John Dowland

John Dowland

John Dowland (1562 -1626) had in de zestiende eeuw eigenlijk de status van de bekende popmuzikant van nu met een internationale carrière. Zijn liederen worden zelfs nu door popmuzikanten herontdekt.

De geboorteplaats van John Dowland is onduidelijk, de een beweert Dublin, de ander Westminster bij Londen.

Hij was in dienst van de Engelse gezant te Parijs, werd uitgenodigd aan de hoven van Wolfenbüttel en Kassel, bereisde Italië, was luitspeler aan het hof van Christiaan IV van Denemarken en werd ten slotte in 1612 luitspeler aan het Engelse hof. De universiteiten van Oxford (in 1588) en Cambridge (ca. 1597) verleenden hem het baccalaureaat in de muziek; van het behalen van de doctorstitel, die hij vanaf 1623 voerde, zijn geen bewijzen te vinden.

Hoewel Dowland veel luitmuziek heeft gecomponeerd, dankt hij zijn faam tegenwoordig vooral aan zijn liederen. Van vele van deze Songs of Ayres bestaan twee versies, eentje voor stem met luitbegeleiding en een arrangement voor vier zangstemmen, waarin de bovenstem de zangmelodie heeft en de drie overige stemmen een vervanging van de luit harmonieën bieden.

Zijn grootste liedcomposities worden gekenmerkt door een luitpartij die beslist meer is dan een harmonische ondersteuning en vaak een zelfstandig karakter draagt. Uit de titels van vele liederen, zoals Sorrow, sorrow stay, In darkness let me dwell en Flow my teares, komt het weemoedige karakter van deze muziek naar voren. Dit blijkt ook uit de titel van een pavane voor luit, Semper Dowland, semper dolens (altijd Dowland, altijd droevig), en de Lachrymae or seven teares, een serie van zeven pavanes voor viola da gamba en/of violen, gebaseerd op het lied Flow my teares.