Duo NIHZ in het Concertgebouw

Het Concertgebouw in Amsterdam is een locatie met een magische klank voor veel musici en muziekliefhebbers, niet alleen binnen Nederland maar ook ver daarbuiten.

Ook voor mij is dat zo, want daar merkte ik als schooljongen van 11 jaar voor het eerst dat klassieke muziek niet alleen op de Decca en Philips Microgroove grammofoonplaten thuis stond, maar dat je die muziek ook in het echt kon horen.

In het kader van een educatief project binnen het muziekonderwijs eind zestiger jaren speelde een groot orkest in de Grote Zaal De Schilderijententoonstelling van Moussorgsky voor leerlingen van de zesde klas van de aangesloten lagere scholen. Vóór dat moment hadden we op school al van alles gehoord over de muziek en de schilderijen van Hartmann - degene waar Moussorgsky dit werk had opgedragen - en hun verhaal. Het concert was de apotheose.

Ik was toentertijd diep onder de indruk van zowel de muziek als de ambiance. Zeg nou zelf, wanneer kom je als schoolkind nou in een klassieke concertzaal!

De muziek bracht onder meer de Promenade in de diverse varianten, de Hut van Babi Yaga, De Catacomben van Parijs en niet te vergeten de majestueuze Grote Poort van Kiev, waarin de slagwerker in de bombastische finale met zijn buisklokken flink aan het werk kon.

Ooit was ik thuis al gefascineerd geraakt door een stuk klassieke muziek, de Peer Gynt Suites van Grieg. Moussorgsky maakte echter een onuitwisbare indruk op me. Vandaar dat ik later niet alleen de versies van Emerson, Lake and Palmer en Tomita kon waarderen, maar ook het piano-origineel door Vladimir Ashkenazy op waarde kon schatten.

De ambiance van het Concertgebouw had iets voornaams en ook iets magisch. De demping van de vloerbedekking, de tierelantijnen aan de zuilen, de namen van componisten in bladgoud en het bewerkte plafond. De sfeer van voornaamheid. De gespannen afwachting totdat het orkest zou gaan spelen...

In mijn tienerjaren werd het Concertgebouw een deel van de skyline van het Museumplein, het toneel van mijn middelbareschooltijd. Ikzelf zat aan de Gabriel Metsustraat op het Gymnasium (vlak naast de Amerikaanse Ambassade) en op onze tussenuurwandelingen kwamen we regelmatig langs deze Amsterdamse muziektempel en het bekende Café Keizer ernaast.

Als je iets verder door liep, kwam je bij het huis van Hans Dekker in de Jacob Obrechtstraat. Dat is een plek die ik me muzikaal heel goed herinner, want ik werd daar verliefd op de gitaar toen ik hem samen met een paar klasgenoten Lesson for Two Lutes, Drewries Accordes, Romance d’ Amor (in ensemble) en de bekende Prelude in D van Bach hoorde spelen.

Het is een liefde die nu na 37 jaar nog steeds bloeit!

De jaren gingen daarna voorbij. Ik ging weg uit Amsterdam en ben nog maar één keer in het Concertgebouw terug geweest voor een helaas wat minder geslaagd concert van John Williams waarbij bleek dat klassiek gitaar versterken een vak is. Als je dat niet goed doet in een grote ruimte, krijg je het geluid van een conservenblikje. En zo klonk Williams’ Smallman gitaar ongelukkigerwijs op dat moment, de Grote Zaal is duidelijk minder geschikt voor gitaarconcerten.

Iets van mijn goede herinneringen aan het Concertgebouw kwam terug toen ik de aankondiging las dat Duo Niet In het Zwart (NIHZ) en Alberto Mesirca samen een concert zouden geven in de Kleine Zaal van het Concertgebouw.

Mijn vrouw en ik kennen duo Niet In het Zwart -dat bestaat uit Bobby Rootveld, gitaren, en Sanna van Elst, blokfluiten- al vanaf het prille begin van hun duo in 2004. Sindsdien hebben we verscheidene van hun concerten meegemaakt, je zou ons haast als een soort fanclub kunnen beschouwen.

Nomen est Omen, dat geldt voor Duo NIHZ in positieve zin. Kleurige kleding gaat samen met kleurrijke optredens waarbij ze naar hartenlust experimenteren met ambiance en instrumentatie.

Zo hielde ze thema-optredens rond schilderijen, organiseerden ze een kindertoneelstuk rond een muzikale clown en de geschiedenis van de gitaar en combineerden ze hun muziek met de spannende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog, verteld door de ras-verteller Loek Boer.

