Dagboek 28: Van Eeghenstraat

Muziek: Bourree van Bach, gespeeld door Jethro Tull in een iets recentere uitvoering

“De trap op, beneden werk ik alleen.”

Eline bukt zich en maakt het halsbandje van de kat los. Patrick loopt achter Eline aan. Bastet kijkt om en miauwt bevestigend.

In de huiskamer is het lekker warm. De kachel snort en verspreidt een warme gloed.

“Het is elektrisch, hoor,” het klinkt als een excuus, “echt vuur is not done tegenwoordig. Wat dat betreft denk ik nog weleens met weemoed terug aan de kachel aan de Jan Luijkenstraat. Ik ga even koffie zetten en de kat eten geven. Maak het je gemakkelijk.”

Patrick gaat zitten op een comfortabel bankje: “Een mens gaat weleens met zijn tijd mee, nietwaar?”

Hij kijkt de kamer rond. Een mooi licht vertrek met aan drie kanten ramen. Een balkondeur met grote glazen ruit geeft toegang tot het balkon aan de straatkant. De inrichting is anders dan vroeger, maar nog steeds heel eigen. De poster van Close to the Edge hangt er nog, maar nu veel groter in een subtiel lijstje. Daarnaast ziet hij een paar echte olieverfschilderijen. Abstract in warme kleuren, hij vindt ze mooi. Een moment laat hij de vorm en de kleur op zich inwerken. Hij voelt een hypnotisch effect.

De langspeelplatenkast heeft plaats gemaakt voor een wandje cd’s. Een kleine geluidsinstallatie van een onder audiofielen bekend merk toont een afspeelnummer. Een stapeltje cds ligt naast de speler. In deze ruimte klinkt regelmatig muziek, stelt hij vast.

Ja, toch heel iets anders dan de platenspeler van vroeger

De boekenkast bezet een wand. Patrick herinnert zich zijn ervaringen van de Jan Luijkenstraat, staat nieuwsgierig op en bestudeert de ruggen van de boeken. Hij herkent enkele titels. Daarnaast tonen de titels hoe de gedachten- en interessewereld van Mooie Schrijfster is gegroeid. Astrologie, paranormale verschijnselen, engelen, alternatieve hulpverlening, hypnose, oude geschiedenis, een paar delen filosofie. Dat is een deel van de kast. Het andere deel toont ontspanning en inspanning op literair gebied. Klassiekers, hedendaagse auteurs. Er zit zelfs een plankje fantasy en science fiction bij. Hij herkent het Aardzee Kwartet van Leguin en het werk van Tolkien.

Alsjemenou, mijn vader zou hier lyrisch van geworden zijn

Hij ziet de lange boekenkast voor zich. Twee rijen dik. Pa’s eigen wereld. Het verwijt van zijn moeder vertekent het beeld. Hij sloot zich altijd af… Hij was er nooit bij.

“Ik ben gek op lezen, maar dat wist je vast al,” Eline zet de koffie op tafel en doet de koektrommel open, “zit er iets van je gading bij?”

Patrick gaat zitten: “Absoluut. Je hebt je breed ontwikkeld.”

Bastet springt bij Patrick op schoot en maakt het zich gemakkelijk. Hij voelt de trilling van haar spinnen in zijn buik.

“Je hebt blijkbaar de goede energie, Bastet is heel selectief.”

“Mag ik haar aaien?”

“Probeer het maar, dan merk je het vanzelf.”

“Grappig, gewoon doen: Het doet me denken aan die keer dat je me naar jouw bijnaam vroeg.”

“Ik ben die bijnaam blijven koesteren,” glimlacht ze, “maar een goede schrijfster ben ik nooit geworden.”

Patrick aait Bastet over haar kop. De poes kijkt hem even aan, knipoogt hem toe en geniet van de aanraking.

“Daar zitten we dan na zeven en veertig jaar. Ik kan het nog nauwelijks geloven.”

Eline schenkt koffie in: “Bijna vijftig jaar, dat moet haast wel een verhaal worden. Wie begint?”

“Zullen we erom gooien?”

“Volgens mij is dat niet nodig. Jij bent toch een galante man? Vertel!”

Patrick is een beter verteller dan hij dacht. In duidelijke lijnen schetst hij zijn laatste  half jaar thuis, zijn studententijd, de ontmoeting met zijn Lief en wat zij voor hem betekent, zijn werkzame leven, de liefhebberijen die hij ontwikkelde, het traject van zijn kinderen, zijn liefde voor hen en de  kleinkinderen die hij kreeg.

De verwikkelingen met zijn ouders, broer en zusters laat hij niet onbesproken. De dood van zijn grootouders, de spanningen en hun eigen strijd bij zijn ouders, de ziekte en dood van zijn vader, de weer oplopende spanning met zijn moeder, de verwarring die hij nu ervaart, de dringende noodzaak om ook haar nagedachtenis een vorm te geven waar hij mee verder kan.

“Je had door moeten gaan met je dagboeken,” merkt Eline op na zijn verhaal, “dan had je nu een complete biografie in een paar delen gehad.”

“Tja, wie zou dat willen lezen? Maar, nu is het de beurt aan jou.”

“Ik maak even een paar broodjes. Een levensverhaal vraagt onderhoud van de inwendige mens.”

Patrick merkt dat hij ook honger heeft gekregen. Het eten geeft hem een tevreden gevoel. Prompt springt Bastet weer bij hem op schoot.

“Net zoals jij, studeerde ik af in ‘74. Vol ambitie om mensen te helpen met problemen in hun gezin. Het zou me zelf niet lukken om een gezin te stichten, maar ik kon nuttig zijn bij dat van anderen. Ik had de eerste jaren niet door dat ik me daarmee te veel bepaalde bij mijn eigen pijn. Ik was kwetsbaar. Wat ik toen voelde bij de opmerking van jouw moeder, kwam ik steeds vaker tegen.”

Patricks herinnering is scherp: “Ik was echt boos daarover.”

“Na een tijd merkte ik dat mijn werkveld steeds verder werd geformaliseerd. De MOBs werden gecentraliseerd en opgeheven omdat ze te elitair zouden zijn. De ene organisatievorm buitelde over de andere heen, de overheid begon budgetten te knijpen, protocollen af te dwingen en uitbestedingstrajecten op te stellen. Mensen werden patiënten en daarna cliënten met alle gevolgen van dien. Die marktwerking in de zorg, vreselijk. Ik raakte steeds verder van mezelf verwijderd in mijn werk. Ik begon belangstelling te krijgen voor andere zaken.”

“Heb je daar nog lang gewerkt?”

“Na tien jaar had ik het eigenlijk al gezien,” ze lachte, “ik was ook bereid om een stap te zetten, ik kreeg net een relatie met een rondreizende wereldverbeteraar.”

“Je werd globetrotter?”

Eline knikt: “Het werd een sabbatical van een jaar. Een reis naar letterlijk godvergeten oorden. Soms tegen wil en dank. Ik heb veel gezien en veel meegemaakt. Het wereld verbeteren ging niet helemaal goed, en het liep helemaal mis toen we uit frustratie elkaar dan maar probeerden te verbeteren. Dus ook deze relatie liep op gegeven moment stuk.”

“O, dat spijt me. Was je ongelukkig in de liefde?”

Een weemoedige blik: “In zekere zin, en wel met de liefde voor mezelf. Ik was nog niet klaar met de pijn in mijn hart. Ik had me nog niet verzoend. Dat heb je hard nodig in de liefde. Dat kan zelfs een geliefde niet voor elkaar krijgen.”

“Is het gelukt?”

Ze knikt met meer ja dan nee: “Dat heb ik uiteindelijk geleerd van mijn relaties. Dat ik meer ben dan een dode tak in een stamboom. Dat mijn energie beklijft en mee de wereld vormt. Dat ook ik zin toevoeg aan alles. Dat ik ook op mezelf kan bestaan. En vooral dat ik dat van mezelf mag weten. Ik heb mijn partners van vroeger misschien pijn gedaan, daarom ben ik dankbaar voor wat ik van ze geleerd heb. Ik hoop dat ze gevonden hebben wat zij zochten.”

“En toen kwam je terug. Wiser and Sadder? Hoe ging het daarna?”

“Ik kon weer beginnen bij mijn oude werkgever. Een tijd lang redde ik me, maar na een paar jaar begon het weer te wringen. Alles werd groter, onoverzichtelijker en bureaucratischer. Van pure frustratie sloeg ik mijn vleugels uit naar de alternatieven. Dat werd me niet in dank afgenomen.”

Patrick wijst op de boekenkast: “Wauw, je hebt inderdaad een brede horizon gekregen. Ik zag een paar boeken die mijn Lief ook gelezen heeft. Over paranormaal en alternatieve therapieën.”

Een verraste blik: “Leuk, zeg! Waar is ze het meest actief mee?”

“Chakra balans en kristallen. De laatste tijd is ze ook druk met Tarot.”

“Avontuurlijk. Wat vind jij daarvan?”

“Het intrigeert me. Ik was er nooit zo mee bezig. Soms heeft de techneut in me moeite om het te geloven, maar als zij met me bezig is, voel ik dat het werkt, dat er krachten zijn, dat energie stroomt. Buiten het stramien van beperkte wetenschap.”

“Je Lief heeft het in haar vingers! Heeft ze een praktijk?”

Patrick knikt: “Ze heeft een levenslange belangstelling. Het zakelijke aspect gaat wat minder. Ze vindt het net zoals jij vreselijk dat de zorg een markt geworden is. Ze haakte af toen ze haar bestaansrecht aan verzekeringsmaatschappijen moest bewijzen en jaarlijks meer in verplichte bijscholing moest steken dan ze ooit zou verdienen. Dat ging haar te ver. Wat gebeurde er met jou toen je gefrustreerd raakte?”

Eline glimlacht: “Dit geloof je niet. Ik heb me er zelf altijd over verbaasd. Na vijf en twintig  jaar loonslavernij kwam opeens de ruimte. Ik won de loterij. Genoeg geld om zelf iets op te zetten zonder totaal afhankelijk te worden van het establishment, en om jaren van te leven.”

“Dat lijkt wel een sprookje.”

“Nou, er kwamen ook wel wat valse prinsen op af. Op mechanische paardjes,” ze lacht, “er was er eentje die in een open Porsche kwam voorrijden, hij had gedacht dat we daarmee voor elkaar bestemd waren.

Gek hè, als je geld hebt, melden zich plotseling vele vrienden met grote handen. Ik had echter andere plannen. Ik kocht dit huis, liet het opknappen en ging op zoek naar mijn eigen bestemming voor dit gelukje. Een fijne tijd, mijn horizon verkennen, bijna tot aan het verdwijnpunt toe.”

“Verdwijnpunt? Wilde je naar een onbewoond eiland in de Stille Zuidzee emigreren?”

“Nee, ik hou toch teveel van ons kikkerlandje. Ik maakte een wereldreis langs al mijn interesses. Alternatieve geneeswijzen, niet erkende therapieën, filosofie en op het laatst zelfs hypnotherapie. Ik bleek daar tot mijn verbazing talent voor te hebben, plus het vermogen om me van de onthullingen van mijn klanten niets aan te trekken,” ze kijkt nadenkend, “dat bleek de grootste uitdaging. Wat is van jou en wat is van mij? Ik vond een goede modus.”

Bastet rekt zich uit, miauwt een keer een trippelt richting de keuken.

“Heb je nu een eigen praktijk?” vraagt Patrick, “ik zag zo’n mooi bord.”

“Vijftien jaar nu. Ik heb mijn werkruimte beneden. Ik heb al die tijd gewerkt op no cure no pay basis. Dat kan ik me veroorloven. Gelukkig maar, want die contracten bij zorgverzekeraars zijn een nachtmerrie die jaarlijks terugkomt. De zorg is helemaal geen markt.”

“No cure no pay? Dan heb je het zeker hartstikke druk.”

“Weet je wat het rare is in de tegenwoordige maatschappij? Mensen worden wantrouwig als ze pas hoeven te betalen als iets werkt en nog zelf mogen bepalen ook wat het ze uiteindelijk waard is. Ze vertrouwen de stevige declaraties van een verzekering meer dan hun eigen inschatting en waardering. En dan gaat de zorg uiteindelijk kapot aan winstbejag…

Ik maak geen reclame. Ik heb een website met wat informatie. Als ze het nodig hebben, vinden de mensen me. Ik vertrouw voor hen op de leiding van het universum.

Voordeel van mijn situatie is, dat ik in mijn praktijk vooral mensen tref die gemotiveerd zijn, ze gaan bewust het avontuur en de confrontatie met zichzelf aan. Als ze niet gemotiveerd zijn, vertelt hun onderbewustzijn ze dat wel. Dan haken de mensen ook af.

Op die manier heb ik een klantenkring die in evenwicht is, niet te groot en niet te klein. Ik kan er fijn van leven zonder overbodige franje en hou voldoende tijd om ook mezelf te blijven ontwikkelen.”

“Je hebt het echt getroffen. Wat voor klachten behandel je met jouw hypnotherapie?”

“Mensen met angsten, spanningen, een sluimerende woede, vastzittend oud zeer, verslavingen, noem maar op.  Als je iemand help om contact te maken met zijn of haar onderbewustzijn, worden dingen vaak duidelijk en kun je ook zaken oplossen.”

“Ook als je op trauma’s stuit?”

“Ook dan. Je kunt mensen helpen dat trauma anders te benaderen, zodat de angsten daar omheen minder worden of verdwijnen.”

“Bestaat je onderbewuste net zolang als je zelf bestaat?”

“De meningen daarover zijn verdeeld. Ik geloof dat bewustzijn en dus ook onderbewustzijn bestaat zodra je er bent. Dus ook prenataal. Anderen zeggen dat je onderbewustzijn al je levens op aarde meegaat en dat je zo dus toegang kunt krijgen tot vorige levens. Dan zit je in de reïncarnatiesfeer. Daar heb ik nog geen ervaring mee.”

“Hoe werkt zo’n therapie?”

“Ik breng iemand in trance en maak dan een reis langs de punten van pijn. Bij de een is dat een reis terug in de tijd, bij de ander een reconstructie van willekeurige gebeurtenissen. Dan herbeleef je het en dan help ik iemand ermee te verzoenen en er andere gedachten over te krijgen. Soms begrijpen mensen dan hoe ze hebben gereageerd en hoe ze zich gingen voelen en hebben er vrede mee.”

“Tjonge, dat kunnen heel intieme en heftige dingen zijn. Gaat dat altijd goed?”

Eline schudt haar hoofd: “Soms blokkeren mensen bij het herbeleven, of hun onderbewustzijn laat het niet toe dat er zaken opborrelen in het bewuste. Dan kun je een andere weg proberen. Als het echt niet werkt, is dat heel jammer, dan zijn mensen er nog niet aan toe.”

“Dat is dan no cure. Frustreert je dat?”

“In het begin wel. Tot ik begreep dat resultaat niet puur mijn verantwoordelijkheid is. Ik doe mijn best om zo goed mogelijk te begeleiden, om openingen te bieden, maar de mensen moeten het zelf toelaten en hun gedachten over die pijn hervormen. Ik ben blij als het werkt, dan voel ik voldoening over mijn rol. Als het niet werkt, evalueer ik voor mezelf wat ik beter zou kunnen doen en laat het daarbij. Mijn klanten hoeven dan ook niet te betalen voor de behandeling.”

“Evalueren? Hoe doe je dat? Het lijkt me lastig om zo’n gesprek helemaal te onthouden.”

“Ik heb steno geleerd en ik gebruik een pen die niet krast.”

Patrick wrijft zijn kin: “Het intrigeert me.”

Eline aarzelt: “Voor jou?”

“Ik vond mijn dagboeken terug. Maar het enige dat ze deden was terughalen waar ik verward en boos over was. Het bevestigde mijn gevoel, maar meer ook niet,” hij zucht, “ik kan daar niet verder mee nu mijn ouders allebei dood zijn. Ik wil niet leven met het idee dat het mijn moeder het prima vond dat ik de schuld kreeg van de misstap van haar lievelingetje en mijn vader gewoon toe heeft zitten kijken.”

Patrick voelt de spanning in zijn lijf toenemen, onder in de rug trekt het samen: “Er was spanning tussen mij en mijn moeder. Al in mijn kindertijd. Ik kan het niet plaatsen, maar ik voel het allemaal zo dubbel. Het is pijnlijk. Ik ben bang dat het zo blijft nu ze er allebei niet meer zijn en niets meer kunnen zeggen. Ik wil er zo graag op den duur vrede mee kunnen hebben.”

“Heb je levendige herinneringen aan die spanning?”

“Een paar heel heftig. In mijn dagboek staan er wat. Een aantal vaag en mistig. Hoe verder ik terugga in mijn leven, hoe onduidelijker het wordt, maar de spanning is er. Ben ik de schuld? Had mijn moeder iets tegen me? Was er iets anders waardoor we zo’n moeilijke band hadden? Jij zegt dat het onderbewustzijn alles registreert. Heb ik dan niet de sleutel bij me?”

“Wil je een hypnosebehandeling?” Eline haalt adem, “van mij?”

Patrick knikt: “Uit mijn dagboek werd me duidelijk: Als ik iemand kan vertrouwen, ben jij het wel.”

Eline bloost: “Dat eh… is een goed begin, denk ik.” Ze wijst naar de gang: “Kom mee, dan laat ik je mijn werkkamer zien. Dan kunnen we direct beginnen.”

“Komt het je echt wel uit?”

“Ik denk dat het zo moest zijn.”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

error: Inhoud is beschermd!
Scroll naar boven