Amateurconcours 2016

Ik schreef me voor de vijfde maal in voor het amateurconcours, weliswaar onder voorbehoud, maar goed. Als het door gaat wordt het mijn eigen lustrum editie. Het liep echter een beetje anders.

Oktober 2015: Aangemeld

Dit jaar was ik vroeg met de aanmelding voor het Gitaar Festival Nordhorn 2016. Ik twijfelde echter hevig over deelname aan het concours. In de 2015 editie was het concours achteraf toch wel een erg spannende aangelegenheid geweest en ik wist niet of ik dat wel door wilde zetten.

De achterliggende reden was een stukje verlies van zelfvertrouwen dat ik dit jaar opliep en dat me bij het concours van 2015 al dwars zat. Ik zag eerder hinderpalen dan uitdagingen.

Die situatie kwam uit mijn werk voort. Je treft weleens mensen die zo veel energie uit je wegtrekken dat het ongezond wordt, maar je kunt jezelf er uit een soort verantwoordelijkheidsgevoel ook niet aan onttrekken. Dat gebeurde met een nieuwe collega die ik in zou werken, maar die uiteindelijk wegens disfunctioneren het contract niet verlengd kreeg. Dat hele traject van goede hoop tot grote ergernis dat er niks klaarkwam, wat je ook probeerde om te helpen, vrat energie bij me, zeker omdat de betrokken collega zich tegen iedereen in rookgordijnen verborg en mooi weer speelde. Op dit moment ben ik nog bezig om de puinhoop op te ruimen, want die komt uiteindelijk wel bij jou terecht.

Al met al trok ik het me nogal aan en dat leverde een hoop stress op met daarbij de twijfel of ik niet wat strakker had moeten reageren in plaats van steeds met hulp klaar staan. Dat vreet aan je zelfvertrouwen.

Kortom, ik raakte een beetje mat en was beduidend minder ondernemingslustig, ook op de gitaar.

Bij mijn aanmelding was Bobby Rootveld van GFN een stuk optimistischer. “Jij bent een speler die zijn partijtje kan voordragen. Vorige keer ben je gewoon te laat begonnen”, zei hij, “als je nu met je stukken begint, heb je ze er tegen die tijd vast in zitten.”

Tja, daar zit wat in. De afspraak werd dus “OK ik doe mee, onder voorbehoud”.

November 2015: De Stukken

Zoals iedere keer is de keuze van de concoursstukken een puzzel. Ze moeten representatief en presentabel zijn en mogen de 8 minuten niet overschrijden. Daarnaast moeten ze niet te gemakkelijk maar zeker niet te moeilijk zijn.

Ditmaal wilde ik een compleet werk spelen dat uit kleine stukjes bestaat, voor verschillende stemmingen. Ik wist wel iets: ik was ook voor opnamen al een tijd bezig met het werk van Jose Ferrer.

Jose Ferrer (1835 - 1916) was een Catalaanse gitarist en componist die lesgaf in Parijs en Barcelona. Hij componeerde veel in de stijl van de toen modieuze salonmuziek, waardoor zijn stukken toegankelijk zijn voor het publiek. Zijn composities zijn vaak strak en compositorisch strikt. Hier en daar is het materiaal voorspelbaar, maar dat wordt weer vergoed door de leuke thema’s.

Als klein compleet stuk vond ik Veladas IntimasIntieme Avonden- dat bestaat uit vier deeltjes: Allegretto, Minué, Valse en Nocturne. Nocturne is het langste deel. Dit stuk bleek een mooie combinatie van vrolijk, elegant en romantisch.

Dit stuk duurt geen acht minuten. Dus had ik nog een stukje nodig, liefst eentje waar een beetje virtuositeit in zit. Ik bladerde door mijn muziek en vond werk van Napoleon Coste.

De Fransman Napoleon Coste (1806 - 1883) begon onder leiding van zijn moeder als kind met gitaarspelen en was al in zijn tienerjaren een gewild leraar en concertgitarist. Helaas kreeg hij last van de verminderde belangstelling voor de gitaar in die jaren na de Parijse glorietijd met onder andere Fernando Sor. Hij had grote moeite om met muziek in zijn levensonderhoud te voorzien. Een ongeluk waarbij hij zijn arm brak, maakte een einde aan zijn carrière als gitarist.

Veel van Coste’s werk is vergeten, maar jaren geleden kocht ik een bundeltje getiteld Recreation du Guitariste met daarin leuke en niet te moeilijke stukken. Ik besloot een walsje in A hieruit te kiezen als beginstuk.

Tweemaal Romantiek dus, maar wel met een verschillende temperatuur. En hiermee ga ik flink aan de slag.

