonk alleen nog op zijn Bluetooth oortjes, niemand luisterde nog mee.

Eenzaam…

Hij geeft eerlijk toe dat de ellende voor een belangrijk deel was gekomen door zijn eigen doofheid voor wat Carola echt wilde, voor wat ze voor elkaar betekenden. Hun liefde was een golfslag, een getij, rusteloos tussen pieken en dalen. Soms was hij golfbreker. Tot het doodtij intrad. En nu was ze weg en had ze alle muziek in zijn leven meegenomen.

In meerdere opzichten, denkt hij met spijt.

Juist daarom is vandaag dus een goed begin. Weer muziek in huis, muziek in zijn leven.

Concerto is nog net zo druk als vroeger. Vinyl is weer helemaal in en Sjors verheugt zich op een paar mooie platenhoezen en niet te vergeten dat gevoel van zo’n dertig centimeter schijf op de uitgestrekte vingers van je hand als je die voorzichtig op de draaitafel legt. Veel leuker dan de Playlist van Spotify.

Tweedehands, dat is de sport, Sjors wringt zich tussen een aantal mede-zoekers door, dat heb ik altijd leuk gevonden. Music was my first love…

Alweer die vlaag van somberheid… And it will be my last…

Het gevoel van de platenhoezen onder zijn vingers vrolijkt hem op. Hij streelt ze, trekt er een paar uit de bak en bekijkt de hoes en leest de flapteksten met instrumentatie en opnamedata. Hij beluistert er een paar, keurt hun klank en hun krassen en legt een enkele in zijn verzamelbakje voor het afrekenen.

Zo brengt Sjors de middag door en bladert door de muziekgeschiedenis van heden tot middeleeuwen. Er staan inmiddels aardig wat herinneringen in zijn platenbakje. Geeft niet, geld genoeg

“We gaan over een kwartiertje sluiten, mensen,” roept de platenbaas. Sjors haast zich naar de laatste bak. Allerlei staat er op. Zijn vingers bewegen soepel over de albums, behalve over eentje, die blijft haken. Nieuwsgierig trekt hij de plaat uit de bak.

Mmm… klassieke gitaarmuziek… leuk, dat deed ik vroeger ook. Hij denkt aan zijn gitaar in de koffer. Waar stond die ook alweer? Naast de kast in het rommelhok. Al jaren niet meer naar omgekeken, alle snaren waren geknapt.

De gitarist staat breed op de hoes als een minstreel op een binnenplaats met bloemen. Sjors leest afwezig de titel: Georges Vandegraat, Alles wat ik ooit te spelen droomde…

Sjors stopt de plaat bij de verzameling en loopt naar de kassa. Wat een stapel. Hoe krijgt hij het mee?

“U hebt lekker gescoord,” complimenteert de platenbaas hem terwijl hij ijverig de bedragen optelt, “ik heb nog wel een doos voor u, dat wordt sjouwen. U bent toch niet op de fiets?” Hij pakt de laatste plaat, bekijkt hem en trekt een frons: “Raar!”

Sjors trekt vragend zijn wenkbrauw op.

“Deze plaat zit niet in mijn systeem,” legt de baas uit, “normaal weet ik precies wat er tweedehands binnenkomt. En ik kan ook de titel niet vinden, ik vraag me af hoeveel er hier ooit van verkocht zijn. Nieuw heb ik hem ook niet.”

Hij bestudeert de naam en het portret op de hoes, kijkt Sjors aan en glimlacht: “Nou, ik begrijp wel waarom u deze plaat koopt. Vergane glorie. Interessante titel. Wilt u trouwens inschrijven op onze nieuwsbrief? We hebben interessante aanbiedingen.”

Sjors knikt en vult het aanvraagformulier in. De platenbaas checkt: “Hee, heeft u een artiestennaam?”

Sjors pakt de doos op en haalt zijn schouders op: “Vroeger droomde ik ervan. Het is er nooit van gekomen.”

De platenbaas glimlacht: “In een ander leven misschien?”

“Eh, nee, ik geloof daar geloof ik niet zo in.” Haastig loopt hij de zaak uit en struikelt bijna over de drempel. Buiten keert zijn euforie terug. Een mooie verzameling om dit weekend uit te proberen.

De tram brengt hem fluks naar zijn appartement aan de Beethovenstraat. Met zijn doos stommelt hij de trap op. Mooi pandje, gerenoveerd Amsterdamse School. Hier hadden ze gewoond in hun studententijd en later waren ze er teruggekeerd.

Hij herinnert zich de gezellige chaos van hun begintijd. Hoe hun eigen kamer een slaapkamer samen werd. Ze deden alles samen, studeren, koken, boodschappen doen, op de bank hangen, muziek luisteren en vrijen. Toch hadden ze allebei hun eigen domein, hij zijn knutsellaboratorium annex gitaarkamertje, Carola haar Wicca- en weefkamertje. Dat bracht rust, naast samenzijn ook even een moment voor zelfreflectie.

