

Muziek: Down Spirit Road van het album Inca Gold van Medwyn Goodall
De auto heeft onze actieradius enorm vergroot. Begin zestiger jaren waren wij net zoals vele anderen autoloos. Als je buiten je woonplaats iets te doen had, gebruikte je openbaar vervoer, of je huurde een auto voor een korte tijd. Dat waren bijzondere gelegenheden, normaal werd het lopen of fietsen. Dat bleef dicht bij huis.
Onze eerste auto, een Renault 4 Dauphine, vergrootte onze wereld. We konden vanuit onze woonplaats Sliedrecht zo maar boodschappen doen in Dordrecht en Rotterdam. Wij reden naar de familie in Hilversum en Eindhoven. We bezochten vrienden in Zuid-Limburg. Wat leek Nederland groot!
Ritten duurden wel lang. Snelwegen deden nog kedeng-kedeng door het plaveisel van betonplaten en je had altijd kans op een lekke band. Autorijden was soms een hele zit.
Ondanks het zitten werkte je lijf gewoon door met leven en stofwisselen. Onderweg moest je dus altijd wel een of meer keren naar het toilet, de aandrang was genadeloos. Zeker met kleine kinderen krijg je een soort estafetterace tussen de diverse WC-punten.
Ja, waar kon dat toen? Tankstations (gratis), wegrestaurants (consumptie verplicht), cafeetjes (consumptie verplicht) en parkeerplaatsen (wildplassen alleen voor heren). Omdat een gulden in de zestiger jaren een paar keer omgedraaid moest worden, meden we de wegrestaurants en de cafeetjes. Daarnaast herinner ik me dat we voor onze dames weleens een po hebben meegenomen.
Tankstations hebben jarenlang de edele traditie van gratis toilet hooggehouden. Helaas zijn ze in deze tijd ook ten offer gevallen aan de Neoliberale Bevrijdingstheologie met het dogma Alleen zonlicht is gratis.
Bij veel tankstations verscheen er een muntjesautomaat op de toiletdeuren buiten. Daarnaast ontstond er een groeiende trend om toiletten binnenshuis te bouwen in het wegwinkeltje, bij voorkeur langs schappen met verleidelijke lekkernijen en de condoomautomaat. Born to be wild, nietwaar?
Bij het ritje naar de crematie van mijn moeder ontdek ik een nieuwe vorm van toilet-exploitatie, getiteld 2The Loo. Ja, je ziet dat de commerciële internationalisatie zelfs bij de meest basale menselijke behoeften om zich heen grijpt. Geheel volgens de mode van deze tijd: Als je iets uitbesteedt, heb je er zelf geen omkijken meer naar.
Het toilet-bedrijf 2TheLoo heeft een bewogen geschiedenis vanaf 2011 toen het de eerste “toiletwinkel” in de Kalverstaat in Amsterdam opende. Tja toiletbezoek is natuurlijk een markt die net zo hard groeit als de wereldbevolking. Een behoorlijke concurrent voor de horeca, want bij 2TheLoo hoef je geen consumptie te nemen, een standje bij het urinoir of een zitje op de bril is daar goedkoper dan een kop koffie.
De strijd om investeringsgelden leidde echter tot een laag-bij-de-grondse machtsstrijd tussen bedrijf en investeringsmaatschappij Avedon Capital Partners, wat de keten ondanks de aardige formule niet veel goed deed. Wederom een illustratie dat het gedrag van kapitaalroofridders een bedrijf weinig goed kan doen, net zoals bij V&D.
De toiletruimte heeft een mechanische poortwachter in de vorm van een tourniquet. Eenzelfde soort ongemakkelijke toegang als een tijdje in gebruik was bij het bedrijf waar ik 40 jaar gewerkt heb. Probeer maar eens die barrière te passeren met de handen vol met tassen. Het lijkt met die toiletruimte ook net of je ondergronds gaat, de ingang had een Metrostation kunnen zijn.
Het tourniquet laat je pas door als je aan de financiële verplichting hebt voldaan. Vijftig eurocent, te voldoen in contanten of middels een elektronische overschrijving met bankpas. Ten behoeve van eventuele retouren of bewijsvoering voor de Belastingdienst print het apparaat het resultaat van de transactie uit.
Dat gaat heel strak: Geen bonnetje uitgeprint, geen toegang.
Als ik binnenkom, staat er een rij voor het 2The Loo tourniquet. Een slecht voorteken. De voorste klant is druk bezig met een bankpas, maar het apparaat weigert dienst. Bij inspectie blijkt zijn bankpas niet in de rij van goedgekeurde labels te staan. Gefrustreerd trekt de man zijn keutel in. De volgende probeert een muntje. Dat valt er telkens doorheen, niets helpt. Ik voel in mijn zak. Een muntje. Zou dat wel werken?
De man heeft iets meer technisch observatievermogen dan zijn voorganger. Hij merkt het displaytje op met daarop een Angelsaksische melding die vertaalt als: Het papier is op. Nee, niet het wc-papier, het gaat om de financiële transparantie op papier.
Hij maakt duidelijke gebaren richting het meisje achter de balie. Zij stormt toe, gewapend met een pasje en een sleutel. Ook zij stelt vast dat het apparaat papier nodig heeft. Dus danst ze elegant door de winkel om een rolletje van haar werkplek te halen.
Ze opent het apparaat. “Net het interieur van een koffieautomaat,” merk ik als technisch belangstellende op. Er zit heel wat in zo’n kast. Gezien de problematiek moet er een computer bij zitten.
Het vervangen van de rol kost enige moeite die lijkt op het plaatsen van een spoeltje met rijgdraad in een naaimachine. Na een tijdje drukt het baliemeisje, of moet ik intercedente zeggen, een aantal toetsen en doet het apparaat dicht. De 2The Loo bak reageert in het Angelsaksisch met een vage foutcode en geeft geen sjoechem.
Ondertussen neem in de rij de onrust toe. Aandrang laat zich niet onderdrukken.
Het meisje doet het apparaat opnieuw open, rommelt met de rol papier en drukt nog meer knoppen. Niets helpt. Met een venijnig gebaar trekt ze de stekker uit het apparaat. Het display dooft. Een zucht van ontzetting gaat door de rij. Buiten werking? Volgend toilet over 80 kilometer?
De stekker gaat er weer in. Het apparaat reïncarneert en herkent het rolletje. Poppetje gezien, kastje dicht. Het meisje blijft even staan om te zien of het apparaat zich gedraagt.
De volgende toilettant probeert zijn muntje. Nog steeds Lauw Loenen. Het frustratieniveau stijgt en de aandrang wordt dringender. Het meisje grijpt echter in. Zij incasseert het muntje en gebruikt haar pasje. Klik zegt het tourniquet en de klant verdwijnt met een opgeluchte zucht naar binnen.
Na enkele elektronische transacties ben ik aan de beurt. Helaas, mijn muntje valt er ook door. Gelukkig staat het meisje er nog en laat ze me op dezelfde manier binnen.
Terwijl ik wat lichter word, mijmer ik over deze demonstratie van Ontlastings Toegangs Bewijs (OTB). Net zoals bij het vermaledijde CTB krijg ik mijn bedenkingen over weer een Big Brother Opportunity.
Alleen maar pissen met een bankpasje… Dan ben je bekend bij het systeem. Stel dat toiletbezoek wordt gekoppeld aan een CO2 quotum? Je hebt een biefstukje te veel gegeten en dan word je bij 2The Loo afgeknepen? Technisch is dat mogelijk. China is er niks bij!
Op dat moment verlang ik heftig naar het vrolijke goedemorgen van een Dame van de Retirade die even opkijkt van haar cryptogram om te horen of mijn muntje wel op het schoteltje tinkelt. De gewone menselijke maat, niks geen Schwab’s Fourth Industrial Revolution en zijn vage plannen voor Transhumanisme.
Binnen blijkt de verregaande commercialisering van de grote en de kleine boodschap. Enthousiast prijst de uitbater strippenkaarten voor herhaald toiletbezoek aan. Daarnaast kun je korting krijgen op snoep en prullaria die hier aan de snelweg tweemaal zo duur zijn als in een gewone winkelstraat. Ja, de Neoliberale Bevrijdingstheologie doet er alles aan om ons bij ons levenseinde berooid te maken. Blut het hiernamaals in, is het devies van deze goddeloze religie 😉.
Ik maak mijn toilet af, werk mezelf door het tourniquet en denk opgelucht Toedeloe!