De Bedevaart van de Abbreviant (6)

Muziek: Sanctus uit de Latijnse Mis in een bewerking van de popgroep Pedal Point

Voetnoten staan aan het einde van deze aflevering. 😉 Even scrollen, dus.

De Ultieme Afkorting

De keizerlijke begeleider heeft zichtbaar haast om de volgende bedevaartplaats te bezoeken. Hij maant de aanwezigen tot spoed en laat zijn Helvetische legionairs zijn woorden kracht bijzetten. Gregorius, Quirinalis en Maddalena krijgen een eigen escorte.

“Ziehier onze populariteit bij het gezag”, glimlacht de abt.

De wandeling naar hun volgende attractie is kort, al snel doemt de façade en de koepel van het Pantheon voor hen op.

“Deze tempel werd ooit gebouwd door Hadrianus, een keizer van het Eerste Imperium, op de plaats van een oudere tempel” beschrijft Gregorius, “hij liet het gebouw wijden aan alle goden die toen bekend waren. Hij begreep blijkbaar erg goed, dat je een rijk van het formaat van toen alleen bij elkaar kon houden als je wat kosmopolitisme ten toon spreidde. Daarom deze tempel, zodat niemand zich benadeeld zou voelen in hun godsdienstbeleving.

Helaas voelden de nazaten van onze Calixtus zich wel benadeeld door een heiligdom voor alle goden ter wereld en niet alleen de hunne. Zij annexeerden het Pantheon en toonden grote ijver bij de vernietiging van ander gedachtegoed toen ze eenmaal de macht hadden. Een episode uit onze geschiedenis die niet zo heel erg bekend is, want de winnaar schrijft immers de geschiedenis.”

Maddalena kijkt vol bewondering naar de architectuur. De koepel van dit gebouw zou een lange tijd de grootste ter wereld blijven.

“Alleen dat gat daar bovenin lijkt me niet zo praktisch”, zegt ze, “als het regent, word je hier nat.”

“Daar hebben ze een afvoer voor”, wijst Quirinalis naar de gaten in de ietwat holle vloer, “ik heb me laten vertellen dat het gat een deel van de stevigheid van de koepel uitmaakt. Bovendien valt er mooi licht naar binnen.”

De keizerlijke begeleider put zich ondertussen uit in een langdradig verhaal over de noodzaak van de kosmopolitische samenwerking, zoals de oude Hadrianus al had ingezien en zijn nazaat de huidige keizer ook voorstond, en op welke wijze dit gebouw deze filosofie vertegenwoordigt. In een wereldrijk is er geen plaats voor eindeloze twisten over minieme verschillen zoals die tussen Mnemonicisten en Abbrevianten bestaan. Het wordt tijd om de handen ineen te slaan en gezamenlijk te werken aan een zonnige toekomst in vrede.

“Een vrede waarin de keizerlijke dogma’s de boventoon voeren”, fluistert Gregorius onopvallend voor zich heen, “het draait ook allemaal om hetzelfde. Niet de waarheid is belangrijk, nee, de macht staat boven alles.”

Een strenge blik van een legionair schiet in zijn richting. Gregorius doet er tactisch het zwijgen toe.

Na een hele redevoering stopt de keizerlijke vertegenwoordiger eindelijk het betoog en kondigt aan dat ze verder zullen gaan. De laatste attractie van de bedevaart ligt nu voor hen: de Basilico Laterano. Hier ligt volgens de legende de allereerste versie van de Abbreviatio van de oude Calixtus opgeslagen. Het is een heilig bedevaartsoord voor de Abbrevianten, en het feit dat Mnemonicisten hier zonder slag of stoot moeten worden toegelaten is een duidelijke provocatie door het keizerlijk gezag, waarmee het zeggen wil wat het over de losse groeperingen denkt die het beleid in de weg staan.

In de Basilico Laterano willen er nog weleens ongeregeldheden optreden, vandaar dat het contingent Helvetiërs verder wordt versterkt om de orde te bewaren.

Onder strenge bewaking daalt iedereen af naar het Sanctum Sanctorum waar het boek van Calixtus achter tralies ligt opgeslagen. Het boek is dichtgeslagen, dus de inhoud is voor de nieuwsgierigen helaas niet zichtbaar, men moet het van de overlevering hebben.

“Ik ben toch wel ontzettend benieuwd”, merkt Maddalena op, “heeft nou echt niemand ooit eens geprobeerd om dat boek open te slaan en ook echt te lezen?”

“Waarom dacht je dat er tralies omheen stonden?” reageert Quirinalis, “om nieuwsgierige blikken te weren en de heiligheid van Calixtus openbaring te bewaren.”

“Waarom moet je een waarheid tegen terechte nieuwsgierigheid beschermen?” merkt Gregorius terloops op.

“Ik zou het wagen om het boek te openen als ik de gelegenheid kreeg”, zegt Maddalena, “maar hoe kom je langs die tralies?”

Quirinalis kijkt geschokt, Gregorius kan een glimlach niet onderdrukken.

“Wetenschappelijke nieuwsgierigheid is nooit weg. Er is een manier om toegang te krijgen tot het Sanctum,” wijst hij.

Een merkwaardig mechaniek vormt een slot op de rijk bewerkte toegangsdeur van het Sanctum. Het is een matrix met grote druktoetsen van alle 23 letters van het Romanzijnse alfabet. Daarboven bevindt zich een plaat met in goud ingelegde letters met een vraag:

Quod remanet per ultima abbreviatio?[1]

“Het Raadsel van Calixtus” wijst Quirinalis, “wie het oplost mag het boek lezen. Bij mijn weten is er nog niemand in geslaagd om het antwoord te geven.”

“Misschien komt dat omdat we door al ons werk met deze materie geen open geest meer hebben”, suggereert Gregorius, “menig legende verhaalt van dit soort raadsels die worden opgelost door mensen die zich niet laten vastzetten door het probleem, maar er vrij mee omgaan.”

“Ik denk dat ik wel een antwoord weet…” mijmert Maddalena.

“Het antwoord?” vraagt Quirinalis verbaasd.

“Een antwoord..” verbetert Maddalena hem, “ik zou niet durven pretenderen dat ik het enige antwoord weet. Misschien zijn er wel meer…”

“Wellicht moeten we een poging wagen om Maddalena haar antwoord te laten geven”, stelt Gregorius voor, “maar dat vraagt wel een zekere ondernemingsgeest van onze kant.”

Quirinalis begrijpt wat zijn abt bedoelt. Ze zouden in de Basilico Laterano moeten achterblijven. Als ze dat deden, zouden ze bij de Evaluatio worden gemist met als gevolg dat ze zouden worden geëxcommuniceerd en gevangengezet met een mogelijke executie als eindresultaat. De keizerlijke regels zijn genadeloos, een Bedevaart zonder goedgekeurd verslag komt overeen met een weigering van het keizerlijk bevel. Het enige antwoord daarop is uitstoting uit de orde en overlevering aan het dodelijk gezag van de wereldlijke autoriteiten.

“Ik was toch al van plan om een nieuw leven te beginnen”, fluistert Maddalena, “ze weten toch al niet wie ik ben. Stel je eens voor, het zou spectaculair zijn als mijn antwoord klopt! Alleen die gedachte aan een poging om dat raadsel op te lossen motiveert me al!”

Quirinalis twijfelt. Zou hij het werkzame leven waar hij zoveel jaren aan gewend was geraakt, wel achter zich durven laten? Wat moest hij dan met zijn tijd doen, buiten de rustige routine van het leven in de abdij der Abbrevianten?

Hij kijkt Gregorius vragend aan. Zou de abt zijn positie opgeven in ruil voor een onzeker bestaan?

“Als je niet schiet, kun je niet scoren” citeert Gregorius een van Cruyffius’ waarheden als een koe, “het idee spreekt me aan. En stel je eens voor, dan kunnen we schaken zonder angst voor ontdekking.”

“Maar…” probeert Quirinalis er iets tegenin te brengen.

“Als goede Abbreviant vind je altijd werk in de uitgeverij”, oppert Maddalena, “waarom beginnen we met zijn drieën geen zaakje in Tiberium? Ik heb nog wel wat Denariën voor een leuk pandje. Wedden dat we druk zijn als bezige bijen!”

Opnieuw knaagt de twijfel aan Quirinalis, nu heftiger dan hij ooit bij een Bedevaart had meegemaakt. Aan de ene kant lonkt het antwoord op Calixtus’ Raadsel, aan de andere kant dreigt het onzekere maar ook enigszins aanlokkelijke bestaan als zelfstandig Abbreviationist.

“Goed”, besluit hij resoluut, “dan ga ik nu maar met pensioen.”

“Emeritaat, mijn beste vriend”, merkt Gregorius op, “volkomen verdiend.”

“Laten we ons dan onopvallend verbergen”, stelt Maddalena voor.

Zogezegd, zo gedaan. Ze weten aan de aandacht van de wachten te ontsnappen in de zuilengang van de Basilica, vinden een goede plek in het labyrint van zalen en kamers rond de centrale hal en wachten de avond af. Wanneer het zover is, sluipen ze behoedzaam naar het Sanctum.

Daar wacht Calixtus’ Abbreviatio in het licht van een paar olielampen. Quirinalis’ hart klopt in zijn keel. Zou Maddalena het goede antwoord weten?

Maddalena toont geen spoor van twijfel wanneer ze de toetsen bedient. Het mechanisme accepteert haar invoer met een rustig geklik. Quirinalis volgt wat ze intoetst:

NIHILVM

“Natuurlijk!” roept hij uit.

Het mechanisme van het slot blijkt daar hetzelfde over te denken. Met enig piepen en knarsen dchuift de deur van het Sanctum open.

Aan Maddalena komt de eer toe om het boek open te slaan. Uiterst voorzichtig bladert ze door het eeuwenoude boekwerk. Er zijn heel wat pagina’s, zodat ze uren bezig is om bij de achterkaft te komen.

Alle pagina’s zijn blanco…

“Calixtus heeft zijn eigen leer tot op het diepste niveau aan de Abbreviatio onderworpen” verzucht Gregorius verbaasd, “wat krijg je als resultaat van de ultieme afkorting? Het niets en tegelijkertijd de oneindigheid! Alles is blanco, alles is vrij!”

“Dus we hebben al die eeuwen voor niets over onze dogma’s gestreden…” mompelt Quirinalis geschokt, “de Abbreviatio is niets anders dan een Tabula Rasa!”

Gregorius schudt zijn hoofd. “Nee, mijn vriend, het is een uitnodiging tot een open houding. Een aansporing om ons eigen blad te beschrijven zonder dat van een ander met het rood van dwingelandij, bloed en strijd te willen corrigeren.’

Maddalena is klaar met bladeren. “Zullen we het boek maar open laten liggen?” stelt ze met een lach voor, “dat zal me toch een opschudding geven!”

“Nee,” zegt Quirinalis resoluut, “als we dat doen, gaat Calixtus’ boodschap verloren en zal er niemand meer over het raadsel nadenken. Het denken over de leer is soms belangrijker dan de leer zelf.”

Hij loopt naar het boek toe en doet het dicht. Hij sluit daarmee het verhaal van zijn bestaan van de afgelopen jaren af.

Gregorius bekijkt het tafereel met een glimlach. “Laten we gaan”, zegt hij, “met een beetje geluk kunnen we onze spullen in het tumult van het vertrek van onze broeders onopvallend uit het Campus Vaticanum weghalen. Ik zou onze brevieren over de Oneindigheid niet graag missen.”

Ze trekken zich terug uit het Sanctum. De deur gaat direct weer dicht, begeleid door een opmerkelijk geratel van het slotmechanisme.

“Het zou me niks verbazen als er een nieuw antwoord voor het raadsel nodig is”, merkt Gregorius op.

Het kost hen weinig moeite om de Basilico Laterano ongezien te verlaten. Buiten kondigt de rozenvingerige dageraad[2] de nieuwe dag aan en komt het eeuwige vrachtverkeer met gerammel en Voermans Latijn op gang.

“Quamquam ars longa, vita perficianda[3]”, besluit Gregorius het verhaal wanneer ze met zijn drieën opgaan in de drukte van Tiberium.

“Maar wat moeten we nu met de ezels en onze bagage?” vraagt Quirinalis onder het lopen.

Gregorius haalde een buideltje munten tevoorschijn. “Ga nooit met pensioen zonder behoorlijke regeling! Ik heb het op een akkoordje gegooid met de herbergier van Ante Portas Tiberii.”

“Dus je wist ervan?” schrikt Quirinalis.

“Maddalena’s idee om onszelf te pensioneren sprak me bijzonder aan. Een goede voorbereiding is daarbij echter nooit weg.”

“Ja, dat klopt”, geeft Quirinalis toe, “op weg dan maar!”

Het gezelschap zet zich in beweging.

“Maar Gregorius, hoe moet het nou met de kwaliteitsnormstelling, nu we de Abbreviatio niet langer gebruiken?” vraagt Quirinalis zich onder het lopen hardop af.

“Die bedenken we gewoon zelf!” is het droge antwoord van de abt, “en maak je over de Abbreviatio geen zorgen, we hebben hier op het Peninsola achttienhonderd abdijen die de komende tweeduizend jaar over de uiteindelijke inhoud kunnen gaan stoeien. Ik zie de eerste schisma’s al in de lucht hangen.”

“Juist ja, maar we moeten toch ook zelf iets vastleggen voor onze kwaliteit, of niet?”

“Mooi klusje voor jou”, grinnikt Maddalena.

Gregorius zet er stevig de pas in: “eerst een makelaar zoeken voor ons pandje!”

En zo verdwijnen ze uit het gezicht en tevens uit dit verhaal.

***

Eindnoten


[1] Quod remanet per ultima abbreviatio? Vrij vertaald betekent dit ‘Wat blijft er over na de allerlaatste afkorting?

[2] De rozenvingerige dageraad: Ooit gloedvol beschreven door de Romeinse dichter Ovidius in zijn tragische gedicht Phaeton.

[3] Quamquam ars longa, vita perficianda: ‘Ofschoon de kunst lang is, dient het leven voltooid te worden’

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

error: Inhoud is beschermd!
Scroll naar boven