Dagboek 26: StayOkay

Muziek: Partita Nr. 2 in C-minor van Bach, gespeeld door Ekseption

Ik was blij dat ik nog een eigen kamer kon boeken…

Toerisme is altijd actief in Amsterdam. Dat merk je hier net zo goed als bij de duurdere hotels. Het had hem behoorlijk veel moeite gekost om een overnachting te vinden. Hij kende hier niemand meer en er woonde ook geen familie meer. Iedereen was uitgevlogen aan het einde van de tienerjaren.

Nou ja, behalve Chantal dan, die ging op haar zestiende het huis al uit.

Het woord hostel deed hem aan een jeugdherberg denken. Slaapzalen, eetzaal, corvee, spaarzaam sanitair en in de rij voor de douche. StayOkay had blijkbaar met die traditie gebroken. Ja, slaapzalen waren er wel, maar ook individuele kamers.

Met prijzen die duidelijk op de reguliere hotels zijn gaan lijken

Goed, het is gezellig hier, je hoort vreemde talen en ziet mensen van allerlei pluimage. Het was een tweepersoons kamer geworden. Jammer dat zijn Lief niet meeging.

Het is te vroeg om al naar bed te gaan. Patrick haalt een drankje en wat snacks bij de bar en trekt zich terug op een hoekje aan de grote tafel in de lounge. Hij pakt het dagboek deel 2 en begint te schrijven, hij was al een aardig eind op weg.

6 November 2019 (vervolg)

Ik was niet de enige die -zoals ze dat noemen- uitvloog. Julie beet de spits af, ze vond een appartementje via een kennis van haar zaterdagbaantje dat aan het einde van het schooljaar een full-time baan werd. Ik ging er weleens langs. Ze redt zich prima. Later ging ze toch weer naar school, ze wilde een vak leren waaruit ze meer energie haalde dan het werk in de winkel. Tijdens dat traject ontmoette ze haar partner. Ze trouwden en inmiddels is ze oma van een behoorlijke stoet kleinkinderen. Ze heeft tot het einde voor Ma gezorgd. Ik heb daar bewondering voor, want Ma was tegen het einde van haar leven geen gemakkelijke.

Peter  bleef onrustig en soms tegendraads. Hij moest in militaire dienst (gelukkig was ik buitengewoon dienstplichtig, dus ik heb er geen ervaring mee) en heeft daar de meeste weekends achter de wacht doorgebracht. Hij kan niet tegen bevelen en laat dat direct merken. Tja, en dan is weigering dienstbevel een terugkerend thema. Daarna ging hij zwerven in het buitenland. Een paar maandjes hier, een paar maandjes daar, losse baantjes. Hij kwam zelfs in de Verenigde Staten terecht. Toen hij een vaste vriendin kreeg, settelde hij, maar het bloed bleef kruipen waar het niet gaan kan. Dat werd mede het einde van zijn huwelijk. Het contact met hem is verwaterd.

Chantal verraste me. Ik heb haar puberteit niet meegemaakt, dus ik ken de achtergronden niet van wat er is gebeurd. Ze ging met haar zestiende het huis uit. Samenwonen. In eerste instantie met een heel verkeerde jongen die zijn handen los had zitten. Later trouwde ze met een ander en kreeg kinderen, maar het huwelijk hield geen stand. We hebben al heel lang geen contact meer, ik weet niet precies waarom. We kregen ruzie over een opmerking van mij, die ik helemaal niet kwaad bedoeld had. Een tijdje terug zag ik via-via op Facebook dat ze hertrouwd was. Ik hoop dat het haar goed gaat, dat ze nu haar rust heeft gevonden.

Zo achteraf zie ik het patroon waar Julie het ooit over had in de tijd van de gezinstherapie. Het lijkt er sterk op dat destijds iedereen het gezin is ontvlucht, ieder om zijn eigen redenen. Wat die zijn geweest, weet ik niet, we waren niet zo close met elkaar.

De verhoudingen leken te verbeteren nadat ik afgestudeerd was en mijn eigen gezin kreeg. Toch bleef er afstand, opgeteld bij die paar honderd kilometer die wij van Amsterdam af woonden. Als we eens met zijn allen bij elkaar waren, zoemden er zaken waar we niks van wisten en werd er verondersteld dat we dat hadden moeten weten. Tja, dan had ik een vragenlijstje moeten bijhouden voor ieder telefoongesprek of bezoek.

Tijden lang hadden we contact via de telefoon, een enkel briefje en de bezoekjes. We maakten kennis met een apart verschijnsel dat waarschijnlijk Amsterdammers eigen is: De route van Amsterdam naar elders is langer dan die in omgekeerde richting. Tel daar bij op, dat volgens Mokumers na het Amsterdam-Rijnkanaal de boerenjungle begint, dan kun je uitrekenen wie er het meeste reed.

De verhoudingen werden moeilijker toen de ouders van mijn moeder overleden. Oma ging eerst, Opa volgde zeven jaar later. In die tijd kwamen alle spanningen in mijn moeder’s gezin boven. Een heftige kwestie met veel nooit opgelost oud zeer. Dat had zijn weerslag op mijn relatie met mijn moeder: Ze wilde me een tijd lang niet meer spreken. Toen bleek hoe diep mijn oude angst voor haar reacties bij me zat, ik heb haar nooit ter verantwoording durven roepen. Ik liet alles over mijn kant gaan, zelfs de wijze waarop mijn moeder mijn Lief behandelde.

Het werd allemaal erger toen mijn vader ziek werd en in een tehuis terechtkwam. Er kwam steeds meer spanning. Het was alsof ik de spanningen en het schuldgevoel uit mijn jeugd herbeleefde. Ik voelde van haar verwachtingen die ik niet waar kon maken. Ik kon mijn vader niet vervangen. Ik kon haar verwijten richting hem ook niet plaatsen, ik vond ze vreselijk, ze schilderde hem zo negatief af. Ik raakte vast in de verdediging.

Tijdens een zo’n door spanning verstijfde ontmoeting kwam de uitslag van de gezinstherapie ter sprake. Ma beweerde dat Pa de grootste veeg uit de pan had gekregen rond Peter’s misstappen. Over haar eigen rol zweeg ze in alle talen. Ik vond het zo misselijk. Ik vroeg me werkelijk af of ze ooit wel van elkaar gehouden hebben. Ik had nooit het gevoel gehad dat dat niet zo was, dus dat was echt pijnlijk. Hebben ze hun contramine zo goed kunnen verbergen? Of is die er heel langzaam in geslopen? Ongelukkigerwijs had ik niet de moed om de rapportage van het MOB op te vragen. Ik had het graag willen lezen, ook over mijn rol in dat spel, of mijn gevoel van er niet bij horen terecht was. Maar goed, dat bewijsmateriaal was waarschijnlijk verdwenen. Zoals veel andere dingen.

Ik heb oprecht geprobeerd om contact met haar te houden, om belangstelling te tonen, om misschien iets liefdevols te doen. De sfeer ging echter op en af, zelfs zo erg dat mijn Lief er last van haar hart door kreeg. Mijn moeder heeft wat streken richting haar uitgehaald. Zodoende kwamen er ook periodes dat we radiostilte in acht namen.

Als ik terugkijk, zie ik dubbel. Aan de ene kant vertrouw ik de goede intenties van mijn ouders en ben ik dankbaar voor de gelegenheden dat ze me hebben gesteund. Aan de andere kant heb ik het gevoel dat de spanning mede is veroorzaakt door de spanning die mijn komst heeft veroorzaakt. Mijn ouders waren jong en mijn moeder had heel andere plannen met haar leven op het moment dat ik me aandiende. Ik ben blij dat ze hun verantwoordelijkheid hebben genomen, want ik weet niet of en hoe mijn leven anders vorm zou hebben gekregen. Soms kreeg ik echter ook het gevoel dat ik in de weg had gestaan.

Die spanning heeft me ook behoedzaam gemaakt. Heel voorzichtig en overgevoelig voor haar stemmingen en die van anderen. Dat heeft waarschijnlijk een constructieve dialoog mijn leven lang verijdeld, ik durfde geen stem te verheffen. Ik zou best graag willen weten hoe het werkelijk zat, welke dromen mijn moeder moest opgeven en of mijn ouders werkelijk van elkaar hielden. Maar ja, de gegevens daarover zijn schaars. Ik zou niet weten hoe ik daaraan zou kunnen komen, want mijn ouders praatten niet vaak over vroeger en de wortels die ze hadden gehad.

En nu ben ik zelf ontworteld, Pa en Ma zijn er niet meer. Ik zweef een beetje rond met resten van onopgeloste vragen, niet-vergeven verleden en sporen van angst en woede. Ik weet te weinig van hoe mijn ouders er zelf in stonden. Of zij zelf konden oplossen en vergeven. Soms ben ik heel kwaad op ze, dat gevoel is na de dood van mijn vader gaan sluimeren en nu merk ik, nu ook mijn moeder dood is, dat de woede schrijnt en aandacht eist.

Dat is geen oplossing. Omzien in wrok zou me verstarren en vastbinden in zaken die je niet meer kunt verbeteren. Dan leg ik verantwoordelijkheid op een plek waar niemand die nog kan nemen.

Het lijkt onoplosbaar door mezelf. Zou ik daar hulp voor moeten zoeken?

***

Patrick kijkt op de klok. Half twaalf! De lounge is bijna verlaten, in de hoek is een stelletje nog in een gefluisterd gesprek gewikkeld. Het was met recht een vermoeiende dag. Hij zoekt zijn kamer op en valt al snel in slaap.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

error: Inhoud is beschermd!
Scroll naar boven