Afstuderen, een wereldreis waarop hun maatschappelijk idealisme doofde, settelen in een plattelandsdorp in de buurt en gaandeweg merken dat ze steeds meer tijd in hun eigen kamertjes doorbrachten. Zelfreflectie verhardde in standpunten. Om te redden wat er te redden viel, hadden ze hun oude oude etage in de stad gekocht en laten verbouwen. Zonder resultaat.

Sjors zucht. Hoe had het zo kunnen aflopen? Tja, toen de advocatuur eenmaal in het spel raakte…

Het ziet er allemaal weer wat gezelliger uit na de kaalslag van de scheiding. Hij had wat posters van Roger Dean aan de muur gehangen en een stelletje Graslelies gekweekt. Studentenplant bij uitstek, dus ook geschikt voor oude kerels met ongeregeld huishouden. En ze jongen vanzelf aan.

Mijn eerste cadeautje voor Carola…

Dat was lang geleden, bijna een leven terug. Hij had het verkloot, gedane zaken nemen geen keer.

Hij bestudeert zijn huiskamer. De stereo staat okee, niet te opzichtig. Een lekkere stoel in de perfecte opstelling voor de ultieme luisterervaring. Hij had het nieuwste van het nieuwste gekocht. Als hij nu de platenkasten die hij in de Kringloopwinkel op de kop had getikt aan de andere wand neerzette… Wel goed verankeren, elpees zijn zwaarder dan cd’s.

Sjors denkt onwillekeurig aan de eerste keer dat hij zich voornam om muziek te gaan verzamelen. Hij was thuis geweest bij zijn leraar Latijn op het Gymnasium, een soort overhoring na zijn vakantietaak, de voorwaarde voor zijn overgang naar de hogere klas. Het enige Latijn dat hij toen had gezien, stond op platenhoezen. Missa Solemnis. Beethoven, Bach en andere klassieken. Een klassieke taal die hij daarna wilde leren te spreken en bovenal spelen. De man had iedere wand van zijn appartement vol staan met elpees.

“Werkt zelfs de zwaarste krassen op vinyl weg,” had de verkoper hem de audio set aangeprezen, “full digital pre-emptive noise filter processing, bijna zonder vertraging door predictive oversampling”.

Dan komt nu de proef op de som.

Hij pakt de doos uit, zet de elpees in de kast en mikt de doos in zijn donkere rommelhok. Dat gaat niet helemaal goed, met veel lawaai vallen er allerlei spullen uit een kast. Sjors zucht en knipt het licht aan. Een chaos aan onderdelen van zijn knutselprojecten van vroeger. Carola stond erop dat hij die zelf hield. Elan uit het verleden, hoeveel electronica hij niet had proberen te bouwen? Tja, nu koop je alles veel goedkoper in de winkel. Hij raapt een paar printplaten van de vloer. Waar het voor is? Hij zou het niet meer weten. Experimenten. Met enige moeite drukt hij de deur van het hok weer dicht.

Zijn aankopen stellen hem niet teleur. De avond verglijdt als in een droom van klank. Voor hij het weet, is het middernacht.

Nog één plaat voor het slapen gaan. Zachtjes…

Georges Vandegraat, Alles wat ik te spelen droomde. Waarom komt die kop van die vent hem zo bekend voor? Hij kijkt toch niet in een spiegel van vroeger. Eens kijken wat hij speelt.

Gitaarklanken overspoelen hem. Heerlijk van toon, liefdevol gefraseerd, met zowel passie als tederheid. Het is alsof hij door een muzikaal fotoboek bladert, hij ziet alle stukken voor zich die hij ooit weleens in stil verlangen doorbladerde in de muziekwinkel, maar altijd haastig weglegde met het strenge oordeel dat hij daar niet goed genoeg voor kon spelen.

Een bekende melodie streelt intens teder zijn oor. Het klinkt zo eigen…

Digli ch’io son fedele. Het snarenspel zingt: Vertel hem dat ik trouw zal zijn…

Trouw, aan wie? Aan wat? Hij herkent het, maar kan het niet plaatsen. Alles wat ik te spelen droomde… realiseert Sjors zich als de naald zich zachtjes van de plaat verheft, verrek, dat is ook zo!

Hij pakt de hoes, bekijkt de titels, herkent ze. En dan die gitarist! Hij gaat voor de spiegel staan en vergelijkt zijn eigen gezicht met dat van de minstreel op de binnenplaats.

Nee, dat kan helemaal niet…

Sjors onderzoekt de flaptekst. Een Nederlands platenlabel met adres… Tijd voor onderzoek!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven