De Poort van de Dungeon Master (13)

Muziek: Pearl van Faun

Sonja

“Die zwartjak heeft mijn stad in brand gezet en mijn volk over de kling gejaagd!” gromt Sonja, “ik zal hem ieder verloren leven betaald zetten!”

Haar ogen schitteren kwaadaardig. Wraak op Chaos is echter niet haar leidmotief. Ze wil zich bewijzen en de sterkste zijn, gevreesd en geliefd door iedereen, en haar wanhoop uitwissen over het feit dat ze de haren niet had durven beschermen op het moment dat ze dat had moeten doen.

Sonja’s gedachten zwerven op een heel andere plaats dan in de onderaardse gangen.

***

“Daar komen ze!”

Een vloedgolf van gemengde gevoelens teistert de laatste Strijders van Quiyrynne. Angst, vastberadenheid, gelatenheid, en de laatste gedachten aan verwanten en geliefden die deze strijd zou moeten beschermen. Ze hebben het lang volgehouden, maar de tol aan doden en gewonden is te hoog. De tegenstander lijkt steeds nieuwe krachten in de strijd te werpen. En nu komen ze met drakenvuur, juist nu hun eigen magiërs gevallen waren! Maar ze moeten standhouden. Als zij vallen, stoot de vijand genadeloos door in de zachte onderbuik van het platteland, waar hun verwanten en geliefden wonen. Niemand durft aan hun lot te denken als zij eenmaal gevallen waren.

Angst verstijft Sonja. Ze zweet heftig onder haar pantser, het gewicht van haar zwaard lijkt te groot om te verdragen. Ze is blij, dat het vizier van haar helm de angst op haar gezicht verbergt. Ze vervloekt haar eigen dwaasheid.

In haar dorp had ze zich grootgehouden met verhalen over haar dapperheid. Zo won ze van iedereen respect en erkenning, dat haar eigen volkomen gebrek aan zelfvertrouwen verzachtte en haar een persoonlijkheid verschafte waarmee ze kon leven. Allemaal leugens… Haar diensttijd bij een laaggeplaatste edelman in de buitengewesten was een aaneenschakeling van verveling geweest, niet de bittere strijd vol heldendaden die ze iedereen had voorgespiegeld. Ze was ook helemaal niet bereid tot zelfopofferend heldendom, integendeel, ze was bang voor de strijd, de wonden en het bloed.

Ze kon de oproep van Quiyrynne niet weigeren. De angst was over de landen gestroomd als een springvloed en de dorpelingen verwachtten van haar een gebaar. Uit angst voor ontdekking van haar leugens had ze dienst genomen, samen met een paar dorpsgenoten. Haar bataljon was een tijd in reserve gehouden, maar nu was dat niet langer mogelijk. Haar zwaard zou bloed moeten proeven, als het even kon voordat het hare de aarde zou drenken.

“Wacht op mijn teken!”

De soldaten stellen zich op, als een boogpees gespannen. De vijand nadert met de hautaineit van een overwinnaar.

“Voor Quiyrynne, voorwaarts!”

Een juichkreet klinkt op. Sonja’s stem heeft hier echter geen deel aan, de angst knijpt haar keel dicht. Het bataljon komt in beweging en stroomt als water over de versperringen van hun loopgraven. Vuur teistert de voorste gelederen en de kreten van vastberadenheid krijgen een tweede stem van pijn en angst.

Sonja laat zich onopvallend naar de achterste gelederen zakken, op zoek naar een gelegenheid om ver van de frontlijn te blijven. Ze moet hier weg! Ze ontwaart een spelonk in een rotswand en duikt erin. De duisternis omsluit haar met de fluistering van een geruststelling. De geluiden van de slag worden gedempt.

***

Haar gedachten springen vooruit in de tijd.

***

Lijken, overal liggen er lijken. Verminkt, verbrand, wapens nog in de vuist. De Strijders van Quiyrynne waren gevallen, de vijand was verder opgetrokken om alles te verzwelgen wat de Strijders hadden verdedigd. Aasvogels trekken aan lichamen en hakken met hun snavels gulzig in de weke delen. Sonja komt uit haar schuilplaats tevoorschijn zodra de geluiden van wreed geweld zijn verstomd. Nu zwerft ze doelloos over het slagveld.

Een koude schrik slaat door haar heen als ze een hand om haar enkel voelt. “Sonja, vervloekte laffe verraadster!” hoort ze als in een fluistering, “ik heb gezien wat je deed!” Een zwaargewonde dorpsgenoot ligt op de grond en staart haar kil aan. Wanhoop grijpt haar aan. Ze trekt haar zwaard en laat het lemmet voor het eerst bloed proeven. Bloed van verraad…

Wroeging wordt een hel. Daarom had ze uiteindelijk de hel van Chaos -de meester van de legers van de vijand- gezocht. Om te merken dat haar lafheid telkens maar weer haar zelfoverwinning verijdelt. Haar lafheid, dat is haar gevangenis, de lijst van het schilderij.


Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

error: Inhoud is beschermd!
Scroll naar boven