Hun instrumentatie zit vol aardige invallen. Neem het gebruik van een Melodica (de bekende blaaspiano, mijn vader had er ooit eentje) waarmee je een melancholieke Bandoneon-achtige toon kunt maken, of een heel klein versterkt mini gitaartje. En dan hebben we het nog niet gehad over Sanna’s blokfluitcollectie, van bas naar sopraan!

Gaandeweg kreeg hun muziek een leitmotiv, te weten de Jiddische muziek en cultuur.

Het begrip Jiddisch slaat vooral op het Jodendom in de grote diaspora die begon na de verwoesting van de Tempel in Jeruzalem door Titus in de eerste eeuw na Christus en het neerslaan van de Bar Kochba opstand door de Romeinen in Judea in de tweede eeuw. Grote aantallen Joden verlieten toen hun land en vestigden zich elders in het Midden-Oosten en Europa.

In de middeleeuwen ontstond het Jiddisch in Duitsland als spreektaal onder de Joden en sindsdien is het - uiteraard met de nodige dialecten en varianten - de spreektaal van een grote groep Joden over de hele wereld geworden, waaronder de Nederlandse Joden. Nederlandse woorden zoals mazzel en sores zijn ingeburgerde vanuit het Jiddisch.

Heel veel van de Jiddische cultuur zoals die voor de Tweede Wereldoorlog overal in Europa te vinden was, is door de mensonterende waanzin van de Holocaust in de Tweede Wereldoorlog vernietigd. De Shoah - zo is de Holocaust onder de Joden bekend - liet onder het Joodse volk een spoor van verdriet, ontreddering en ontworteling achter. Velen verloren hun familie en hun wortels.

Die ontworteling - of liever gezegd de zoektocht naar die wortels door de latere generaties - is een van de belangrijkste drijfveren achter het de repertoirekeuze en composities van Duo NIHZ.

Dit leitmotiv leidde tot het programma Jewish Music dat ze in de Kleine Zaal van het Concertgebouw zouden brengen. Tijdens die zoektocht ontmoetten ze de Italiaanse gitarist Alberto Mesirca op een gitaarfestival in Hongarije, sloten ze vriendschap en werken ze sindsdien op gezette tijden samen.

Jewish Music bevat niet alleen traditionele Jiddische muziek, maar ook composities van mensen die bij Jiddische cultuur horen, zoals Isaac Albeniz in Spanje en de Italiaan Mario Castelnuovo Tedesco die naar Amerika uitweek voordat hij als Jood het slachtoffer zou worden van Mussolini’s fascistische bewind in Italië in de Tweede Wereldoorlog.

Mijn vrouw en ik besloten samen naar dit concert te gaan. Tot mijn plezier kreeg ik een kaartje voor mijn verjaardag. Het is een behoorlijk eind rijden, dat wel, maar voor deze speciale gelegenheid...

Inderdaad, het is een speciale gelegenheid, zeker voor de artiesten zelf. Het Concertgebouw heeft nog steeds de wereldwijde reputatie van Muziektempel en het feit dat je daar kunt spelen kun je beschouwen als een hoogtepunt in je loopbaan.

Zo gingen we op een ietwat druilerige Februari-zaterdag op weg naar het westen. We konden dit ritje mooi combineren met een bezoekje aan onze dochter in Amstelveen. Bij haar voor de deur is het parkeren gratis, en dat is met de huidige parkeertarieven in Amsterdam zeker een pré. Het tramkaartje was bij de entreeprijs van het Concertgebouw inbegrepen (goede zet), dus stapten we in Tram 5 die ons keurig op tijd vanaf Uilenstede naar het Museumplein bracht.

Het Concertgebouw was flink verbouwd en opgeknapt sinds ik er de laatste keer had rondgelopen. Het meest opvallend was de nieuwe entree aan het begin van de De Lairessestraat, een plek die tegenwoordig Concertgebouwplein heet. Waar we vroeger over het trottoir het hele eind richting Valeriusplein konden wandelen stond nu een glazen overkapping met kassa’s en foyers. Het is met recht een aanbouw, want de oorspronkelijke buitenmuren zijn als het ware ingebouwd, zodat het oorspronkelijke gebouw geen geweld is aangedaan.

Bij binnenkomst zagen we, dat we niet de enige oosterlingen waren. Mooi zo!

We hadden een plekje op het balkon van de Kleine Zaal. Ikzelf was daar overigens nog nooit geweest. Het is een mooie zaal, net zo rijk voorzien van de tierelantijnen als je ook in de Grote Zaal ziet. De elliptische vorm met de bühne in het brandpunt heeft als gunstig effect dat ook het publiek achter in de zaal het optreden kan volgen. Een kwestie van optiek, toegepast op akoestiek!

De zaal stroomde vol, de lichten werden gedimd en de artiesten betraden het toneel. Duo NIHZ geheel volgens traditie in wit met hemelsblauw - Sanna uiteraard in een stijlvolle jurk - en Alberto Mesirca als contrast WIHZ (Wel In Het Zwart).

Ze maakten een vrolijk begin met een Klezmer mix. Oorspronkelijk stond Klezmer bekend als Jiddische bruilofts- en dansmuziek, tegenwoordig kom je de stijl ook tegen in vrijere vormen zoals Jazz. Opvallend bij deze dansante muziek waren de dartelende tweede stemmen van de gitaar, waarbij Bobby en Alberto elkaar afwisselden.

Voor het tweede programmaonderdeel bleef Alberto alleen op het toneel achter voor een huzarenstukje, Variations on a Moldavian Hora van Ian Krouse. Dit is een modern stuk, dat je een aantal malen gehoord moet hebben voordat je de structuur snapt en het kunt waarderen. Net zoiets als bij Koyunbaba van Domeniconi. Gelukkig had ik al eerder met het stuk kennis gemaakt.

Alberto Mesirca speelde dit stuk uiterlijk uiterst beheerst en virtuoos, maar bracht juist in zijn uitvoering de boodschap en melancholie van de muziek uitstekend naar voren.

Alberto Mesirca is een fenomeen. Als je hem ziet spelen, lijkt het alsof het hem geen enkele moeite kost om kracht en souplesse in zijn spel te brengen. Zijn handbewegingen zijn efficiënt en accuraat, wat hem ongetwijfeld in staat stelt om iedere uitdaging van de muziek met verve aan te gaan. Zijn serene presentatie stelt je in staat om je volledig op de muziek te concentreren, je wordt niet afgeleid door de swingende bewegingen zoals je bij sommige gitaristen ziet.

Daarna was het de beurt aan Duo NIHZ met een aantal Jiddische melodieën van anonieme componisten. Wat me altijd weer opvalt in deze muziek is de zoekende melancholie, de diaspora, die in de muziek weerklinkt. In sommige stukken gaat de zon weer schijnen, anderen blijven tot het eind weemoedig.

Bobby Rootveld soleerde op het toneel met Rumores de la Caleta van Isaac Albeniz en twee delen uit Sefer Torah, een stuk van de hedendaagse componist Gianmartino Maria Durighello. Rumores kende ik (zelfs uit de praktijk). Ik moet toegeven dat ik Sefer Torah een wat vaag stuk vond. Ik heb in ieder geval de aansluiting tussen deel een en deel twee gemist. Maar er zaten wel mooie momenten in.

Na deze solostukken completeerde Sanna het Duo NIHZ weer en speelden ze samen een eigen compositie van Bobby gebaseerd op hun bezoek aan de synagoge van Mad in Hongarije. De muziek beeldde in melodie en percussie treffend de historie van dit gebouw uit, van de bouw in een ver verleden via de vernietiging in de Tweede Wereldoorlog tot herbouw met de melancholie dat de ziel van de synagoge - de mensen die daar hun geloof beleden - nooit meer zou terugkeren.

De laatste stukken voor de pauze brachten een stukje vrolijkheid. Alberto Mesirca schoof aan en gezamenlijk brachten ze een vlotte en virtuoze vertolking van een aantal traditionele dansen.

Na een lekker glaasje in de pauze waren we helemaal klaar voor de tweede helft van het programma. De drie musici zetten de sfeer van voor de pauze nog even voort met een aantal Chassidische Dansen, muziek met een duidelijke Oost-Europese signatuur.

Daarna bleven de twee gitaristen - Bobby en Alberto - over op het toneel. Zij speelden een verassend duo van de Italiaanse componist Mario Castelnuovo Tedesco, de Sonatina Canonica. Dit tweedelige stuk stond geheel in het teken van de vraag en het antwoord, waarbij de gitaren van de duo partners het gesprek voerden. Eerst een langzaam deel en daarna een stukje virtuositeit in de hoogste posities. Ik vond het een verassend stuk met heel leuke wendingen en modulaties.

Daarop trok de gitarist van het Duo NIHZ zich even terug van de bühne en kwam er ruimte voor Alberto Mesirca met een imposant soloprogramma.

Hij is een grote liefhebber van de muziek van Castelnuovo Tedesco, wat duidelijk werd uit zijn keuze voor de Capprichio Diabolico, een stuk in de stijl van Niccolo Paganini die om zijn ongelooflijke virtuositeit op de viool met Il Diavolo werd aangeduid. Jammer genoeg voor Paganini werd hij na zijn dood ook als zodanig behandeld, hij mocht geen Christelijke begrafenis krijgen en het heeft heel wat moeite gekost om hem veel later een laatste rustplaats in gewijde grond te bezorgen.

