Carte Postale

Muziek: Carte Postale van Francis Gabrel

Uitwerking van een schrijfopdracht uit Je Leven Schrijven van Julia Cameron

***

Een klein dorpje met een café en, gezien de carrousel met ansichtkaarten, misschien een souvenirwinkel. Ik zet de fiets op slot en loop er naartoe.

Een moment leidt het krantenrek bij de deur mijn aandacht af. Koppen schreeuwen crisis, iedereen maakt ruzie en laat elkaar in de kou staan. Nog meer wapentuig naar Oekraïne, met de complimenten van de Nederlandse belastingbetaler.

Een dubbelpaspoortige defensieminister lacht me toe in zwart-wit. Zou zij ook zelf de moed hebben om dat wapentuig te gaan bedienen in het heetst van haar vrijheidsstrijd? Of laat ze dat over aan de nazaten van de Zweedse Vikingen die ooit de Baltische Golf overstaken en met enig geweld tegen de lokale bevolking Kievan Rus stichtten?

Weinig kans, ze kan een ananas niet van een handgranaat onderscheiden. Daar gaat dus onze energiebelasting naartoe, denk ik, ik hoop dat we van de winter nog wat wollen-trui-subsidie krijgen als bij wijze van oorlogshandeling het kraantje dicht gaat.

Ik wend mijn blik af. Die koppen zijn slecht voor mijn humeur. Dat is jammer van de mooie zomer die we nu hebben, alle sombere praatjes over opwarming van de Aarde ten spijt.

Ik draai de carrousel en bekijk de ansichtkaarten. Is dat nog van deze tijd? Iedereen stuurt een fotoreportage met Whatsapp op de telefoon. Waarom zou je er inkt en postzegels aan wagen? De foto’s op de kaarten zijn best leuk. Maar wie stuur je tegenwoordig zo’n ding?

Ik denk aan mijn adressenboekje dat ik al mijn hele leven met me meesleep. Contacten in handschrift. Sommigen onderstreept en vernieuwd, anderen doorgestreept maar nog steeds leesbaar. Iedere kras is een herinnering. Verbroken vriendschap, uitgedoofde liefde, uit het oog en uit het hart geraakt en zelfs enkelen door de dood gescheiden.

Ik kies spontaan vijf kaarten uit. Ik ga ze direct versturen. Naar wie? Een idee. Naar mensen met wie ik al eeuwen geen contact heb gehad. Ik neem de gok of hun adressen dan nog kloppen.

Het winkeltje lijkt aan de buitenkant op een souvenirhandeltje. Als ik me in het halfduistere interieur waag, blijkt het echter propvol te staan met primaire en secondaire levensbehoeften. Ik vraag me af of de eigenaar soms Sinkel heet.

“Goedenmiddag, mijnheer,” klinkt het van achter de toonbank. Een vrolijk traditioneel geklede dame van middelbare leeftijd lacht me toe, “het is me buiten het weertje wel, maar hier houden we het lekker koel.”

Ik leg de kaarten op de toonbank: “Heeft u er ook postzegels bij?”

“Natuurlijk. Welke serie wilt u hebben? Ik heb hier wat Vaderlandse Geschiedenis, Voetbalzegels zijn ook leuk. De natuurzegels passen goed bij de ansichtkaarten. De provinciezegels zijn weer een extra souvenir.”

Ik bestudeer de postzegelvelletjes op de toonbank: “Ik vind de natuurzegels toch de mooiste. Vaderlandse Geschiedenis valt af, voor je het weet moet ik me opeens voor van alles excuseren terwijl ik er niet eens bij geweest ben.”

“Inderdaad. Wat geweest is, is geweest. Als je er maar iets van leert en het goede overhoudt.”

Ik wijs naar het krantenrek buiten: “Dat blijkt voor onze leiders tegenwoordig blijkbaar nogal moeilijk.”

De vrouw maakt een gebaar naar een omgekeerde Nederlandse vlag achter de toonbank en schikt de boerenzakdoek die ze als sjaaltje om haar hals draagt.

“Vertel mij wat. Ze weten niet eens dat onze lucht meer dan driekwart uit stikstof bestaat. Mijn broer boert biologisch en cee-oo-twee-neutraal, maar hij zit volgens de Hagenezen op het verkeerde land. Belachelijk, onze familie zit al drie eeuwen op die plek, ze hebben zelf dat veen ontgonnen. En nu komt er een idioot die er opnieuw veen van wil maken. Daarom doe ik mee met het protest.”

“Mooi!” Ik leg geld voor de kaarten en postzegels op de toonbank. De kassa rinkelt.

De vrouw sluit de geldla: “Komt u uit Twente?”

Ik knik met een glimlach. “Kunt u dat horen, dan?”

“Mijn zus woont in Deurningen, in de straat van het café. Tja, de liefde brengt je weleens ver van huis. Maar Twente is ook mooi.”

“Absoluut. Maar dat vind ik van deze omgeving ook. Geweldig fietsen.”

Ze glimlacht: “Dan wens ik u een goede tocht zonder zadelpijn!”

Tegenover het café staat een brievenbus. Ik bestudeer het glaasje met de lichtingstijd. Over twee uur. Wat let me om de kaarten nu alvast te schrijven en te posten?

Het café nodigt me uit. Een paar fietsers in de hoek bestuderen de kaart, maar hebben blijkbaar in elkaar de bestemming bereikt. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Wanneer was ik het laatst verliefd? Ik strijk neer aan een tafeltje bij het raam. Er is geen airco, maar toch is het redelijk koel. Mooi, want zweethanden geven vlekken bij het kaarten schrijven.

De waard zet me een stevige kop koffie voor. De appeltaart volgt.

“Zelfgebakken!” herken ik de textuur.

“Moeder de vrouw weet precies hoe het moet,” lacht de man.

Na een paar happen plak ik de natuurtaferelen op de kaarten en haal ik mijn adresboekje tevoorschijn.

De eerste kaart. Voor mijn zus die ik al jaren niet meer gezien heb. Ik moet het kort houden, want op een ansichtkaart kun je geen encyclopedie kwijt. In heel klein handschrift begin ik te schrijven.

Lieve zus. Ik zag via-via op Facebook dat je getrouwd bent. Je zag er ontzettend gelukkig uit en dat doet me plezier. Dit huwelijk is nu echt je keus en geen wraak op een slechte partner. Ik wens je na al die jaren alle geluk. Je broer.

Ik mijmer een moment en zoek mijn herinneringen af. Nee, die eerste bruiloft zat vol spanning. Er moest een deur worden dicht gesmeten richting een heilloos pad. De andere weg bleek echter op den duur niet beter te zijn.

Twee bladzijden verder tref ik het adres van mijn broer. Zou hij er nog wonen?

Beste broer. We hebben elkaar nauwelijks gesproken op de uitvaart van moeder. Ja, zij zal jouw praatje zeker hebben kunnen waarderen. Dat laatste brandbare zinnetje was helemaal haar stijl. Ik was blij om te zien dat je weer een partner hebt. Het leven is fijner met zijn tweeën. Alle geluk en doe haar de groeten. Je broer.

Ja, vroeger waren we partners in crime. Totdat ik aangewezen werd als oorzaak van die van jou. Een heel eenzaam gevoel en het begin van de verwijdering. Daar kon geen therapie iets aan verhelpen.

Ik stuit op een doorgestreept adres. Mijn gitaarmaatje van vroeger! Jaren geleden raakten we onverklaarbaar in disharmonie. Waarom, daar viel niet over te praten. Zodoende werd ik noodgedwongen solist. Wel, dat is aardig gelukt.

Hallo Amigo! Ik zag laatst dat je weer actief was met lessen. Mooie website. Ik hoop dat je jouw draai op de snaren weer gevonden hebt. Laat eens iets van je horen. Groetjes van de andere amigo.

Nog een doorgestreept adres. Een collega die een moeilijke tijd doormaakte. Driemaal burn-out. Ik heb geluisterd, ook tussen de regels door. Ja, hoe lang ben ik nu al met pensioen?

Beste collega. Ik hoop dat het beter met je gaat en dat je de zon weer in je leven ziet. Ik wens je alle sterkte met je innerlijke strijd. Je kunt het, je weet wat je het liefste wil. Een stevige handdruk. Nee, niet dat angstige nieuw normale achter de ellebogen gedoe. Groet van pensionado M.

Ik heb nog een kaart over. Een kronkelend riviertje met riet en bloemen langs de kant onder een mooie weerspiegelde wolkenlucht. Een gestage rustige stroom water vanaf de bron naar de zee. Ik hoef niet in mijn boekje te kijken voor het adres.

Lieve Jij. Je mag zeker zijn van jezelf. Laat je niet in de luren leggen door al dat bedrog om je heen. Jij mag er zijn, jij bent het waard. Laat het stromen, dan komt het. Groeten, je innerlijke schrijver.

Ik betaal de consumptie, groet de waard en loop naar de brievenbus. Vier kaarten glijden door de gleuf.

De laatste bewaar ik zelf.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

error: Inhoud is beschermd!
Scroll naar boven