Omvrienden (2)

Intake

Adoro te Devote, een stuk Gregoriaans in een versie van Dan Gibson

Het trapportaal is halfduister, een vettig touw biedt wat houvast. De treden kraken als hij zich naar boven hijst. Inderdaad, dat trapleertje vormt een struikelblok als je er niet op verdacht bent. Hij herinnert zich de belknoppen beneden. Tweede verdieping, inderdaad, dat was Sjors.

Josias kan een glimlach niet onderdrukken: Hij vertrouwt blijkbaar op dronkemansgeluk.

“Jij moet Josias zijn,” haar handdruk is warm, hij realiseert wederom dat hij dat mist, handen geven, even dat contact maken, “toch handig, zo’n videochat, dan herken je de mensen tenminste. Ik ben Sterre Wandelaar. Kom verder.”

Ze gaat hem voor. Josias bestudeert onwillekeurig haar profiel. Een mooie vrouw, hij durft zichzelf haast niet toe te geven dat ze een erotische uitstraling heeft. Dat is niet alles, verwondert hij zich, het is slechts een enkele component van haar totale aantrekkingskracht. Hij schudt zijn hoofd, hij fantaseert te veel over die quasi metafysische ontmoetingen op het eerste gezicht. Dat gelukkig toeval had hem nog nooit toegelachen.

Zijn blik gaat door haar huiskamer. Een echt gezellige plek. Het uitzicht is hierachter toch mooier dan de bouwvallige sfeer in de Agnietensteeg suggereert. Beneden is een tuin met een oude wijdvertakte boom. Een zwerm mussen kwettert geanimeerd tussen de takken. Haar meubilair is eenvoudig maar smaakvol en comfortabel, een snelle blik leert hem dat je met een Kringloopje en wat customizing een geheel eigen interieur kunt creëren.

“Eerst een bakje thee,” ze wijst naar de bank, “ik vind het prettig om even te praten voor we aan de gang gaan.”

Josias gaat zitten: “Ik dacht dat praten jouw werk was?”

“Zeker,” lacht ze vanuit het keukentje, “ik praat veel meer dan in mijn vorige baan. Daar was een praatje vooraf gewoon nodig om het ijs te breken, dus dat heb ik erin gehouden. Gewoon wat koetjes en kalfjes om de wei te verkennen. Tijdens de eh.. therapie kwamen we dan meestal goed op gang.”

“Waar werk je?”

“Achter die schuifdeuren.”

Josias bestudeert het interieur van de achterkamer. Een ligbank, New Age posters aan de muur, gedempte verlichting, een paar LED kaarsen. Hij snuift, er kringelt een licht rooksluiertje van een staafje wierook. De klanken van zachte muziek herkent hij van de reformwinkel, zeventig minuten tranquility voor vijftien Euro.

Solitudes, mijmert hij, zo heet die serie. Verlichting voor de eenzamen van hartfragmenten van Gregoriaans dringen tot hem door:

Adoro te devote, latens Deitas
Qu
æ sub his figuris vere latitas.

Eerbied voor een verborgen God, verstopt in tekens, vertaalt een hoekje van zijn brein, verlangen naar verlichting.

Verstopt tussen tekens. Als schrijver was hij dagelijks bezig om iets tussen tekens te verbergen en daarmee een beetje god te spelen. Een god in het diepst van zijn gedachten, Willem Kloos had dat goed. Toch, hij had deze muziek op deze plaats niet verwacht.

Er hangt iets aan een haakje aan de muur, hij kan niet goed zien wat het is. Het lijkt op een baseballpetje met een tekst erop. Onder het raam staat een bureautje, een laptop met open scherm glanst in het licht dat onder de gordijnen uit komt. Al met al bevestigt het zijn indruk van de advertentie.

“Verse kruidenthee,” ze glimlacht, “allemaal spullen uit eigen tuin, zelfs het vleugje wiet olie komt van eigen grond. Ik heb een tuintje beneden, onder de boom.”

Josias bloost: “Hoort dat bij de behandeling?”