Dat begrip Il Diavolo – Diabolico - gold absoluut voor de technische en muzikale uitdaging van dit stuk. Hou maar eens het muzikale idee van een langzame melodielijn vast als je impromptu even een paar loopjes met 64e noten van onder in de toets naar helemaal bovenin moet uitvoeren.

Alberto Mesirca bracht een krachtig muzikaal idee waarbij de snelheid volledig was geïntegreerd in het totaal en geen doel op zich werd. Een wat mij betreft bewonderenswaardige uitvoering!

Na Castelnuovo Tedesco ging het terug naar de Spaanse School met Isaac Albeniz. Allereerst hoorden we het lyrische Granada, waarin sierlijke arabesken de melodie omlijstten net zoals de versieringen in het Alhambra de zalen en de binnenplaats verfraaien. Alberto Mesirca overtuigde met een warme uitvoering van dit stuk.

Asturias was ooit een tophit onder gitaristen in mijn middelbareschooltijd in de zeventiger jaren. "Kun jij Asturias al spelen?" gonsde het onder de klassieke amateurgitaristen op school. Veelal was het antwoord ontkennend. Terecht, want het is een stuk van hoog niveau.

Alberto Mesirca speelde ook dit stuk met een krachtig idee alsof het totaal geen moeite kostte. Goed, als gitaristen weten we wel beter! Ik kon van deze uitvoering genieten omdat Alberto een verhaal vertelde met zijn dynamiek en frasering. Het enthousiaste applaus na dit stuk was een terechte afspiegeling van mijn eigen indrukken.

Na zijn geweldige prestatie kreeg Alberto Mesirca even rust, Duo NIHZ gaf acte de présence. Allereerst met het humoristische Samson’s Tune, een fluitsignaal dat door en door verbonden is met de geschiedenis van de familie Rootveld.

Toen was het de beurt aan wat mij betreft het meest emotionele stuk van het concert.

Amsterdam Huilt deed mij vroeger nooit iets. Ik zag het altijd als een van de vele smartlappen, een tranentrekker voor anderen. Een stukje volkse melodramatiek. In de zeventiger jaren, een periode die voor de ontwikkeling van mijn muzikale smaak erg belangrijk was, was onder jongeren Nederlandstalig sowieso out.. dus smartlappen al helemaal. Het is dat je in de Top 40 op de radio geen nummers door kon spoelen, anders had ik dat toentertijd regelmatig gedaan!

Maar de eerste keer dat Duo NIHZ dit stuk uitvoerde -dat was in de Enschedese synagoge, een plaats waar allerlei herinneringen aan de oude Joodse inwoners rond lijken te waren- gebeurde er iets met me.

Amsterdam Huilt bleek meer dan melodrama. Ik begreep in een flits het verhaal, het verdriet en de ontworteling in de laatste zinnen van het tweede couplet. Het pijnlijke besef dat een band was doorgesneden, dat je alleen nog maar kon herdenken in plaats van gedenken..

Die opmerkelijke combinatie van de gefluisterde tekst en de begeleiding in arpeggio en zang maakte duidelijk iets in me los... Sindsdien is dat zo gebleven, met het luisteren van een opname van CD en meer nog met een live-uitvoering. Ik kan die zinnen uit het liedje niet meer onbewogen horen of opschrijven...

In deze Kleine Zaal gaf de diepe stilte na dit stuk aan, dat veel meer mensen dit verhaal hadden begrepen. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat hun vertolking van dit nummer het Duo NIHZ een prijs van het International Jewish Music Festival opleverde.

Het was aan de ene kant fijn dat Duo NIHZ hun programma met een aantal vrolijkere stukken afsloten. Maar die gedachte aan waarom Amsterdam huilt... Die was wat mij betreft niet meer uit te bannen...

Het publiek was unaniem in zijn eindoordeel. Staande ovatie! Al met al was dit een geweldig concert, waar beide partijen, zowel Duo NIHZ - Bobby en Sanna - en Alberto Mesirca als het luisterende publiek geweldig veel plezier aan hebben beleefd.

Het was inmiddels halfelf geworden, dus hoog tijd voor de terugreis. We hadden mazzel met Tram 5, de bestuurster was zo aardig om de deur nog even open te houden. Een ritje met de tram, nog even onze dochter in Amstelveen gedag zeggen en toen gingen we weer op weg naar huis. Niet geheel zonder vertraging, bij Diemen was er zelfs nog een file, praktisch midden in de nacht (waar moet het heen met het verkeer in Nederland?)

Zondagmorgen vroeg kwamen we moe maar voldaan weer thuis.

Zo’n concertkaartje wil ik volgende verjaardag wel weer!

pgdwn