Muziek: Stairway to Heaven van Led Zeppelin
Patrick kijkt langs de trap naar beneden: “Goh, je hebt zelfs nog een souterrain.”
Eline knikt: “Heel handig voor mijn keldertje met ingemaakte groenten en fruit. Net zoals ze vroeger deden. Hierheen, mijn werkruimte is achter met uitzicht op de tuin.”
“Goh, en dan ook nog een toilet, wachtkamer en een kantoortje?”
“Tuurlijk, dat heb je in een praktijk gewoon nodig. Het loopt nooit zo storm, hoor. De wachtkamer is ruim genoeg. Hier naar binnen.”
Ze komen in een mooi lichte ruimte. Twee hoge ramen geven uitzicht op de tuin en de bosschages aan de rand van het Vondelpark. Zelfs in de herfst is er weinig inkijk.
Patrick kijkt rond. Een mooie open kamer. Een gemakkelijke stoel in een hoek zonder direct licht, een kleine stoel ernaast. Een ligbank aan de kant van het raam. Een bureautje met stoel aan de andere kant. Aan de muur hangen afbeeldingen van verre horizons.
Hij herkent de platen: “Wauw, In Search of Forever van Matthews,” zijn blik glijdt naar de andere muren, “en Roger Dean. Tales from Topographic Oceans en een nog grotere Close to the Edge! Mooi met die extra voorgrond erbij. Het lijkt wel alsof in terug ben in mijn studentenkamer. Hoe heb je ze zo groot gekregen? Die posters waren een stuk kleiner.”
“Kleurenreproductie. Ik wilde ze twee maal zo groot hebben,” ze glimlacht, “ik vond ze vroeger al mooi. Nu hebben ze relatie met mijn werk.”
“Ah, vertel eens.”
“Tales from Topographic Oceans bijvoorbeeld, naar mijn idee stelt dat het onderbewustzijn voor. Een grote zee waarin vissen van herinneringen onder de oppervlakte zwemmen. Waarin oeroud verleden onder de waterspiegel liggen en de sterren in de golven reflecteren. Met hypnose duik je als het ware die zee in.”
Eline gebaart naar de ligstoel: “Maak het je gemakkelijk.”
Patrick strekt zich uit. Het ligt zacht, maar toch goed ondersteund.
“Wil je er muziek bij?”
“Alleen als het goed is voor de behandeling.”
Ze schuift een cd in de speler: “Deze achtergrondmuziek is goed voor de trance en houdt precies het geluid van het park buiten. Dat over de franje: Ik begin altijd met een belangrijke vraag. Wat wil je met deze sessie bereiken?”
“Ik wil die levenslange spanning kwijt die me aan mezelf laat twijfelen en die me achtervolgt in zelf-veroordeling. Ik wil vrede zoeken, geen schuldigen, daarmee wil ik verder. De dood heeft al het andere futiel gemaakt. Ik wil ook weten of intenties goed waren en welk verdriet het allemaal zo moeilijk heeft gemaakt.”
“Dat is een mooie intentie. Je bepaalt zelf de reis er naartoe. Je maakt zelf uit hoe ver je wilt gaan. Wees niet bang om de reis te maken. Wanneer het te heftig wordt, kun je stoppen.”
Patrick zucht: “Spannend vind ik het wel.”
“Ik help je eerst ontspannen. Dan krijgt je onderbewustzijn de ruimte. Concentreer je op mijn stem.”
Hij hoort haar aan. Rustig, uitnodigend. Al zijn spieren ontspannen zich, alles komt in rust, van oppervlakkig naar diep. En dan steeds dieper. En nog verder. Hij deint op een kalme golfslag, zijn ogen gesloten. Een paar maal zegt ze dat hij zijn ogen een moment open moet doen. Dan vallen ze weer dicht, in een trance die steeds dieper wordt.
“Je bent nu helemaal ontspannen. Dieper en dieper. Je kunt het aanraken. Je kunt het open maken.”
Patrick voelt zich zachtjes dobberen. Hij heeft geen enkele behoefte om zijn ogen open te doen. Hij voelt het rustige ritme van zijn hart. Waakzaamheid kost hem geen moeite, zijn aandacht is in focus. Zijn lichaam lijkt ver weg, hij kijkt ernaar maar er is geen afstand.
“We beginnen de reis…”