SM Blues
Social Media Blues van Eytan Ribner
“Die droom komt zeker drie keer in de week terug. Ik word er panisch van. Sindsdien durf ik geen vriendschapsverzoek meer te accepteren op wat voor sociaal medium ook. En dat is toch vreselijk in deze tijd waarin gewoon contact al bijna niet mogelijk is? SM is alles wat we hebben.”
“Ik denk dat je last hebt van SMA. Es-em-eee.”
Josias trekt zijn wenkbrauwen op: “Wat is dat voor een Angelsaksisch etiket?”
“Vaktaal. Social Media Anxiety. Net geleerd. In het Nederlands heet het De Zenuwen van Sociale Media. Laten we bij het begin beginnen,” Sterre pakt een schrijfblok en slaat een leeg blaadje op, “wie is Laura?”
“Mijn allerbeste Facebookvriendin.”
“Waar heb je haar ontmoet?”
“Op Facebook.”
“Heb je weleens echt contact met haar gehad?”
Josias schudt zijn hoofd: “Ik ben wel benieuwd, maar ik heb nooit om een adres durven vragen. Ik weet niet waar ze woont, ze heeft geen foto op haar pagina, dus ik weet niet eens hoe ze eruit ziet. Ik heb alleen het droombeeld,” hij zucht, “dat was aantrekkelijk.”
Sterre krabbelt een paar regels vol: “Dus je vormt haar naar jouw eigen beeld, je droom was behoorlijk duidelijk daarin. Het lijkt een beetje op Genesisaans Avatarisme.”
“Wat kan ik anders? Ik heb een voorstelling nodig, een schepping in mijn hoofd.”
“Heeft zij veel vrienden?”
“Hoe moet ik dat weten?”
“Op Facebook?”
“Vijftienhonderd drie en dertig. Ze heeft haar profiel helemaal open staan, dus ik krijg alle reacties mee. Soms heb ik daar moeite mee, dat ik niet de enige of de beste ben. Ik kan zelfs weleens jaloers worden en dan moet ik me inhouden om niet fel te reageren.”
“Alsjemenou. En hoeveel heb jij er zelf?”
“Drie echte Facebook vrienden, oh nee, twee, eentje heeft zijn account opgezegd, en zeven en vijftig commerciële instellingen. Ik dacht dat hun vriendschapsverzoeken interessante aanbiedingen waren, maar het levert alleen maar reclame op. Ik ben een beetje te lui om ze allemaal te ontvrienden. Bovendien, tsja…” Josias valt stil.
“Zeg het maar,” Sterre slaat een blaadje om en zit met de pen in de aanslag, “je hebt het idee in je hoofd.”
“Ontvrienden. Ik vind dat woord zo ontwrichtend. Zeker omdat je niet merkt dat het gebeurt. Hoogstens pas als het al lang is gebeurd en dan kun je er niks meer aan doen. Ik vind ontvrienden de meest geniepige manier om een vriendschap te beëindigen, je hoeft je niet te verdedigen, niks af te sluiten, alleen maar een knopje in te drukken en pats, de vriendschap is voorbij, helemaal gewist. Ik word daar zo onzeker van. Ik zou het zelf nooit zomaar doen. Ik snap dat niet, zo kil, zo, ja, onvriendschappelijk. Een ontkenning van al het gevoel dat er ooit was.”
“Dan doe jij toch gewoon een nieuw vriendschapsverzoek om naar een verklaring te vragen?”
“Dat werk toch niet. Ik ben toch niet voor niets ontvriend? Daar is toch een goede reden voor? Waarom doe je dat anders? Ik kan die teleurstelling dat een vriendschapsverzoek open blijft staan en wellicht nooit beantwoord zal worden niet aan.”
“Hoe weet je dat?”
“Nou, die droom, dat zegt toch genoeg? Ik ben niet geëngageerd genoeg, de wereldproblematiek interesseert me niet, laat staan dat ik er iets aan wil doen. Ik doe niets aan het behoud van het milieu, denk alleen maar aan geld en voel me aangetrokken tot de neoliberale kliek die alles opoffert aan de economie en ben nog een rasracist ook. En dat is nog niet eens het ergste.”
“Vertel eens.”
“Ik ben blijkbaar zo oninteressant, dat ik niemand kan bewegen tot het avontuur van een kennismaking.”
“Tja, dat is je eigen oordeel. Je droomt je zelfbeeld.”
Josias komt overeind: “Wat is dat nou voor waardeloze therapie? Wat moet ik hiermee?”
“Je realiseren dat dit in je leeft en je afvragen waarom dat nodig is. Liggen en ontspannen, we zijn nog niet klaar!”
Hij moppert nog even, maar gaat weer liggen. De wierook prikkelt zijn neus, maar bedwelmt zijn zinnen. Zijn hartslag kalmeert, het lucht hem op, dat hij zijn ei kwijt is. Nu moet het alleen nog zacht gekookt worden.
“Ik begrijp het niet,” zucht hij, “die Facebook vriendschap leek perfect. Ik verwachtte er zo veel van. Ik droomde zelfs over werkelijkheid. En dan dit.”
“Facebook is een illusie van vriendschap. Ik heb rijke ervaring met dat soort illusies. Jij weet dat ook, want je had het over SM. Social Media, ofwel digitaal Sadisme en Masochisme in een.”
“Was je al therapeute? Social Media Distancing Coaching lijkt me een aardig nieuw vakgebied.”
“Soort van… In mijn vorige baan vervulde ik een geweldige behoefte,” lacht Sterre, “voor mijn klanten vertegenwoordigde ik de illusie van de liefde. Een glimlach in een flonkerend pakje, althans voor een deel van de sessie.”
“Ah, vandaar dat eh… gemeenschapsgereedschap?”
“Precies. Ik was lief en aandachtig of gepassioneerd wreed, raakte de juiste snaar, maakte de juiste bewegingen en stelde me zelfs, wel voldoende beschermd, open voor hun behoeften zonder eronder te lijden. Ik wist dat ik een rol speelde die ik na het bezoek van mijn klanten weer kon laten glippen en ik was daar heel goed in. Het was een eerlijk vak en ik vond er bevrediging in. En het betaalde goed.
Sommigen kwamen erachter dat mijn liefde werkelijk een illusie was, daar kon ik daarna goed mee praten. We leerden van elkaar wat we beiden misten, twee reizigers die elkaar ontmoeten op de weg, samen naar de landkaart kijken en elkaars bestemming erkennen, om vervolgens weer op weg te gaan.
Anderen waren niet zo snugger. Die kwamen steeds terug voor hetzelfde. Recht op en neer in hun eigen illusie, dat werd steeds erger. Ik wilde daar op gegeven moment niet verder mee. Deze crisis bood me de perfecte gelegenheid om eruit te stappen.”
“Mooi verhaal, maar wat is de relatie met deze sessie?”
“Wat ik je net zei: Facebook is eenzelfde soort illusie als betaalde liefde. Je denkt daar vriendschap te vinden, maar die is daar niet. Net zoals liefde is vriendschap onbetaalbaar. Als het betaalbaar blijkt, kost het je zelfs meer dan geld.”
“Facebook is toch gratis?”
Sterre knikt: “Dat is juist een valkuil. Facebook is hip. Het biedt de grenzeloze illusie van wereldwijde vriendschap, maar moet wel betaald worden en ook winst opleveren. Waar haalt Zuckerberg anders zijn zestig miljard vandaan? Daarom analyseren digitale aasgieren je profiel en je onderwerpen en proberen je heel vriendelijk maar uiterst hardnekkig je geld af te troggelen voor de aankoop van hun producten en diensten, waardoor je wordt overspoeld met advertenties. Dan leveren ze jouw persoonlijke belangstellings-profiel over aan duistere instellingen die met Big Data spelen. Ontsnappen is bijna onmogelijk. Maar het kan echt! Je kunt aan Facebook ontsnappen. SMA is niet het einde van de wereld. Het is zelfs goed dat je dat hebt, je verzet je er blijkbaar innerlijk al tegen.”
“Maar ik wil helemaal niet weg,” sputtert Josias, “Facebook is soms best leuk. Behalve dat ontvrienden. En de reclame, daar scroll ik gewoon overheen.”
“En toch kom je hier voor een sessie Social Media Distancing Coaching? Ik wil je helpen om te gaan met FOMO. Daar heb je duidelijk last van als ik jouw reactie op die ontvriending interpreteer.”
“Eh, wat is dat voor wasmiddel?”
Sterre lacht: “Fear of Missing Out, FOMO in de volksmond. Iets heel nieuws. Iets van de laatste twintig jaar. In de vorige eeuw bestond het nog niet in de vorm van vandaag.”
Josias denkt aan de kleuterschool, aan het groepje dat steeds het leukste speeltuig inpikte voordat hij er bij kon komen en aan de juffrouw die zo haar favorieten had. Wat had hij daar graag bij gehoord: “FOMO is niks anders dan DAOENBTH.”
“Je bent een therapeut in de dop,” complimenteert Sterre, “een prachtig etiketje. Wat betekent het?”
“Het is Nederlands en het bestond al toen ik op de kleuterschool zat. De Angst Om Er Niet Bij Te Horen.”
“Hier probeer jij hem eens!” Sterre mikt haar hoofddeksel sierlijk naar hem toe, “kijken of hij past.”
Josias vangt. Therapeutenpet staat er op. Hij zet hem resoluut op: “FOMO in het Nederlands dus. Wat is jouw ervaring daarmee?”
Sterre denkt na: “Doet me denken aan Janine, een buurmeisje en jeugdvriendin. Ze werd haar hele leven op handen gedragen.”
“Een oude vriendin? Zie je haar nog weleens?”
“Min of meer…Ik hoopte haar eigenlijk nooit meer te zien. Zeker niet toen haar man hier kwam om te…”
Sterre kijkt in de verte terwijl in haar hoofd de film afdraait.
Josias strijkt langs de klep van de pet: “Vertel eens.”