“Nee, dat is gastvrijheid. Je moet je toch een beetje thuis voelen voordat de behandeling succes kan hebben. Vertel eens iets van jezelf.”

Josias begint met herhalen van de tekst van zijn Parship profiel. Sterre prikt daar doorheen met een paar prikkelende vragen. Aan de ene kant voelt hij zich in een hoekje gedrukt, maar toch, dat ongehinderde oogcontact met haar doet het hem, hij voelt zich niet zo waardeloos als bij de intake.

“Je hecht grote waarde aan verbondenheid,” glimlacht ze, “da’s een mooie entree. We gaan beginnen, strijk maar neer op de ligbank.”

Josias doet wat ze zegt, zij het met enige schroom. “Ontspannen,” stelt ze hem gerust.

Met een soepele beweging gaat ze zitten en stoot daarbij een laatje open. Een aantal voorwerpen klettert op de vloer. Josias herkent ze vanuit een heel andere setting en zet grote ogen op.

“Wat gereedschap van mijn vorige carrière,” lacht Sterre met een lichte blos op haar gezicht, “vergeten op te ruimen. Ik had ze eigenlijk niet nodig, want de meesten kwamen uiteindelijk toch om te praten. Daar was ik erg goed in, geloof ik, bijna iedereen ging opgelucht weg.”

“Bevredigde klanten?” flapt hij eruit.

“Inderdaad, zelfs zonder handwerk,” reageert ze vrolijk, “dus toen mijn professie wegens de crisis onmogelijk werd, huidcontact is immers geen anderhalve meter, heb ik me omgeschoold en ben deze praktijk begonnen. Mijn vakgebied is zo nieuw dat er nog geen overheidsaccreditatie bestaat. Dus heb ik geen duur schildje op mijn deur en een belangenvereniging bestaat ook nog niet.”

Josias bloost ongemakkelijk: “Ach, als h-het m-maar helpt. Ik wist niet dat het bestond: Social Media Distancing Coaching. Distancing: Hoeveel meter is dat trouwens?”

“Voldoende,” Sterre glimlacht welgemoed: “Ik ook niet, ik vond het razend interessant, ik heb die cursus gelijk gekocht. De afkorting SMDC intrigeerde me. Ik kijk nu heel anders tegen die “F” op mijn Smartphone aan. Vertel eens, welke Social Media bezoek je?”

“Facebook, Pinterest, nee Twitter niet, ik ben te lang van stof, ik zat weleens op Instagram.”

“Aha, Instagram onder het mom van Plaatjes zeggen meer dan Praatjes?”

Josias knikt: “Ik ben er wel op uitgekeken, ik ben niet fotogeniek en dat videootjes opnemen viel nogal tegen. Ik had er geen problemen mee om het account op te zeggen.”

“Waar heb je dan wel problemen mee?”

“Facebook,” hij bloost, “ik krijg er nachtmerries van.”

Sterre pakt het voorwerp van de muur en zet het op haar hoofd: “Even de juiste pet opzetten. Dan weten we wat we aan elkaar hebben.”

Josias leest de tekst en schiet in de lach.

“Heel goed, vertel eens. Een nachtmerrie, zei je?”

“Ik liep door een donkere straat, er waren maar een paar lantarens aan. Alles was verlaten, ik vond dat raar, want normaal is het altijd knetterdruk op dat uur. Ik wilde een bioscoopje pakken, broodje Shoarma na afloop. Gewoon in mijn eentje.”

“Welke film?”

Josias haalt zijn schouders op: “Wist ik niet, ik wilde me laten verrassen, er zijn zat filmhuizen in de stad. Ik gooi kop of munt bij de titels.”

Sterre steekt een nieuw wierookstokje aan. Aparte geur. “Ga door…”

Josias wrijft in zijn ogen, de rook prikkelt. “Die damp wordt zo beter,” haar stem klinkt veraf, “vertel verder. Je liep op de verlaten straat in het donker.”

Duizeligheid, hij krijgt het gevoel dat hij wegglijdt…

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven