Omvrienden (5)

Overvrienden

Vriendschap van Het Goede Doel

“Tja, Janine…”

***

“Veel plezier op school. We zijn mooi op tijd.”

“Ja, mama,” Sterre kijkt haar weg fietsende moeder na.

Vandaag brengt ze haar nog, morgen moet ze zelf lopen.  Voor het eerst in de nieuwe klas op de kleuterschool. Vorig jaar was het leuk, maar een heleboel vriendinnetjes zijn verhuisd naar de nieuwbouwwijk aan de rand van de stad. Daar staat een mooie nieuwe school. Ze wilde best mee naar die school, maar haar moeder zei nee: “Veel te ver fietsen, laat staan lopen en ik wil je niet iedere dag in de bus hebben. Dat kost een kapitaal dat we niet hebben.”

Ze vindt het spannend, ze voelt een zwaar gevoel op haar middenrif. Vast allemaal meisjes die ze niet kent. Ze kijkt om zich heen, het schoolplein is bijna verlaten. Een enkel meisje slentert bij de zandbak. Met lood in de schoenen loopt ze er naartoe.

“Hoe heet jij?”

“Janine,” klinkt het opgewekt, “wat ben jij vroeg zeg. Moet jouw moeder ook zo snel naar het werk? Die van mij heeft geen tijd om me te brengen.”

Sterre knikt: “Ik ben Sterre.”

“Mooie naam voor een vriendinnetje,” lacht Janine.

Sterre knikt hoopvol. Gelijk al een vriendinnetje? “Janine is ook een mooie naam voor een vriendin.”

“Afgesproken dan. Vriendinnetjes helpen elkaar altijd.”

Een aantal meisjes komt de speelplaats op. Ze drommen om Janine heen.

Dat zijn wel heel veel vriendinnetjes, verzucht Sterre.

***

“Ik was heel blij dat ik niet alleen was, maar ik voelde me ook onzeker.”

***

“Nou ben ik aan de beurt!” Sterre trekt aan de verkleed-pop in de poppenhoek.

Janine trekt aan de andere kant: “We zijn toch vriendinnen? Dan moet je mij helpen.”

Een paar andere meisjes komen er omheen staan.

Janine’s vriendinnen, denkt Sterre. Nijdig rukt ze aan de pop: “Jij hebt er gisteren al mee gespeeld, en eergisteren.”

“Wat vinden jullie?” vraagt Janine rond, “vriendinnetjes moeten elkaar toch helpen?”

Zeker,” roept een van de meisjes van het kringetje, duwt Sterre gemeen weg en rukt de pop uit haar handen.

“Maar ik ben toch ook jouw vriendin?” protesteert ze.

“Vandaag wat minder,” reageert Janine, “morgen beter.” De andere meisjes joelen. Sterre kijkt naar de juffrouw. Zal ze? Nee, ze durft niet.

***

“Ik bleef maar mijn best doen,”zucht Sterre, “ik had niet door dat Janine’s vriendschap betaald moest worden met volgzaamheid.”

***

“Sterre, weet jij de hoofdstad van Denemarken?”

Sterre wordt rood. Ze vindt Aardrijkskunde lastig, die steden hebben van die rare namen. Ze puzzelt, denkt na.

Duitsland, Bonn, Noorwegen Oslo, Zweden Stockholm, maar Denemarken “Ehhh, iets van eh,” brengt ze uit.

“Kopenhagen, meester, de Denen zeggen zelf Kjobenhavun,” klinkt het van de bank achter haar.

“Prima Janine,” zegt de meester, “maar Sterre had de beurt toch?”

“Oh, dat spijt me, mees. Ik vind Aardrijkskunde zo leuk!”

“Goed, volgende keer op je beurt wachten. En jij Sterre, je moet wat beter je huiswerk doen.”

Sterre kijkt sip. Achter in de klas klinkt gegniffel.

***

Sterre trekt een frons: “Met alles wat me maar even niet lukte, maakte Janine goede sier.”

***

De bel gaat. De kinderen stuiven naar buiten. Sterre blijft nog even zitten, een dromerige blik in haar ogen. Ze heeft het hele uur vlak achter hem gezeten. Stefan, de knapste jongen van de klas. Hij was altijd aardig tegen haar. Daardoor ging ze dromen, want ze vond hem ook lief. Ook nu, ze had zich voorgesteld hoe hij zijn armen om haar heen zou doen en misschien…

“Het is pauze, Sterre,” klinkt de stem van de docent Engels, “even naar buiten, dan ben je weer fris voor het volgende uur.”

Sterre schrikt op en loopt haastig naar buiten. Als ze nog even met Stefan kan praten, zou haar dag helemaal goed zijn. Zou ze hem vragen of hij misschien? Ze durft het woord nauwelijks te denken. Haar blik gaat door de kantine. Daar zitten haar klasgenoten. Stefan ziet ze niet. Hee, Janine is er ook niet. Jammer, nu kan ze haar nood niet klagen. Janine begrijpt haar zo goed. Die weet vast wel een oplossing. Ze heeft al vriendjes gehad.

“Waar is Janine gebleven?” vraagt ze aan een paar klasgenoten die druk klaverjassen.

“Die zit in de speelhoek. Heb je dat niet gezien?”

De speelhoek Sterre weet dat precies. Helemaal achterin de fietsenstalling. Buiten het gezicht van de leraren van school, een prima plek om in het halfduister…. even samen te zijn. Ze wist helemaal niet dat Janine op iemand verliefd was.

Een bang vermoeden bekruipt haar. Ze loopt naar de fietsenstalling en sluipt naar binnen. Het is een chaos van rijwielen en ze moet haar uiterste best doen om geluidloos naar achteren te sluipen. Tegen de achterwand staan een jongen en een meisje met de armen om elkaar heen. Hun hoofden maken dicht bij elkaar schommelende bewegingen. Sterre kan niet zien wie het zijn.

Nieuwsgierig sluipt ze naderbij. Haar mond valt open. Ze herkent de trui waar ze het vorige uur tegenaan heeft zitten dromen.

Stefan

Ze voelt haar maag opspelen. Wie is dat meisje? Stefan omhelst het meisje stevig en streelt haar rug en de zijkant van haar borsten. Ze hoort het smakken van een tongzoen. Het meisje draait haar hoofd bij en donkerbruine krullen vallen over haar gezicht.

Janine!

Verstijfd trapt Sterre tegen een fiets. Kletterend valt een fietsketting op de grond. Het stelletje schrikt op, Stefan met schrik in zijn ogen, Janine met een triomfantelijke blik.

“Sterre! Nu weet jij als mijn beste vriendin het als eerste van Stefan en ik. Nog aan niemand verklappen hoor!”

Verslagen druipt Sterre af. Ik vertel haar nooit meer op wie ik verliefd ben.

***

“Ik trapte er iedere keer weer in,” moppert Sterre, “ik vertrouwde haar, ze kon zo goed luisteren. Ze wist iedere twijfel van mijn kant in slaap te sussen.”

***

Sterre zit te wachten op de gang op de universiteit. Afspraak met haar begeleider. Binnen klinkt het gedempte geluid van stemmen. Een verhitte discussie.

Onbewust denkt ze aan een dialoog op haar studentenkamer, twee maanden geleden.

“Sterre, ik zit helemaal stuk,” Janine huilt bijna, “ik ben zo waardeloos met scripties.”

Ze beweegt ongemakkelijk: “Hoe kan ik je helpen, dan? Ik kan jouw werkstuk niet gaan schrijven, ik ben er zelf nog maar nauwelijks klaar mee, ik moet nog zoveel corrigeren.”

“Weet je nog van de kleuterschool? Vriendinnen helpen elkaar altijd,” snikt Janine, “zeker als het zo nodig is als nu. Je hoeft het niet voor me te schrijven. Als ik jouw scriptie mag lezen, een nachtje maar, ik breng hem morgen weer terug.”

“Ik weet het niet, hoor.”

“Toe, een nachtje maar. Ik ben wanhopig. Ik wil niet zakken, dan trekken mijn ouders de stekker eruit.”

Sterre herinnert zich Janine’s problemen met thuis. “Goed,” zegt ze, “een nachtje dan. Morgenochtend weer terug. Dan kan ik het nog op tijd afwerken.”

De volgende ochtend ligt de scriptie weer netjes op haar bureau. IJverig gaat Sterre aan het werk om alle correcties voor de deadline aan te brengen.

De deur gaat open. “Kom binnen, Sterre,” roept haar begeleider.

Sterre’s scriptie ligt op zijn bureau. Een medewerker van de vakgroep zit ernaast, zijn gezicht staat ernstig. Sterre voelt haar hartslag omhoog gaan. De sfeer die klopt niet. Wat is hier aan de hand?

“We hebben jouw scriptie over organisatie ontwikkeling in het licht van duurzaamheid doorgelezen. Mooi stukje werk, wetenschappelijk goed onderbouwd, uitstekende conclusie, een scriptie die onze vakgroep waardig is. Alleen je literatuurverwijzingen…”

Sterre werpt een blik op de andere man: “Is er een probleem?”

De ander knikt: “Twee dagen voor jou leverde Janine haar werkstuk in. Tijdens de correctie viel het ons op dat jouw scriptie nogal, eh, behoorlijk op die van haar lijkt.”

“Behoudens wat kleine wijzigingen in de hele tekst, waren de scripties vrijwel identiek,” merkt haar begeleider op, “en dat ruikt naar plagiaat. Het is een wetenschappelijke zonde om andermans werk zonder enige literatuurverwijzing over te nemen en als je eigen product te presenteren.”

Sterre is verbluft: “Maar dit is mijn werk. Echt waar. Op mijn erewoord.”

“Ik heb met Janine gepraat,” merkt de vakgroep-medewerker op, “ze verklaart dat jij wat problemen in je leven hebt waardoor je studie wat moeilijker loopt en dat zij heeft geprobeerd je te helpen met een voorbeeld. Vriendinnen helpen elkaar altijd, zei ze nog. Kun je ons uitleggen waarom jullie scripties zo op elkaar lijken?”

Sterre’s hart klopt in haar keel: “Ik heb helemaal geen problemen,” stuift ze op, “zij vroeg mij om hulp.”

“Kom, Sterre, met naar elkaar wijzen komen we er niet. Heb je een plausibele verklaring voor de treffende overeenkomst?”

“Ja, dat zij het van mij overgeschreven heeft. Ik heb daarna nog correcties aangebracht, daarom heb ik het later maar wel op tijd ingeleverd.”

“Die correcties hebben we inderdaad gesignaleerd. Maar we komen er met verdachtmakingen zo niet uit. Formeel moeten we jouw werk afkeuren op verdenking van plagiaat.”

***

Sterre’s gezicht staat strak: “Dit kostte me een half jaar extra en Janine ging vrijuit, ze studeerde ruim voor mij af met de hakken over de sloot. Toen wist ik wat haar vriendschap waard was en ik haatte mezelf dat ik dat toestond en dat ik nooit had gemerkt dat er geen balans bestond in onze verstandhouding. Ik had gehoopt haar nooit meer tegen te komen.”

***

“Sterre, we hebben je performance bekeken dit jaar,” de manager vouwt zijn handen, “en we zien een behoorlijke vooruitgang. Mijn dank voor deze prima bijdrage aan onze onderneming.”

“Dat is prettig te horen.”

“Uiteraard brengt dat iets op. Je krijgt een halve stap.”

Sterre slikt: “Een halve stap? In deze fase is een anderhalve tot twee stappen toch gangbaar bij deze score?”

De manager speelt met zijn vingers: “Tja, onze onderneming kent meerdere sterren zoals jij. Dan moeten we ranken, want het budget is beperkt. Janine heeft de twee stappen gekregen omdat ze meer ervaring heeft dan jij en die ook effectief inzet.”

Sterre moet moeite doen om de rode waas voor haar ogen te verbergen. Het was al erg genoeg dat Janine hier bleek te werken toen zij hier solliciteerde. Nog steeds net zo goedlachs en representatief als vroeger. Sterre had haar best gedaan om haar te ontlopen na het echec op de universiteit, wat niet lukte omdat Janine haar moest inwerken. In haar ooghoeken zag ze echter genoeg, haar glimlach, de verleidstersblik, het stille heupwiegen als topmannen langs haar heen liepen en als door een magneet aangetrokken omkeken. Haar contacten, haar bereidheid tot ‘s avonds laat overwerken. En dat terwijl ze getrouwd was met een vent waar Sterre zelf verliefd op had kunnen worden. Hij had indruk op haar gemaakt, ze zou hem na die bruiloft uit duizenden herkennen.

Ze haalt diep adem: “Ik begrijp het. Ik neem aan dat ik volgend jaar genoeg ervaring heb opgedaan.”

“Mooi dat je het sportief opvat, dat siert je. Het is fijn dat niet iedereen zijn energie in een ratrace stopt. Onze onderneming heeft behoefte aan mensen die no-nonsense van aanpakken weten.”

***

“Ik was het toen helemaal zat,” besluit Sterre, “ik heb van de weeromstuit ontslag genomen en ben de “hulpverlening” voor erotische problemen in gegaan. Ik wilde eens iets geks doen, gewoon helemaal uit de band springen.”

***

Zijn stem was haar ergens bekend voorgekomen toen hij voor een afspraak had gebeld. Discreet… Tegen hoog tarief. Sterre fatsoeneert haar outfit. Prima nadruk voor haar droomdijen, platte buik, welgevormde billen en uitgebalanceerde buste. Ze past door een ringetje en zou iedere man voor haar laten vallen als een baksteen. Met een blik in de spiegel werkt ze haar make-up bij. Subtiel, met zo min mogelijk accenten, oorspronkelijkheid is aantrekkelijk. Ze laat haar ogen verleidelijk stralen zonder licht. Klaar voor de klus…

De bel gaat, ze drukt op de knop. Voetstappen op de trap. “Alle trappen op,” roept ze, “en pas op voor het trapleertje op de tweede verdieping.”

De man komt binnen. Haar hart slaat over. Een herinnering aan haar verwondering op een bruiloft, jaren geleden. Niets veranderd!

“Kom binnen,” haar stem klinkt hees van verleiding, “leuk dat je er bent. Hoe heet je?”

De man aarzelt: “Andreas. Ik heb nog nooit bij een prost..”

“Aan die koudwatervrees gaan we direct wat doen,” reageert ze monter, “een man als jij verdient het beste. Maar voor we het water op gaan, is het tijd voor boter bij de vis.”

“Ach natuurlijk,” de man trekt zijn portefeuille en haalt er twee briefjes van honderd euro uit, “we eh, hadden all-in afgesproken.”

Sterre ziet een foto van een vrouw in de flap van de portefeuille. Ze herkent haar. Een schok van wilde triomf schiet door haar lichaam en windt haar mateloos op.

Eindelijk na al die jaren, vriendinnen moeten elkaar helpen, nietwaar?

Ze stelt Andreas op zijn gemak, installeert hem in een comfortabele stoel en zet thee met wat opwekkende middeltjes, zich zeer bewust van zijn begerige blikken die hij op haar richt. Ze geniet ervan. Even denkt ze aan de speelhoek op de middelbare school. Dit wordt veel beter, ze moest eens weten! Na wat inleidende schermutselingen voelt Andreas zich helemaal in zijn element.

Sterre rekt zich verleidelijk uit: “Hoe ben je hier terechtgekomen?”

“Advertentie in de krant.”

“Hoe lang mis je de seks al?”

Andreas gezicht betrekt: “Ik word er gek van. Ik stuit op een muur. Meer dan twee jaar al. Ook een man is niet van steen. Dus dacht ik, voor een keertje, ze is toch laat aan het overwerken. Ik vraag me altijd af wat ze daar op dat uur doet.”

“Dus dan werk jij nu ook maar een keertje over?”

Andreas lacht als een boer die kiespijn heeft: “Ik ben niet aan het werk. Ik heb een avondje vrij, de kinderen logeren bij oma.”

Sterre lacht. Met een berekenend gebaar trekt ze haar jasje uit en klikt haar beha onder haar hemd los, haar tepels priemen door de stof: “Kop-op, jongeman. Een beetje zweten is niet erg. Voor all-in moet je bovenaan beginnen,” ze werpt een verleidelijke blik, “aan het overwerk, dus.” Als een wurgslang glijdt ze naar de man toe en vangt hem in haar omhelzing.

Een paar uur verglijden, ze weet hem twee maal uit zijn tent te lokken zodat hij zich helemaal aan haar overgeeft. Het gevoel van triomf laat haar ongelooflijk klaarkomen, zodat ze er met plezier nog een toegiftje bij doet voordat hij uitgeput en voldaan de deur achter zich dichttrekt.

“Wel thuis, en pas op voor het trapleertje op de tweede verdieping!” roept ze hem na.

Het wordt stil. Plotseling ebt haar gevoel van triomf weg en dringt het tot haar door hoe het leven van haar vroegere vriendin er nu werkelijk voor staat. Schuldgevoel over haar eigen plezier strijdt met wraaklust. De laatste wint.

***

“Janine is erachter gekomen, die echtgenoot van haar was niet gehaaid genoeg. Alleen haar reactie,” Sterre siddert, “die had ik totaal niet verwacht. Reden genoeg voor mij om uit het leven te gaan. Toen kwam dit op mijn pad.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven