Promenade van Moussorgsky, gespeeld door Schiller
Promenade
Na mijn bezoekje aan de voormalige locatie van Bobby SPAR ligt het recreatie- en cultuurcentrum van de universiteit op mijn route met als belangrijkste gebouwen Het Sportcentrum, De Bastille en de Vrijhof plus wat bebouwing die later is bijgebouwd en zelfs nu in aanbouw is.
Langs deze gebouwen loopt de Promenade, een benaming die je direct aan flaneren doet denken. Of aan de Schilderijententoonstelling van Moussorgsky, want het pad leidt je langs een gebouwen-expositie.
Sportcentrum
Allereerst het Sportcentrum (foto 38). Een ontwerp van de al eerder genoemde architect Herman Haan (1914 – 1996). Toen ik op de THT arriveerde, deed ik niet actief aan sport. Ik kwam er zodoende weinig. Ik hoorde er veel van, je had er sportzalen, een klimwand en zelfs een binnenzwembad waar je desgewenst kon oefenen voor sportduiken. Uiteraard ontbrak de kantine niet, want na goed zweten moet je om gezond te blijven ook weer wat vocht innemen. Ik deed tijdens mijn campusbestaan wel aan sport, hardlopen was populair en ik speelde ruim een jaar onder de lat bij het laagste team VV Drienerlo 8. Dat zijn buitensporten, dus ik gebruikte op zijn hoogst de kleedkamers en de kantine.
Sky
Een nieuw gebouw dat er in mijn tijd nog niet stond, het kwam gereed in 2007 (foto 39, 40). Een behoorlijk hoge flat (zeven verdiepingen) die fungeert als studentenhuisvesting en gastenverblijven in appartementen. Daarvoor staat het winkelcentrum. Hier vind je terug wat ooit op het Bobby SPAR complex stond, een supermarkt, een uitzendbureau en een pinautomaat (ter vervanging van het oude bankgirokantoortje).
De naam van het gebouw slaat vermoedelijk op de bijdrage aan de skyline van de Promenade. Naar mijn idee verstoort de hoogbouw het gevoel van ruimte dat je hier ooit had, het uitzicht op park en carillon is geblokkeerd. Volbouwen is blijkbaar het parool tegenwoordig.
Sky heeft wel een bijzonderheid in de vorm van een klim en klauterwand. Zorg er wel voor dat je een goed bevestigd veiligheidstuigje om hebt.
Nieuwbouw
Tussen Sportcentrum en Vrijhof zie ik een bouwput, de torenkraan noemde ik al eerder. Hier komen drie wooncomplexen voor totaal 117 studenten (foto 43). Ideaal voor degenen die niet te ver willen lopen naar winkel en kroeg. Eind dit jaar wordt het complex opgeleverd. Volbouwen is blijkbaar het parool.
De Bastille
Foto 41, 42, 44)
De Bastille is een ontwerp van Piet Blom (1934 – 1999) dat werd opgeleverd in 1969. Hij werd ook bekend door zijn originele maar niet altijd praktische ontwerpen van Kubuswoningen in Rotterdam en de wijk De Kasbah in Hengelo. Op de THT had hij al kunnen oefenen met De Boerderij.
Hij was zeer gekant tegen de grijs-betonnen utiliteitsbouw van de zestiger jaren en vormde een interessant contrast in de groep architecten van de THT. Hij noemde het ontwerp De Burcht, maar een mini-referendum onder de studenten veranderde dat. Het werd Bastille, de bestorming daarvan was immers een symbool voor vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dat zijn idealen die ook onder studenten gangbaar zijn.
Zijn ontwerpen offeren soms praktisch gebruik op aan esthetiek. Ik vraag me bij de kubuswoningen bijvoorbeeld af hoe je een kast tegen de muur zet. Creëer je dan een geheime bergplaats daarachter? Ik ben weleens in een Kasbah-woning geweest. Heel leuk, een slaapkamer die via een balkonnetje uitkijkt op de vide boven de woonkamer. Niet warm te stoken, klaagde de bewoner in de zeventiger jaren al toen het gas nog goedkoop was.
Het is grappig om te zien dat de architect een aantal eigen constructies en kleurstellingen heeft die je in zijn werk ziet terugkomen.
De gelijkenis met de in de Franse Revolutie bestormde staatsgevangenis is aan de buitenkant evident. De Bastille was ooit bedoeld als sociëteitsgebouw en Mensa. In mijn tijd was het interieur een avontuurlijk doolhof zonder leuningen langs de trappen. Je vond daar de Vestingbar, diverse vergaderholen en domicilies van clubs en de Mensa. Het was echt zoeken als je bij een feestje moest zijn, je kronkelde op allerlei manieren door het gebouw heen. Soms kreeg je het feest in zicht, maar dan kronkelde de route net de andere kant op. Echt leuk!
Mijn Mensabezoek was door de kookactiviteiten op de flat sporadisch. Ik kwam echter wel regelmatig in de kelder van de Bastille. Daar was de bibliotheek en platenuitleen van De Belletrie gevestigd. Met de Campuskaart in de hand kon je daar lekker lezen en redelijk recente elpees lenen.
Ook de Bastille is na mijn tijd grondig verbouwd. Het doolhofkarakter is verdwenen, alle trappen hebben leuningen, het gebouw is toegankelijk gemaakt, bewoners zijn verhuisd en nieuwe instanties zijn er in getrokken. De tijd staat niet stil.
De Vrijhof
Het volgende gebouw was toentertijd De Vrijhof, een gebouw uit 1971 (foto 45). Het culturele centrum van de THT en een spil in de studentenvoorzieningen. Hier vind je theaters, muziekstudios, culturele clubs en workshops.
In mijn tijd maakte ik in de Vrijhof mijn eerste live optredens mee. Dat begon al in de introductie met het wild-experimentele Misha Mengelberg collectief. Leuk om naar te kijken, maar de muziek was wat lastig te snappen. De film Pink Floyd at Pompeii met een live optreden van een aantal nummers van de elpee Meddle die daarna speelde maakte beduidend meer indruk bij me. Ik besloot een aantal elpees van The Floyd te kopen, met Wish You were Here als mooiste herinnering.
De Introductie van het jaar daarop bracht een oorverdovend optreden van Earth and Fire met Jerney Kaagman in een erg strak groen pakje. Daarnaast waren er Broodjes Cultuur en lunchconcerten. Op eentje daarvan hoorde ik het nog jonge Flairck uit de tijd van Variaties op een Dame.
Buiten een enkel concert kwam ik er niet zo heel vaak. Heel soms reserveerde ik een studio om op een elektronisch orgel te experimenteren. Tja, toetsen lagen me toch wat minder dan de gitaar.
Het gebouw weerspiegelt de ronde hoeken van de Bastille, maar heeft toch een duidelijk eigen stijl. Tegenwoordig is er naast alle culturele zaken ook de universiteitsbibliotheek gevestigd, waarin alle individuele faculteitsbibliotheken werden gecentraliseerd. Door verbouwing en verduurzaming lijkt het niet meer het grijze gangenstelsel uit de zeventiger jaren.
Het Torentje van Drienerlo
Naast de Promenade bevindt zich een vijverpartij als deel van der waterhuishouding van het Landgoed Drienerlo. Waterpartijen waren verleidelijk voor kunstenaars, zeker vanwege de budgetregeling van de THT die bepaalde dat 1% van het bouwbudget aan kunst gespendeerd moest worden.
Dat ging niet altijd goed. De vijver van het gebouw voor Toegepaste Wiskunde (tegenwoordig Cubicus) zou een kunstwerk krijgen dat van tijd tot tijd boven water zou komen. Helaas, het gevaarte zonk en kwam niet meer boven. Luctor sed non Emergo…
Aan het einde van de zeventiger jaren wees de kunstcommissie de vijver bij de Vrijhof aan als locatie voor een groot project. Men koos uiteindelijk het ontwerp van Wim T. Schippers (*1942). Ik kende hem als vreemde vogel achter de programma’s van de VPRO (Hoepla, de Fred Hache Show, de Barend Servet Show, Van Oekel’s Discohoek en Waldolala) en vooral als tekstschrijver van de strips van Sjef van Oekel die getekend werden door Theo van de Boogaard.
Ja, Theo van den Boogaard kende ik ook al, van zijn erotische strip Ans en Hans krijgen de Kans. Het kostte zeker twintig bezoekjes aan de Athenaeum Boekhandel aan het Spui in Amsterdam om de strip zonder aandringen van winkelpersoneel uiteraard zonder te betalen uit te lezen.
Het kunstwerk werd het Torentje van Drienerlo, de verzonken kerktoren (foto 46). Het zou mythen en legenden moeten stimuleren. Het werd onder grote belangstelling en met veel gemekker eind 1979 onthuld. Ja, duur was het wel, 140.000 gulden en de vijver moest worden leeggepompt.
Sommigen zagen het als symbool voor de overwinning van de wetenschap op de kerk. Ja, kerk en wetenschap hadden altijd al een gespannen relatie, zeker toen Copernicus en Galilei het mens-centrale wereldbeeld overhoop gooiden. Tegenwoordig lijkt het erop dat wetenschap en spiritualiteit wat dichter bij elkaar komen.
Het is wel zo, dat de wetenschap op dit moment soms trekjes krijgt van een religie en een absoluut gelijk. Iets dat de kern van de wetenschap bedreigt, de objectieve observatie op basis van waarnemingen. Wellicht duiken er weer een Copernicus en Galilei op om het evenwicht te herstellen.
Drienerburcht
Achter het Torentje van Drienerlo tekent zich een bijzondere onderneming af (foto 46). Met het Conferentiehotel De Drienerburght opende de Universiteit in 1987 (ver na mijn tijd daar) een eigen vastgoedontwikkeling, een hotel voor wetenschappers en andere gasten van de UT. Via een truc ontdook men de regeldrift van de overheid en financierde het gebouw zelf.
Dat is verleden tijd, het gebouw heeft nu na renovatie een onderwijsfunctie gekregen voor het multidisciplinaire Bachelor programma Atlas. Twee opvallende zaken die we bij het begin van de THT al tegenkwamen, de Bachelor-studie is weer terug en maatschappijwetenschappen vinden een plaats naast technologie.
Hogekamp (voormalig EL-TN Gebouw)
Links kijkend ontwaar ik een plaats waar ik in mijn eerste jaar THT en zelfs tijdens mijn HTS opleiding regelmatig kwam. Het ELectrotechniek-Technische Natuurkunde gebouw, tegenwoordig Hogekamp genoemd (foto 47).
In mijn tijd was het een strak, zakelijk en vooral grijs gebouw en samen met de Horsttoren van Werktuigbouwkunde het hoogste gebouw van de THT. Hier volgde ik colleges, deed mijn practica en voltooide mijn eindopdracht aan de HTS bij de toenmalige vakgroep Biomedische Techniek.
Het uitzicht boven was prachtig, ook al kwam het weleens voor dat dit uitzicht in een wanhoopsdaad het laatste was dat iemand hier op aarde waarnam. Later werden de toegangen van het dak beveiligd. Je zat er ook mooi voor een goede radio ontvangst, vandaar dat de elektronische studentenclub Scintilla daar een eigen clubhonk had.
Het gebouw was van binnen en van buiten hoekig en nors, om met Bordewijk te spreken. Toch was er een plek waar je wat ronding zag: De collegezaal T3. Ik herinner me nog goed de slaperige vroege colleges waarin de professor ons bij zijn uitleg over de wetten van electriciteit en magnetisme steeds wakker probeerde te maken met zijn beroemde stopwoord: Denk eens na. Dat viel om half negen ‘s morgens niet mee!
Toch heeft de professor gelijk: Leren nadenken is een van de belangrijkste lessen van universitair onderwijs. Dat moet je niet laten verstoren door lieden die op wokistische wijze hun onbeperkt gelijk zoeken en ieder tegenargument als dodelijk wapen van ultrarechts proberen te cancelen.
Tegenwoordig heeft Hogekamp zijn onderwijsfunctie verloren. Het doet nu dienst als het Parkhotel en appartementencomplex (Campus 053) voor buitenlandse studenten. Ik moet toegeven, door de beglazing die de blauwe lucht weerspiegelt, ziet het gebouw er wat aantrekkelijker uit.