2 The Last Rose of Summer (arr. Mertz)

In Mertz’ tijd was het mode om volksliedjes te arrangeren voor gitaar. Giuliani pakte er een stel uit Schotland (Sei Arie Nazionali Scozzesi), Sor maakte een arrangement op Ye Banks and Braes of Bonny Doon en Mertz zette een aantal arrangementen in zijn Musikalische Rundschau.

Dit arrangement van het Ierse volksliedje The Last Rose of Summer is nummer 2 uit de Rundschau.

De basis voor The Last Rose of Summer is een gedicht, geschreven door de Ierse dichter Thomas Moore (1779 – 1852). Bij het schrijven had Moore het Ierse liedje Aisling an Óigfhear (The Young Man’s Dream) in gedachten. De Ierse componist John Andrew Stevenson (1761-1833) schreef er een pianobegeleiding bij en voilà, daar was het arrangement.

Het lied werd verrassend populair in die tijd, niet alleen Giuliani gebruikte het als basis voor een compositie, ook componisten als Beethoven, Mendelssohn, Gounod, Reger en Britten hadden een zwak voor deze melodie. In de pop zien we The Last Rose of Summer ook regelmatig terug.

Het arrangement van Mertz is niet super moeilijk, op twee plekken na, in maat 16/17 en in maat 29/30. Hier vind je een lastige overgang en een dito versiering waarvoor je goed moet oefenen. Zowel de in het origineel aangegeven vingerzetting als het alternatief in een hoger positie zijn lastig.

De eerste 20 maten bevatten het thema, de laatste 20 een variatie met een begeleiding in triolen, iets wat overigens niet duidelijk in het origineel staat. Om de notatie niet te ingewikkeld te maken, heb ik dat stuk omgeschreven naar 9/8. Hou daar rekening me in verband met het tempo.

error: Content is protected !!
Scroll naar boven