Ne me Quitte Pas (Jaques Brel/Arr. Roland Dyens
Vandaag, 30 oktober 2016, kreeg ik het bericht dat de gitarist en componist Roland Dyens plotseling was overleden.
Mijn eerste kennismaking met Roland Dyens was via zijn composities. Mijn toenmalige gitaarleraar Ed Westerik had een exemplaar van Tango en Skai opgediept en vond dat ik dat best een keertje kon proberen. Hij had het zelf in zijn conservatoriumtijd ingestudeerd en het had hem geholpen met het leren van een aantal technieken.
Ik begon er welgemoed mee, maar o jee wat was dat moeilijk! Ik ben nogal geneigd tot controle, wat tijdens muziek maken contraproductief kan werken. Juist een aantal passages van dit stuk – bijvoorbeeld de toonladder in maat 5 en de versieringen in maat 7- vereisen een vrijheid die je jezelf expliciet moet gunnen, iedere poging tot controle haalt het tempo en het easy going gevoel eruit. Om dat te bereiken moet je hard studeren om de controle te krijgen en nog harder om die daarna los te durven laten.
Ik heb het stuk nooit afgekregen, helaas!
Een andere gitaarleraar van me, Robert Horna, is een grote fan van Dyens’ muziek en speelt die graag. Hoe hij Songe Capricorne en Saudade Nr. 3 speelde, dat was onnavolgbaar. Een combinatie van de genius van de componist en de vaardigheid en het inlevingsvermogen van de speler. Die heerlijke swing en heftige emotie van Saudade!
Zo vreemd: Nu schrijf ik feitelijk een Saudade voor Roland Dyens zelf. In letters…
Ik heb het genoegen gehad hem tweemaal live te horen en eenmaal te ontmoeten via het schriftelijke interview waaraan hij meedeed voor mijn herinneringsboek Feast on Six Strings, Five Years Guitar Festival Nordhorn, dat ik op dit moment publicatie gereed aan het maken ben.
Mijn eerste ontmoeting was op het Twents Gitaarfestival in Enschede in 2008. Ik zag hem soms rondlopen. Een rustige man, soms bijna verstild in gedachten verzonken. Maar toch scherp op zijn omgeving, met een adelaarsblik. Zijn concert was een belevenis, niet alleen omdat hij de eerste nummers gebruikte om de sfeer in de zaal te proeven en zijn programma daarop af te stemmen, maar ook hoe hij het publiek daarin wist te trekken.
Hij bracht het publiek, en dan vooral de stoorzenders op het balkon in Theater Concordia die meenden duidelijk hoorbaar alvast vocaal commentaar op zijn optreden te geven, de juiste instelling bij om muziek te beluisteren. Hij schroefde zijn volume zo ver terug, dat de kletsmajoors er al snel achter kwamen dat ze de sfeer verstoorden. Het wonderlijke was dat zijn zeggingskracht in de muziek onveranderd bleef. De dynamiek van zijn spel was in hoge mate onafhankelijk van zijn speelvolume.
De tweede maal dat ik hem meemaakte was op het Gitaar Festival Nordhorn 2012. De sfeer op dit festival is door zijn kleinschaligheid aangenaam intiem en je ziet de artiesten veel vaker “in het wild” lopen. Ook hier oogde hij rustig en soms verstild in gedachten, maar aan zijn blik kon je zien dat hij zich thuis voelde en genoot van de sfeer op dit festival. Wat hij later in mijn interview bevestigde.
Een van de hoogtepunten daarbij werd Tango en Skai, maar nu opgedragen aan Fred Rootveld, lid van de trouwe support crew voor een aantal Twentse Gitaarfestivals en het Gitaar Festival Nordhorn, de beiden waren in die tijd vrienden geworden.
Volgend jaar -2017- zou hij opnieuw spelen op het Gitaar Festival Nordhorn. Helaas dus niet…
Mijn schriftelijke “ontmoeting” met hem was een bijzondere ervaring. Ik besloot als compleet onervaren interviewer ook een interview met hem in het boek Feast on Six Strings, Five Years Guitar Festival Nordhorn op te nemen. Hij reageerde als een van de eersten positief op mijn verzoek en beantwoordde de vragen op persoonlijke wijze en wees me met een geheel eigen soort milde humor op een aantal interview technische bokken die ik had geschoten. Daar leer je iets van als amateur-journalist!
Zijn opmerking (Bravo…) waarmee hij reageerde nadat ik hem een concept van het boek had toegestuurd, was een geweldige aanmoediging voor mij persoonlijk.
Hij is overleden… wat mij nu overblijft zijn de ontmoetingen met zijn muziek. Niet alleen op de concerten, maar ook op zijn CDs, en dan vooral Nuages en de twee delen Chansons Francaises. Waar hoor je dat opmerkelijke contrast tussen Bachianas Brasileiras en Felicidade (beiden op Nuages) en dat heerlijke geluk dat zijn interpretatie van Felicidade uitstraalt? Waar hoor je de ziel van het Franse Chanson meer in zijn uitvoering van La Chanson des Vieux Amants, Ne me quitte pas en de tedere versie van Plaisir d’Amour…?
Zijn muziek is nu zijn erfenis geworden. Roland Dyens is er niet meer… Maar zijn muziek en composities leven voort.
Ik wens zijn nabestaanden, geliefden en vrienden, en de gitaarwereld, veel sterkte met dit verlies.