Het verhaal rond deze Sonate ligt in het samenwerkingsverband tussen Paganini en Luigi Legnani (1790 – 1877). Zij trokken samen rond, waarbij Paganini de viool hanteerde en Legnani de gitaarbegeleiding verzorgde. Als je Paganini’s Sonates voor viool en gitaar beluistert, hoor je als snel wie de boventoon voert. Een briljante rol voor de solist, een bescheiden rol voor de begeleider.
Dit was Legnani blijkbaar een doorn in het oog toen hij Paganini voorstelde om eens van instrument te wisselen. Paganini componeerde hiervoor de bekende Grande Sonate in A voor gitaar en viool. Hij fopte daarmee zijn duo partner, want alle virtuositeit ging naar de gitaarpartij en de viool verdween naar het tweede plan. Vandaar dat deze Sonate vaak als gitaarsolo wordt uitgevoerd. Het stuk bleek een van de lastigste gitaarwerken in de geschiedenis te zijn, een duidelijk teken van Paganini’s vaardigheid op het instrument!
De Romanze begint bescheiden. Maar al snel begint het venijn in de “kleine nootjes”, de uitgeschreven variaties en cadensen. Bij het zetten heb ik geprobeerd de gitaar- en vioolpartij te combineren. Vooral in het eerste deel geeft dit wat meer inhoud aan de akkoorden. Bij de snelle loopjes heb ik het nagelaten, je bent dan al druk genoeg!