December 2015: Wat meer details

Ik heb de concoursstukken gekozen, Valse uit Recreation du Guitariste van Napoleon Coste en Veladas Intimas van Jose Ferrer. Op deze pagina kun je de stukken bekijken als je wilt.

De Valse is traditioneel opgezet, een thema in A groot dat ook dienstdoet als Da Capo en een middendeel in D groot. De eerste frase bevat een stukje virtuositeit met een forse slide naar de negende positie en terug. Enige beheersing is nodig om niet uit de bocht te vliegen of de verkeerde fret te pakken. De tweede frase bevat een grappig effect waarbij het ritme van drie opeens overgaat in twee. Hier is het opletten met de vingerzetting. Het middendeel in D groot is het meest wals-achtig. Hier kunnen de rokjes lekker zwaaien.

Veladas Intimas bevat vier stukjes, het vrolijke Allegretto, het elegante Minué, de recht-toe-recht-aan Valse en de romantische Nocturne.

Met Allegretto kun je leuk spelen. Een herhaald thema komt via een iets breder middendeel aan bij een versie van het thema in een andere stemming. In ben geneigd wat geintjes te spelen bij de overgang naar het laatste thema. En het bleek leuk om het laatste thema iets langzamer te herhalen en resoluut te eindigen.

Minué staat nog een beetje in de steigers. Het stuk zelf is eenvoudig van opbouw, twee herhaalde thema’s. Ik wil het elegant maar niet te snel spelen. Het stukje is bijzonder kort, dus ik bezin me nog op een Da-Capootje dat niet in het origineel staat.

Valse ga ik puntig en strak spelen met vooral verschillen in dynamiek. Ook hier twee herhaalde thema’s met de verleiding tot een Da-Capootje.

Dat moet wel gezegd worden van de eerste drie stukjes, ze zijn echt kort. Voor je het weet zijn ze voorbij. Ik kan wat verlengen, maar ik moet oppassen de zeggingskracht niet te overschatten.

Nocturne is het meest uitgebreide stuk van de twee pagina’s die Veladas Intimas groot is. Het start met een stevige introductie in E-klein, waarin je aardig uit kunt pakken en een stuk spanning kunt opbouwen richting het eerste thema. Dat eerste thema is licht triest met bij tijd en wijze een aardige stemvoering waarmee je kunt spelen.

De romantiek van de Nocturne komt vervolgens in het E-groot gedeelte: Een melodie met arpeggio begeleiding en een mooie gelegenheid om te zingen. Versieringen en triolen zijn hier de uitdagingen. Een leuke wending in het laatste thema maakt de herhaling van het hoofdthema af. De verleiding is groot om in de verstilde laatste maat er nog een E-akkoord in flageoletten overheen te gooien.

Goed, dat is het materiaal waar ik mijn fantasie op los ga laten. Afhankelijk van de tijd komt er misschien nog een (eerste?) stuk bij, maar dat is in noodgevallen.

December 2015: Afgemeld...

Na een periode met nogal wat stress op het werk en daaruit voortvloeiende rugklachten (waardoor ook het gitaarspelen nogal moeilijk ging) moest ik gaan nadenken over dit soort effecten. Haast automatisch kwam de vraag of een spannend evenement als een (amateur)gitaarconcours wel iets toevoegt aan de lol die ik aan de gitaar beleef.

Vier jaar geleden was het concours een uitdaging. Ik wilde het gewoon eens proberen om te merken hoe dat voelde. Het was best prettig om gericht aan een stuk muziek te werken ter voorbereiding van de beste uitvoering. Dat dit de eerste keer voor een jury niet echt bleek te werken, vond ik niet eens zo bezwaarlijk. Ik haalde een derde prijs, niet slecht voor de buitenwacht (die niets weet van het aantal deelnemers), maar effectief de laatste omdat er niet meer deelnemers waren.

Ik had geleerd van mijn ervaringen en scherpte mijn voorbereiding aan: het jaar daarop won ik. Het aantal deelnemers was ook iets groter, dus het gevoel van iets voor elkaar gebokst te hebben werd versterkt.

Men zegt echter weleens dat je als je eenmaal hebt gewonnen niet meer naar hetzelfde concours moet terugkeren. Nu twee edities later stel ik vast dat dit inderdaad klopt. Een winst blijft je achtervolgen en daarmee stel je hogere eisen aan jezelf dan goed voor je is. Op Nordhorn 2014 haalde ik met moeite toch nog een derde plaats. De stress was echter navenant. Op Nordhorn 2015, de aflevering van dit jaar, haalde ik het erepodium niet eens.

Ik wilde het eerst niet geloven, maar een competitie eist resultaat, eist een winnaar. Ik dacht dat ik er puur voor de ervaring zat, maar diep in je hart wil je eigenlijk toch winnen of in ieder geval in de prijzen vallen. En dan baal je ook als je het voor je gevoel niet goed genoeg hebt gedaan. En dat is een scherp kantje dat op dat moment je plezier in het spelen vergalt.

Dat brengt me op de vraag wat competitie met je doet. Competitie is immers strijd! Er zijn zat prachtige verhalen dat competitie je zou inspireren tot grootse daden en veel managers hopen zo hun team naar hogere sferen te drijven door externe of zelfs interne competitie te propageren. Maar is dat wel zo? Volgens mij dwingt competitie je eerder tot een overlevingsstrategie, een “wij versus zij” spelletje. Soms drijft dat je in positieve zin tot een geweldige performance, maar het kan je ook een hoop spanning en een negatief gevoel brengen, waardoor je bijvoorbeeld in de muziek je doel voorbijschiet.

Dat voelde ik voor het eerst duidelijk in 2014. Ik deed toen aan twee concoursen mee, bij het Gitaarfestival Nordhorn en het Twents Gitaarfestival in Enschede. Achteraf bleek dat te veel van het goede.

In Enschede bleek de sfeer nogal anders, managers zouden dat “gezond(??) competitief en prestatiegericht” noemen. Dat verschilde merkbaar van wat ik in Nordhorn had ervaren.

De jury ter plaatse had blijkbaar een eigen agenda waarin jong aanstormend technisch talent de boventoon voerde en de voorkeur kreeg en de oudere amateur op de laatste plaats kwam. In dit geval gold dat inderdaad voor de twee oudere amateurs (waaronder ikzelf) die deelnamen en nu ik terugkijk op negen jaar Twents Gitaarfestival moet ik vaststellen dat dit al veel langer zo was. Goed, daar kies je voor, op zich niks mis mee, maar dan komt al gauw de vraag of je daar als “gewone” amateur wel op je plek zit.

Het werd voor mij een leerzame en enigszins frustrerende ervaring waar ik me (zoals wel vaker) pas later bewust van werd. Dit concours was voor amateurs er eentje met dezelfde instelling als voor de professionals, een soort simulatie van wat je te wachten staat als je ooit van gitaarspelen je vak wilt maken. Prestatiegericht, en een eerste onderdeel daarvan was een soort certificering van de stukken die je meebracht. Technische moeilijkheidsgraad werd duidelijk meegewogen en leverde je zelfs bonus op bij slipjes die je normaal gesproken bij een concertuitvoering niet zou accepteren.

“Wil ik wel zo beoordeeld worden?” was mijn vraag na een tijdje, “wat brengt het me aan positieve energie op, dat men je beter vindt dan iemand anders? Is dat nu de essentie van je muziek met iemand delen?”

Mijn antwoord werd “Nee, dat denk ik niet!” en daarmee was de twijfel aan het nut concoursen voor mijzelf geboren. Met als bevestiging het resultaat van 2015.

“Aha, je kunt niet tegen je verlies!” zal vast iemand opmerken, “bij iedere wedstrijd heb je toch een winnaar en verliezers? Als je daar niet tegen kunt, hoor je daar niet.”

Inderdaad, ik kan niet tegen het verlies van het plezier in mijn instrument. Zeker niet aan een achteraf nutteloos doel voor mijn situatie: het beter zijn dan. Perfectie bestaat niet, en dat is maar goed ook, want aan een perfecte wereld is niets meer te doen. Daarom hebben we het begrip beter dan bedacht om ondanks de imperfectie toch een gradatie te kunnen aanduiden. En dat is het onderwerp van competitie.

Ik dacht het komende jaar met een betere voorbereiding ook een beter resultaat te kunnen halen, dus was ik al begonnen met de stukken in te studeren. Door het effect van de stress op het werk in de laatste maanden van dit jaar heb ik me echter bedacht. Door zo’n effect als ik meemaakte zou ik niet eens een concours kunnen spelen. Dus waarom zou ik me die extra spanning op de hals halen?

Dus ik zie in het vervolg af van concoursen en competitie in de muziek. Ik ga voortaan voor mijn eigen spel! Delen (=optreden) JA, wedstrijdjes NEE.

En zodoende wordt dit blog wat korter dan je misschien verwacht zou hebben!

Mijn moeite voor de would-be concoursstukken is overigens niet vergeefs, ik kan nu in ieder geval een aardige opname maken.

pgdwn